Gezicht op de tuin
rechte ook op hun innerlijke achtergronden
gelijkgeschakeld in de waardering.
Een kenmerk van de baroktuin t.o.v. de
renaissancetuin is vooral zijn langgerekte
tuinvorm met een tot ver in het landschap
reikende ruimtelijke hoofdas.
Tegen de achtergrond van maatschappelijke
veranderingen, voorbereid dooreen Locke,
Rousseau, Montesquieu en Voltaire, kon de
baroktuin niet standhouden. Via de weg van
de romantiek en de Engelse landschapstijl
doet een nieuwe houding van de mens t.o.v.
de natuur zich postvatten.
Barok en landschapstijl in Nederland
Tegen de achtergrond van de genoemde
maatschappelijke veranderingen sinds Le
Rousseau en de Franse revolutie, was de
weg vrij voor een vorm van democratisering
van mens en maatschappij, welke-en dit is
cultuurhistorisch geen toevalligheid - ook
tot uitdrukking komt in de houding t.o.v. de
natuurlijke omgeving.
Vooral in Nederland rekent men af met
overbluffende uitdrukkingsmiddelen, die
als identiek kunnen worden beschouwd met
het centralistische machtsysteem.
Ook in de baroktuin toonde Nederland zich
overigens vrij bescheiden, zo niet onbehol
pen, wat zo ongeveer de kwalificatie van de
tuin van Het Loo zou kunnen zijn: slechte
verhoudingen van de verdiepte tuin en een
weinig overtuigende dieptewerking naar de
boventuin.
De maquette toont een eerlijke en zorgvul
dige reconstructie van de tuin en laat daar
mee zien dat de ruimtelijke allure van de
barok totaal ontbreekt. Zij toont ons ook,
dat de bezoeker een vrij slap aftreksel krijgt
voorgeschoteld van een tuin met broderie
patronen, terwijl de aantrekkelijke elemen
ten zoals loofgangen (berceaux), fonteinen,
beeldhouwwerken, nauwelijks nog in hun
volle schoonheid ambachtelijk te realiseren
lijken. Behalve wellicht het „Slot te Zeist",
de meest barokke tuin van de drie: Het Loo,
Zeist en Dieren, kan de baroktuin niet als
een hoogtepunt in de geschiedenis van de
Nederlandse tuinkunst worden beschouwd.
De direkte omgeving van Het Loo is, sinds
Lodewijk Napoleon de formele baroktuin
liet veranderen in de meer natuurlijke park
stijl, vergroeid met het daarom gegroeide
boslandschap, dat uit het open heideland
schap is ontstaan'.
De latere Oranjes en vooral ook Koningin
Wilhelmina hebben blijkbaar nimmer de
behoefte gevoeld in deze natuurlijke ont
wikkeling in te grijpen.
Mogen we zelfs aannemen, dat de Koning-
Stadhouder Willem III met andere bedoe
lingen dan zijn grote tegenstander Lodewijk
XIV een baroktuin heeft laten aanleggen,
gewoon omdat het de stijl van die tijd was,
zulk een tuin te bezitten? Maar dan wel met
handhaving van de fraaie dwarslaan, die de
formele tuin echter haar slechte verhoudin
gen heeft bezorgd?
Misgreep
Het natuurhistorisch belang is gelegen in het
feit, dat in een kleine tweehonderd jaar een
landschap is ontstaan, waarin het terug
draaien van de klok naar een voor de mens
van nu weinig meer overtuigende periode in
de tuinkunst niet zonder schade, ook aan de
natuurhistorische en „ecologische" bete
kenis van deze omgeving, zal verlopen.
Het terugbrengen van de baroktuin moet
niet alleen cultuurhistorisch en tegelijkertijd
natuurhistorisch - deze aspecten zijn in dit
geval onverbrekelijk met elkaar verbonden
- als een misgreep worden beschouwd, hoe
goed ook bedoeld. Ook de mogelijke gevol
gen voor het natuurlijke milieu dienen eerst
zorgvuldig onderzocht te worden.
De restauratiecommissie getuigt in dit op
zicht van te weinig inzicht in deze materie,
wanneer zij beweert, dat slechts een 50-tal
bomen moeten verdwijnen en deze toch al
„kaprijp" zouden zijn. Het ontgraven van
de verdiepte tuin, de aantasting van de bos
rand betekenen plotselinge veranderingen
in het microklimaat en waterhuishouding,
welke van nadelige invloed kunnen zijn op
een wijdere omgeving. In een bos be
schermt de ene boom en plant de andere.
Het is vandaag de dag onverantwoord, dat
van de verworven kennis en inzicht op het
gebied van de vegetatiekunde geen gebruik
is gemaakt bij het opstellen van het restaura
tieplan voor het park, dat ingrijpt in de sinds
twee eeuwen gegroeide natuur rond Het
Loo.
Miskenning
Afgezien van de mogelijkheid of de restau
ratie van de baroktuin geen nadelige - al
thans niet herstelbare - gevolgen heeft voor
de rest van het bos rond het park, mag wer
den gesteld, dat herstel van de oorspronke
lijke baroktuin een miskenning betekent van
de authenticiteit van de geschiedenis zelf als
een proces, en als levende werkelijkheid
niet in een statisch portret van een eveneens
niet al te hoog te waarderen stijlperiode kan
worden gefixeerd.
Vergelijkingen met het werk van Hugo A.
C. Poortman die o.a. de parterres van de
broderie-tuinen van Middachten en Wei-
dam in oorspronkelijke stijl restaureerde le
ren ons, dat hij alleen de bescheiden van
omvang zijnde parterres direkt bij het huis in
ere herstelde, maar het fraai ontwikkelde
natuurlijke parklandschap als onaantastbaar
erfgoed van de historie respecteerde. Of een
dergelijke tussenoplossing voor Het Loo
kan gelden valt te betwijfelen. Hier zou zij
zich dan moeten beperken tot de door de
vleugels omsloten binnentuinen.
De foto' s bij de artikelen over Het Loo zijn
van C. Barton van Flvmen.
107