Rijksmuseum kan rijksmuseum paleis Het
Loo een der boeiendste en drukst bezochte
musea in Nederland worden, mits de thans
aan het oog onttrokken schoonheid van de
architectuur en de aanleg van de lusthof
door ontmanteling weer onthuld wordt. Een
nieuw aspect van het verleden waar iedere
bezoeker straks gelukkig mee zal zijn.
Van paleis tot museum
In het restauratieplan wordt de bezoekers
stroom goed opgevangen in een centrale
vestibule met stenen vloer en van daaruit
goed gedistribueerd ten dele naar het mu
seum, ten dele naar de tuin. In een conser
veringsplan is geen ontvangst van duizen
den per dag mogelijk in de centrale vestibu
le, daar deze ruimte thans is ingericht als
salon met parketvloer, tapijt en kostbare
meubels. Ook het onderhuis zou als entree
weinig soelaas bieden omdat volgens de
conserveringsgedachte de oorspronkelijke
verbinding met de tuin niet hersteld zou
mogen worden (een pakket zand van ruim
1,5 m hoogte barricadeert de aanwezige
toegang naar het park).
Museaal biedt het conserveringsplan geen
oplossing voor een goed gebruik van het
bestaande gebouw dat 26% groter is dan het
gebouw volgens het restauratieplan. De
tweede en derde verdieping van het Corps
de logis zijn voor het publiek niet toeganke
lijk, de grote balzaal is museaal een on
bruikbare ruimte. Het 26% grotere wit ge
pleisterde gebouw is aanmerkelijk duurder
in onderhoud en exploitatie (schilderwerk,
stookkosten, dagelijks onderhoud).
Bij de conserveringsgedachte past de im
mobiliteit, de gebruiksgeschiedenis preva
leert, de „glazen stolp" over het bestaande
is in zekere zin het hoogste ideaal. Voor Het
Loo betekent dit dat dan vrijwel uitsluitend
de herinnering levendig gehouden zou kun
nen worden aan de wijze waarop Koningin
Wilhelmina het paleis bewoonde. Een ove
rigens misleidende herinnering, omdat deze
vorstin gekant was tegen de verminking die
het gebouw tijdens haar regering onderging.
Nog afgezien van de onmogelijkheid om de
sfeer van het paleis anno 1962 te herstellen
zou het museaal een grote teleurstelling
worden en tenslotte een negatie van de op
dracht waarin gesteld wordt dat Het Loo een
museum moet worden dat de herinnering
levendig houdt aan de wijze waarop de ver
schillende vorsten van het Huis Oranje Nas
sau dit paleis in het verleden hebben be
woond. Het Loo met zijn rijk historisch ver
leden dient in de gerestaureerde staat een
hommage te worden aan de gehele dynastie.
Het gebruik van de tuin
De oorspronkelijke tuin, direct grenzend
aan het paleis is in wezen geen tuin maar een
102
„buitenzaal", een gebouwde buitenruimte
bestaande uit terrassen, taluds, hoge en lage
muren, balustrades, bassins, bordestrappen
en brede paden. In dit werk dat straks wordt
uitgevoerd liggen acht vierkante parterres.
De broderie figuren in deze parterres wor
den voornamelijk met natuursteenslag en
gebakken steenslag uitgevoerd. Gras,
vormboompjes en buxushagen met bloem-
randen vormen het weinige levende mate
riaal. Bij een bezoek van duizenden mensen
per dag zijn de brede paden en terrassen van
de formele tuinaanleg onmisbaar. Volgens
berekeningen uit het buitenland kan Het
Loo per dag 5 a 6 duizend bezoekers in de
Nederlandse tuin
Dat Het Loo in alle buitenlandse standaard
werken over tuingeschiedenis voorkomt
dankt het. uitsluitend aan het feit dat zijn tuin
met waterwerken geen weerga had. Het is
geen pur sang Franse tuin, het is geen le
Nötre tuin, het is voor de buitenlander een
Nederlands exemplaar van een formele
tuinaanleg. Met de tekeningen, de beschrij
ving en de vondsten die wij van deze tuin
bezitten, zou het niet alleen uit cultuurhisto
rische en educatieve overwegingen onver
antwoord zijn, maar ook uit gebruiksover-
wegingen zou het volstrekt onlogisch zijn
om deze tuin niet te herstellen. Tenslotte
tuin verwerken. Bij een formele aanleg ziet
aan het einde van de dag de tuin eruit als bij
de aanvang. De thans aanwezige grasmat
zou bij conservering deze bezoekersstroom
dag in dag uit niet kunnen verwerken. „De
toegangen tot de tuin zou ik moeten slui
ten", aldus de directeur; het onderhoud
wordt onuitvoerbaar.
gras, water,
paden,
broderies
Bij restauratie:
formele tuin 33.000 m2
19.000 m2
Bij conservering:
landschapstuin 2.300 m2
49.700 m2
In de aanleg van het geheel is de formeel
aangelegde benedentuin de meest represen
tatieve ruimte. In het restauratieplan is deze
ruimte als hoogtepunt van de gehele aanleg
niet te missen. Essentieel in het restauratie
plan is voorts het weer vrijleggen van de
basis van de achtergevel van het paleis, het
herstel van de bordestrap en de recht
streekse verbinding met het onderhuis (nog
aanwezig onder het zand).
De hal die in haar oorspronkelijke staat
moet worden teruggebracht.
wordt deze tuin' het belangrijkste concentra
tiepunt voor het publidk (honderden bezoe
kers kunnen hier zitten en uitrusten). Wat
kan men nu beter hebben, de bezoekers
stroom op een harmonische wijze geconcen
treerd in een tuin die I van het park beslaat
en het park zelf spaart, of duizenden bezoe
kers die over het gehele park uitzwermen.
Het maken van concentratiepunten voor het
publiek bij natuurgebieden is een algemeen
aanvaard beginsel.
Bouwgeschiedenis
Bij iedere restauratie is de bestaande toe
stand een belangrijk gegeven. Bij het ont
werpen van de restauratieplannen is groot
belang gehecht aan de bouwgeschiedenis,
hetgeen moge blijken uit het in de jaren
1971 tot 1975 gehouden uitvoerige histori
sche en bouwkundig onderzoek. De oor
spronkelijke toestand van het paleis is op
grote schaal aanwezig, slechts aan het oog
onttrokken door witkalk en aanbouw of een
later aangebracht plafond zonder architec-