Het Haagse monumentenbeleid li f Bijna drie jaar geleden nam de Haagse ge meenteraad een motie aan. waarin B. en W. werden uitgenodigd een nota over het mo numentenbeleid in te dienen. In het septem bernummer van dit tijdschrift vroegen we ons af waar die nota bleef. Welnu vrijwel op hetzelfde tijdstip, dat het septembernummer onze lezers onder ogen kwam, verscheen de lang verbeide nota. Lang gewacht en niet gezwegen, nooit gedacht en toch gekregen, zouden we nu willen zeggen. In een begeleidende brief schrijven B. en W.. dat zij besloten hebben een actief beleid te voeren. We zijn daar blij mee. alleen zijn we wel van mening, dat het college een beetje erg laat met deze standpuntbepaling voor de dag komt. De eerder genoemde motie gaf B. en W. aanleiding een stuur groep in het leven te roepen met tot taak het college te adviseren met betrekking tot het te voeren monumentenbeleid. De wethou der van Openbare werken, verkeer en ver voer, G. C. Wallis de Vries werd voorzitter van de commissie. Alvorens het een en an der aan de nota te ontlenen nog de opmer king. dat dit voorzitterschap van betekenis is. omdat onder deze wethouder wél de mo numentenzorg ressorteert, maar niet de stadsvernieuwing. Toch zijn monumenten beleid en stadsvernieuwing naar onze me ning eigenlijk twee onverbrekelijke zaken. Nu deze portefeuilleverdeling binnen het college van B. en W. zo ligt. lijkt het drin gend wenselijk, dat beide wethouders een sterk gecoördineerd beleid gaan voeren. Anders moeten we het ergste vrezen. In het verleden heeft de verdeling van verant woordelijkheden al tot onherstelbaar verlies geleid. Zicht op stadsgezicht en monument Dit is de titel van de zeer fraai uitgevoerde nota. die goed geïllustreerd is. Voorde uit voering van de nota is de afd. Voorlichting van de gemeente verantwoordelijk: voorde druk Hega CV. Beide komt hiervoor een woord van lof toe. 2. Hooikadebrug, trieel monument. niet beschermd indus- IDe Grote Markt - beschermd stadsge zicht - is nu niet bepaald het beste voor beeld hoe een openbare ruimte moet worden ingericht. En nu de inhoud van de nota. Die begint al aanstonds met een eerlijke verklaring: ..Tot nu toe is in de stedebouwkundige ontwikke ling van Den Haag denken en doen en laten vooral afgestemd geweest op alles wat er moest komen. Te weinig is er in het ook nabije verleden stilgestaan bij zaken die be ter behouden hadden kunnen worden van wege hun oudheidkundige waarde en schoonheid. Te. veel is gekozen voor af braak". Deze woorden zijn ons uit het hart gegrepen. Ze zijn een volledige bevestiging van de kritiek, die wij de laatste jaren op het Haagse gemeentebestuur met betrekking tot het monumentenbeleid hebben uitgeoefend. We deden dat overigens niet met plezier. Den Haag is ons nu eenmaal aan het hart gebakken en met groot leedwezen hebben wij en met ons vele Hagenaren het gebrek aan monumentenbeleid gadegeslagen. Met grote openhartigheid constateert de nota dat monumentenbeleid nog ontbreekt. ..Het is noodzakelijk, dat de stad haar eigen herkenbaarheid behoudt. De ontwikkeling, die de stad gedurende eeuwen heeft door gemaakt. moet zichtbaar blijven door de aanwezigheid van gebouwen, straten en stadsgezichten uit de afgelopen periode. Nog altijd is in de binnenstad te zien hoe belangrijk de regeringsfunctie was en is. De naamgeving van straten als Raamstraat en Voldersgracht wijzen op een indertijd be- 193

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 15