tm vervangen dat al mooi is gaan bijkleuren. Nadat eerst de toren een flinke opknapbeurt had gekregen en het gevaar voor vallende stenen tot het verleden behoort, zijn de slo pers nu duchtig aan het werk om de in 1887/'89 aangebouwde lage zijbeuken aan beide zijden op te ruimen. Volgens de plan nen van de Zwolse architect T. G. Verlaan gaat de oude kruiskerk, zoals er niet zo veel meer zijn, nu in zijn strakke eenvoud weer herleven, waarbij ook de ingang onder de toren weer wordt hersteld. Broerenkerk Ook in Zwolle zijn, als gezegd, lang niet alle monumenten kerken, maar we zullen toch nog even langs een paar Godshuizen moeten gaan. Een der belangrijkste, zij het niet de oudste, is dan de Broerenkerk, die omstreeks 1500 als tweebeukige kloosterkerk is gebouwd voor de Dominicanen. Van het oude ge bouwencomplex is na de verdrijving van de paters geleidelijk weinig meer overgeble ven. Rondzwervende bedelaars, deserteurs en aanverwant volk dat hier werd onderge bracht, zorgden voor een grondige vernie ling als voortzetting van wat soldaten van het Spaanse garnizoen omstreeks 1576 al hadden uitgestukt die o.m. de eiken kerk banken tot brandhout degradeerden. Het duurde toen ook niet meer zo lang of rond de Broerenkerk ontstond een a-sociale buurt, bevolkt door weer andere bedelaars en zwervers; daar hokten ook het merendeel der Staatse soldaten, veelal met vederlichte vrouwen. De vroegere Librije is de enige van de oude kloostergebouwen dat in histo risch herkenbare staat is blijven bestaan. Van 1758 tot 1899 was er de synagoge in gevestigd - dit stadsdeel werd toen ook een soort getto voor de arme joden die in Zwolle vrij talrijk waren - daarna diende het vele jaren als magazijn voor militaire goederen en na de zoveelste restauratie kregen beel dende kunstenaars in onze tijd er prettig aandoende tentoonstellingsruimten. Van wat er verder nog in de schaduw van de Broerenkerk staat is een deel tot voor kort als militaire bureaus gebruikt en een vleugel is zo lang, of liever zo kort als het nog duurt, in gebruik als ateliers en sociëteit van Het Palet. Na grondige restauratie, twee niet historische gedeelten zijn al afgebroken, wordt in het dan terdege aangepaste gehele complex het Zwolse Conservatorium on dergebracht. Die hele operatie zal wel een jaar of drie duren; voorlopig is het nog wel de moeite waard om even een kijkje te ne men op de binnenplaats waar ook nog een gedeelte van de overigens wel lelijk bedor ven kloostergang is terug te vinden. In de kerk waar verleden jaar belangrijke muurschilderingen zijn bloot gekomen, be vindt zich een goed, zij het bescheiden orgel door Pieter Queijsen in 1824 geschonken, vervaardigd door de Zwolse orgelbouwer Scheuer. Teruggrijpend op een jaren gele den uit de burgerij gedane suggestie, zijn er onlangs besprekingen op gang gekomen tussen het gemeentebestuur en de Kerk voogdij der Ned. Herv. gemeente om te zien omvat immers niet enkel de geïsoleerde ar tistieke schepping, maar ook de omgeving waarin het is geplaatst. Het monument is niet los te maken van het oorspronkelijke milieu waarin het is gesitueerd en van de historie waarvan het getuige is (-). Daarom moet elk element van architectonische of irpi t^s®ffti ipL j Nieuw tegenover oud of deze Broerenkerk aan de eredienst kan worden onttrokken ten gerieve van het con servatorium en voor een algemene culturele bestemming. De oudste kerk van Zwolle, de Bethlehemkerk, die nu in beangstigend snel tempo staat te verloederen en zelfs al te lek is voor het houden van kampeershows e.d. zou dan weer haar oude bestemming kunnen terug krijgen. Daar gaan we straks ook nog even kijken, maar eerst is het nu tijd voor een verkwikkend slokje en/of kopje in de sfeervolle kelder onder de Librije. Wezensvreemd element Dat is dan tevens om moed en adem te scheppen want nu steken we het kerkplein over naar het hypermoderne winkelcen trum, een van de twee wezensvreemde ele menten in het kleinmazige stramien van de binnenstad. Het andere is het nieuwe stad huis, maar daar hoop ik na de officiële inge bruikneming op 15 mei a.s. afzonderlijk op terug te mogen komen. In het Jaarboek '73/'74 „Historische ker ken in Overijssel" gewaagt de Groningse architect P. L. de Vrieze naar aanleiding van de stichting van dit winkelcentrum tegenover de Broerenkerk van een vreemde manier van monumentenzorg bedrijven die men beter zo snel mogelijk kan vergeten. Hij vervolgt dan: „Het begrip monument andere aard dat het evenwicht of de schaal verstoort, vermeden of verwijderd wor den." Wanneer nu opnieuw beslist zou moeten worden, zou er misschien heel iets anders uit de bus komen! Temeer omdat de opvattingen over auto's-wel-of-niet-in- oude-binnensteden in de loop der jaren ook al heel wat veranderd zijn. Nu glimt het blik nog op twee, hoog en laag gelegen parkeer terreinen aan weerszijden van de kerk, maar als men er nu nog aan moest beginnen? Een tijd geleden heb ik een uitspraak gelezen die ik zal proberen uit het hoofd te citeren. In de jaren zestig bleken vele stadsplannen uitge dokterd te zijn - in Zwolle was dat voor de binnenstad in 1966 - die in de jaren '50 op stapel waren gezet door stedebouwers die hun wijsheid hadden opgestoken in Delft, of op iets lager niveau, van leermeesters die weer hun kennis hadden gekregen van vak mensen die gestudeerd hadden uit leerboe ken die geschreven waren in de jaren tussen 1920 en 1930. Dit was dus in de tijd dat in de V.S. de auto's met de snelheid en intensiteit van kakkerlakken ter wereld en op de weg kwamen. Zo zijn 40 jaren later vele van onze oude stadskernen meer of minder slachtoffer geworden van die aanvankelijk Amerikaanse hausse-in-blik. En daar zitten we nu nog mee. Ook in Zwol le. Maar hoe gaat dat met een projectmaat schappij: ze neemt bij de voorbereidingen heel wat zorgen van het gemeentebestuur op haar schouders, maar er komt een ogenblik dat dit laatste weinig meer heeft in te bren- 111

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 19