Brief
Al eerder heeft prof. Temminck Groll zijn
stem tegen de voorgenomen plannen verhe
ven. Zo schreef hij al een jaar geleden een
uitvoerige brief aan de minister van
CRM waarin hij o.m. een vergelijking
De (kleine) eetzaal trekt met de restauratie van het Slot van
Prof. T.Gr.: „Als enige restauratie
hoogleraar in ons land ga ik in mijn werk
dagelijks om met de generatie die het straks
moet doen. Ik ervaar wat de jonge generatie
van restauratie-architecten wil en het is
daarom jammer dat men ons hier nooit
eens heeft geraadpleegd bij het opzetten
van de restauratie-plannen voor Het Loo.
De conserverende visie is niet voldoende
aan bod gekomen. Alleen na een onderzoek
van de alternatieven is een goede beslissing
mogelijk. Men moet ervan uitgaan, dat het
paleis, zoals het er thans staat, in verschil
lende fasen tót stand is gekomen. Ik zou er
voor voelen, zoveel mogelijk te behouden;
zelfs - als depót - de vierde verdieping (die
in het plan wordt afgebroken), en eveneens
de balzaal; die heel goed als een theezaal -
gezien het vele publiek dat men verwacht -
zou kunnen functioneren.
De restauratieplannen zijn met te weinig
discussie in de wereld van het restaureren
tot stand gekomen, hoe nauwkeurig er ook
aan is gewerkt. De onderzoekingen zijn
nooit gepubliceerd; commentaar was dus
niet mogelijk. Ik ben bang, dat volgens de
huidige plannen Het Loo te esthetisch, te
mooi wordt. Je moet ook kunnen zien wat
voor alledaagse dingen de bewoners om
zich heen hebben gehad. Ook lelijke dingen
kunnen hun waarde hebben, evenals de vi
sie die latere mensen op een voor hen lig
gende fase in de geschiedenis hebben ge
had. In samenhang met deze visie hoort ook
de pleisterlaag gehandhaafd te blijven."
Zeist. In dit zorgvuldig gerestaureerde slot,
zo schreef de Delftse hoogleraar, bezitten
we een prachtig voorbeeld van de monu
mentale laat 17e-eeuwse architectuur uit de
kring van de Koning-Stadhouder. De histo
rie van de late 18e t/m het midden van de
20e eeuw was bij dit gebouw weinig interes
sant, het teruggaan naar de eerste fase was
daar dan ook een begrijpelijke keuze. Op
Het Loo heeft zich in die periode een stuk
geschiedenis afgespeeld van nationale im
portantie, èn gebouw èn park laten dat zien.
Men proeft de authenticiteit, het gebruikt en
geliefd zijn van de huidige totaliteit.
Evenzeer als teruggaan naar een vroegere
fase van een gebouw in een bepaalde situa
tie bij een restauratie aantrekkelijk kan zijn,
kan reconstructie van een vroegere fase van
een park, daar waar geen waardevolle latere
aanleg aanwezig is, zeer aantrekkelijk zijn
(bij voorbeeld in een situatie als Heemstede
bij Houten 2). Hier echter is een bijzonder
mooie latere aanleg, die nog generaties lang
in stand kan worden gehouden, aanwezig,
waarvan in geval van reconstructie van het
oude park weliswaar belangrijke randgebie
den bewaard zouden blijven, maar deze
zouden geheel hun logische samenhang ver
liezen en daardoor hun effect.
Toneeldecor-effect
In een tweede brief aan de minister trok
prof. Temminck Groll o.m. een vergelij
king met de restauratie van het Oude Hof in
Den Haag (het paleis aan het Noordeinde):
het in hoge mate terugbrengen van een
vroegere toestand blijkt dan weerstand op te
roepen; het resultaat heeft een toneeldecor-
achtig effect en onbewust wordt dat, zeker
door jongeren, als „onecht" ervaren. Prof.
Temminck Groll schrijft dan o.m. verder: In
het algemeen, en in andere landen veelal in
nog sterkere mate, wordt al sinds de jaren
'20 van deze eeuw bij restauraties meer en
meer gestreefd naar het laten zien van de
geschiedenis van een gebouw, zeker wan
neer er in verschillende periodes interes
sante wijzigingen zijn aangebracht, wijzi
gingen die niet zonder meer als verminkin
gen kunnen worden afgedaan.
Als er ergens redenen zijn om de geschiede
nis te laten meespreken is het wel hier (Het
Loo). Het gebouw wordt nl. het museum
van de relatie tussen Nederland en het Huis
van Oranje-Nassau. Wat is dan een beter
„eerste museum-stuk" dan het gebouw,
zoals het door leden van opvolgende genera
ties van het geslacht is gebruikt? Er zijn -
vele - wijzigingen, die zij zelf hebben laten
aanbrengen. Er zijn ook wijzigingen, die
niet op hun verzoek zijn aangebracht, maar
daardoor juist weer typerend zijn voor de
geschiedenis van het land. Dat zijn de ver
anderingen onder Lodewijk Napoleon -
waar in feite koning Willem I op voortbor
duurt, en dat is de verandering onder Peters,
die door koningin Wilhelmina niet gewenst
werd. Net in die jaren vóór de eerste wereld
oorlog kon Nederland zich nog zo'n natie
van importantie voelen, dat de regering
meende haar staatshoofd een statiger resi
dentie te moeten opdringen!
Te mooi
Gezien tegen de functie die het paleis krijgt,
vrees ik ernstig dat de aankleding te
„mooi" zal worden, en daardoor het pu
bliek een verkeerd beeld geven.
En tenslotte: Ook in esthetisch opzicht zal
m.i. een „geconserveerd" Loo-met land
schapspark - zeker waardering vinden,
zoals het nu doet. Misschien minder bij de
deskundigen die weten „hoe het was" en
hoe stijlvormen zich ontwikkelden en die tot
nu toe eigenlijk de enigen waren die zich
serieus met deze zaak bezig hielden, maar
de minder-deskundige zal de huidige vorm
minstens evenzeer waarderen.
v.d.W.
1. De in de beantwoording gegeven argumen
tatie vindt men deels in het nadien gepubli
ceerde, in de vorige nummers van dit blad
aangehaalde, boek van ir. J. B. baron van
Asbeck en mej. drs. A. M. L. E. Erkelens;
voorts in een binnenkort te verschijnen artikel
in het Bulletin van de K.N.O.B.
2. Meermalen is op het belang van deze aanleg
gewezen door jhr. dr. H. W. M. van der
Wjjck, o.m. in het Bulletin van de K.N.O.B.,
1973 p.13
105