Uit de jaren 20 - 40
1) Amsterdam: Mercatorplein.
2) Rotterdam: Statenweg.
3) Den Haag: Escamplaan.
4) Utrecht: Marnixweg.
zich verenigt. Bomers: ..Vanuit het cen
trum gezien is DE RING het laatste stuk stad
van Amsterdam, met al die dingen erin die
je in de nieuwe tuinsteden nu net mist."
Den Ouden: „Of anders: DE RING is het
overloopgebied tussen oud en nieuw en om
gekeerd. Het is aanvullend, en dat geldt
zeker ook op het gebied van het wonen. Ik
moet er in ieder geval niet aan denken dat
DE RING niet meer zou bestaan Maar
er moet wèl wat gebeuren. Want niet alleen
dat de kwaliteit van de woningen achteruit
gaat, ook het voorzieningen-peil daalt."
Bomers: „In de manier, waarop Amster
dam de stadsvernieuwing aanpakt, schuilt
voor DE RING een groot gevaar. Men con
centreert zich nu op de schil van 19e-eeu wse
wijken, en in de visie van de stadsvemieu-
wers zou daarna DE RING aan de beurt
komen. Maar zij blijven dan wel achter de
problemen aanhollen. Bij de aanpak van nu
zou DE RING op z'n vroegst in 2000 aan
bod komen, maar dan komt men daar al zo
diep in de ellende te zitten dat de problemen
198
nog maar nauwelijks zijn te overzien. Dan is
het al te laat."
Den Ouden: „Het heeft ook zo weinig zin
om de 19e-eeuw.se stadsdelen op te knappen
en het gebied uit de jaren 20 - 40, dat erop
aansluit, te laten vervallen. Wij pleiten dan
ook vooreen duidelijk andere aanpak van de
renovatie. Die komt erop neer dat men af
stapt van het werken in cirkels en dwarslij-
nen trekt, door die cirkels heen. Radiale
lijnen, van binnen naar buiten en omge
keerd. Langs die lijnen wordt dan gereno
veerd. Bij voorbeeld: je pakt. van binnen
naar buiten, een bepaalde strook in een
I9e-eeuw.se wijk aan en je vervolgt die lijn
door het aansluitende gebied in de ring 20 -
40 om uit te komen in een aangrenzend stuk
tuinstad waar de eerstgebouwde woningen
zo zoetjesaan ook al aan een opknapbeurt
toe zijn."
Bomers: .Voordelen van deze methode. Je
trekt in drie gebieden tegelijk een spoor van
vernieuwing. Dan krijg je nieuwe impulsen
ook. DE RING hoeft dun niet te wachten tot
men klaar is met de I9e-eeuw.se wijken.
Belangrijk is ook dat er. als men gaat wer
ken langs dwarslijnen, een duidelijke relatie
tussen de verschillende gebieden zichtbaar
wordt.
Bomers en Den Ouden achten juist nu, nu
binnen DE RING de erfpachtcontracten
zo ongeveer aflopen, voor Amsterdam
het moment rijp om over het stedelijk
gebied 20 - 40, waarvan heel wat is te
maken, een beslissing te nemen. Er zijn
mogelijkheden tot bij voorbeeld aankoop
door de gemeente van de particuliere wo
ningen (72% van het totaal en meestal in
handen van grote beleggers). Beide ar
chitecten: „Als men de ring 20 - 40 niet
snel aanpakt, zullen de wijken uit die ja
ren de saneringsgetto's van de toekomst
zijn en staat men over tien a twintig jaar
voor nog vèèl grotere problemen dan nu
in de 19e-eeuwse wijken." GW