Saneringgetto's van de
toekomst
De ring 20 - 40
Wat gebeurt er in de sleden met de woningen die in de jaren 1920 - 1940 zijn
gebouwd? Gaal het met deze huizen dezelfde kant uit als met die in de I9e-eeuwse
wijken of zijn er mogelijkheden om een dergelijke ontwikkeling te voorkomen? Dat
zijn enkele van de kernvragen waarmee de jonge architecten Rudolf Bomers en Jan
den Ouden zich hebben beziggehouden in een uitvoerige (en bekroonde) studie die
het thema ,,De ring 20 - 40" draagt. Met deze studie hebben zij kortgeleden hun
opleiding aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst afgesloten. Hun project
richt zich weliswaar op de situatie in Amsterdam, maar de lijn kan evenzeer worden
doorgetrokken naar de andere (grote) steden omdat daar de problematiek net eender
ligt. De studie van Bomers en Den Ouden kan dan ook worden gezien als een aanzet
om de gedachten op gang te brengen over een dreigend probleem dat nationaal
speelt. !n dit artikel komen beide architecten nader aan het woord.
Eerst even een globale blik op de kaart
van Amsterdam: centraal de oude stad,
daar omheen de wijken die in de vorige
eeuw zijn neergezet (de 19e-eeuwse), dan
een aansluitende schil die tussen beide
wereldoorlogen tot stand is gekomen en
hier wordt aangeduid met De ring 20 - 40
en vervolgens de krans van tuinsteden die
na de laatste wereldoorlog zijn opgetrok
ken. Bekijken we de verdeling van de
aantallen woningen over de verschillende
gebieden, dan ziet het beeld er voor Am
sterdam aldus uit: 35% van voor 1920,
37% uit het tijdvak 20 - 40 en 28% van na
1940. Het is een verdeling die heel aardig
overeenkomt met die van Den Haag en
Rotterdam, zij het dan dat Rotterdam na
de laatste wereldoorlog mèèr bouwde.
Rudolf Bomers: ..Toen wij die ring 20-40
op de plattegrond van Amsterdam gingen
inkleuren, zijn we werkelijk geschrokken.
Je staat er niet bij stil (en daar zit natuurlijk
een stuk van het gevaar in), dat er in die tijd
zóveel is gebouwd en dat de ring zo'n be
langrijk gebied van de stad uitmaakt. De
ring 20 - 40 telt liefst 107.000 huizen, op
een Amsterdams totaal van 290.000 stuks."
Jan den Ouden: ,,Dat je over de ring 20 -
40 nooit wat hoort, komt omdat op het ge
bied van de stadsvernieuwing de aandacht
en activiteit zich vrijwel uitsluitend richten
op de 19e-eeuwse wijken - de wijken van
het zichtbare verval en van de gaten. Am
sterdam heeft daar z'n handen meer dan vol
aan. Maar dat wil nog niet zeggen, dat er in
de ring 20 - 40 niets aan de hand is. Want
ook die ring wordt bedreigd, en als er niet
snel wordt beslist, hoeft het al niet meer. En
als ik eraan denk dat de 19e-eeuwse wijken
zo'n 40.000 woningen tellen tegen de meer
dan 100.000 in de ring 20-40, dan is er alle
aanleiding om het grote, stedelijke gebied
dat Amsterdam tussen beide wereldoorlo
gen heeft gebouwd, erbij te betrekken."
Bomers: „Het gaat er in dit stadium vooral
om dat je beslist over de vraag: Wat willen
we met DE RING? Blijft de ring 20-40 als
gegeven, stedelijk gebied overeind óf laten
we het, zoals in Amerika wel gebeurt, in
elkaar zakken? De nieuwe rondweg is vlak
bij: die kan nieuwe impulsen geven in de
richting van cityvorming zónder wonen, en
dan is de vraag: laatje zo'n nieuwe bestem
ming in DE RING toe?"
Den Ouden: „Het werk in de 19e-eeuw.se
wijken van Amsterdam leert hoe moeilijk
het is om de stadsvernieuwing van de grond
te krijgen, en dat maakt ons bang voor wat er
van DE RING terecht moet komen als nü
niet wordt beslist. Nu is het nog betrekkelijk
eenvoudig om te verhelpen, maar hoe ligt
dat straks?"
DE SITUATIE
Bomers en Den Ouden hebben een uitge
breid onderzoek ingesteld naar toestand en
kwaliteit in DE RING en zij zijn tot het
volgende gekomen. Bouwtechnisch: deels
verweerde baksteen, met als gevolg vocht-
doorslag, slechte isolatie, lekkende schoor
stenen en dergelijke, overal slechte daken
met vaak verweerd lood en zink, veel slecht
buitenhoutwerk (ramen, deuren, dakkapel
len, gootlijsten en wat dies meer zij) en veel
achterstallig onderhoud zoals materiaalver-
oudering van leidingen, elektrische bedra
ding, schakelaars, hang- en sluitwerk en
lekkende douchevloeren. Woontechnisch:
veel kleine kamers, nauwe, steile trappen,
in veel bovenwoningen geen of veel te klein
balkon, geen berging op de begane grond,
gebrekkige sanitaire voorzieningen, ge
brekkige ventilatie van de keukens, be
perkte elektrische installatie en geen ruimte
voor een wasmachine.
Den Ouden: „De huizen in DE RING zijn,
kun je stellen, het slachtoffer van de tijd. De
meeste zijn net vóór de grote crisis ge
bouwd, en in de crisis was er geen geld om
ze het onderhoud te geven dat nodig was.
Toen kwam de oorlog, en was 't hetzelfde
liedje. En na de oorlog? Toen was weer
alles, zowel geld als mankracht, nodig voor
de wederopbouw. Door dit alles is DE
RING in onderhoud altijd achtergebleven,
en dat terwijl het juist gaat om woningen die
bouwkundig nogal bewerkelijk zijn. Komt
bij dat de huren ervan altijd laag zijn ge
weest, en daar zat dus ook al niet de speling
in om het nodige te doen."
Bomers: „Het gaat in DE RING trouwens
niet alleen om achterstallig onderhoud, ook
de opzet van de woningen als zodanig heeft
z'n konsekwenties. Veertig procent ervan
telt drie kamers, een andere veertig procent
heeft er vier. De kamers zijn echter kleiner
dan die in de na-oorlogse bouw. Gevolg:
vooral de gezinnen met opgroeiende kinde
ren trekken weg en zoeken een grotere wo
ning, óf in een van de tuinsteden óf buiten
Amsterdam. Als stedelijk gebied verliest
DE RING daarmee een grote groep van be
woners, die voor de functionering ervan erg
belangrijk is. Door heel de ontwikkeling is
de leeftijdsopbouw in DE RING hoogst on
evenwichtig geworden: zo is 40% van de
bewoners ouder dan 50 jaar. Dat betekent -
om maar weer een ander aspect te noemen -
dat binnen 20 jaar door natuurlijke sterfte in
DE RING zo'n 40.000 woningen zónder
opvolging leeg zullen komen. Wat dan?
Want als er niets gedaan wordt, zullen die
huizen nog altijd te klein en niet comfortabel
genoeg zijn om de trek-naar-buiten in de
richting van DE RING om te buigen."
AANVULLEND
Er hangt, aldus Bomers en Den Ouden, een
grote dreiging boven de ring 20 - 40 en dat,
terwijl het gaat om een stedelijk gebied dat
zeker aantrekkelijk is en tal van functies in
197