Geschiedenis wordt geweld
aangedaan
ill
"lil
De heer W. C. J. Boer, tuin- en landschaps
architect en lector aan de T.H. te Delft,
schreef 12 mei jl. een brief aan de minister
van CRM, waaraan het volgende is ont
leend:
„Het moge u duidelijk zijn dat ondergete
kende - sinds een lange reeks van jaren
werkzaam op het gebied van de tuin- en
landschapsarchitectuur en als docent in de
geschiedenis der tuinkunst - zich ernstig
bezorgd maakt over de gevolgen van de
ingrijpende veranderingen in de feitelijk na
tuurlijk gegroeide situatie (van Het Loo) en
zowel uit natuurhistorisch als uit cultuurhis
torisch oogpunt van mening is, dat het res
tauratieplan voor het park moet worden af
geraden.
Daarbij wil ik toegeven, dat de gedachte om
huis en park als één geheel terug te brengen
in de geest en de stijl van de tijd, waarin het
door Koning Willem III werd gesticht, bij
zonder aantrekkelijk lijkt.
Vooral omdat in ons land geen authentieke
voorbeelden van baroktuinen meer aanwe
zig zijn, is de verleiding groot deze gele
genheid aan te grijpen en een ander even
uniek voorbeeld van de Nederlandse tuin
kunstgeschiedenis - een landschapspark
met een fraai boombestand - daaraan op te
offeren.
Enige argumenten zou ik willen aanvoeren,
waarom ernstig moet worden overwogen,
de restauratieplannen t.a.v. het park niet
door te laten gaan. In verband met het te
verwachten grote aantal museumbezoekers
zijn andere oplossingen denkbaar, b. v. in de
geest zoals Hugo Poortman o.a. bij het Kas
teel Middachten te werk is gegaan.
Historische betekenis
Bij het begrip restauratie gaat het allereerst
om de handhaving van de oorspronkelijk-
heidswaarde van een gebouw en zijn omge
ving zoals het door de mens werd gesticht,
bewoond, beleefd en gewijzigd.
De historische betekenis van het park ligt
vooral ook in zijn twee eeuwen ontwikke
ling en in de geschiedschrijving van zijn
bewoners m.b.t. hun omgeving.
Wanneer de baroktuin door de latere bewo
ners zou zijn gehandhaafd, zouden we thans
met evenveel recht op een juiste geschied
schrijving een omwerking in landschapstijl
kunnen bestrijden.
De geschiedenis wordt in haar authenticiteit
geweld aangedaan als we haar niet ook als
106
een proces kunnen aanvaarden en vooral
t.a.v. de natuurlijke aspecten, die hierbij
zo'n grote rol spelen als „organisch ge
groeid" kunnen beschouwen en waarderen.
De verandering van baroktuin in een land
schapspark is daarom van grote authentie
ke, historische betekenis.
Bij de gedachten aan restauratie dienen de
normen tot ingrijpen in de levende natuur
(product van natuurlijke ontwikkeling) en in
gebouwen (product van mensen) apart
beoordeeld te worden.
Het meest typische kenmerk van de (mense
lijke) geest, die in de baroktuin tot uiting
komt, is het abstraheren van de natuurlijke
omgeving tot een statische, onveranderlij
ke, dit is een „versteende" buitenwereld.
Het brengt bijna onoverkomelijke, arbeids
intensieve onderhoudsbezigheden met zich
mede. Dit onderhoud, gericht op het in
standhouden van zo'n groot stuk versteende
buitenruimte moet wel haast een onmense
lijke, frustrerende taak zijn.
Zolang het gaat om de authenticiteit van
bewaard gebleven tuinen, zoals Versailles,
Vaux le Vicomte in Frankrijk, een Herren-
hausen in Hannover of van de kleinere re-
naissancetuinen, zoals Gamberraia, Villa
d'Este, Middachten, Weldam, is het pro
bleem van de beteugeling van het opdringen
van de natuurlijke vegetatie cultuurhisto
risch nog begrijpelijk en aannemelijk te ma
ken.
Een gang in het paleis
Verschil
Het kenmerkende verschil is, dat de renais-
sancetuin, ook werkelijk een tuin, een be
trekkelijke kleine omsloten ruimte is geble
ven. Daarentegen is de baroktuin feitelijk
geen tuin meer, omdat de natuurbeheer-
sende mens hier op grote schaal blijk heeft
willen geven hele landschappen aan zijn
wensbeeld te kunnen onderwerpen. Veelal
worden renaissancetuinen en baroktuinen
door hun uiterlijke overeenkomsten ten on-
Deel van opgegraven muur