TFT tumtim Volledige afwezigheid van visuele verschei denheid in deze nieuwbouw smoort de so ciale verscheidenheid in de kiem. Meer financiële middelen voor: - renovatie van woningwetwoningen; - de aankoop van particuliere huurwonin gen en daarna uitgifte via collectief be heer; - infrastructuur t.b.v. langzaam verkeer en openbaar vervoer. Minder financiële middelen voor: - het opknappen van dure monumenten woningen; - reconstructieplannen die niet primair ge richt zijn op verbetering van de woon functie; - infrastructuur t.b.v. het autoverkeer. Kalks ideeën spreken bij voorbeeld ook dui delijk uit twee andere stellingen van zijn hand: „Beleid richten op verdichten van het bestaande stedelijk patroon (-)" en „De verscheidenheid in het woonmilieu met name bevorderen in stadsvernieuwingsge bieden, nieuwe arbeiderswijken en verou derde middenstandsgebieden door het scheppen van benodigde voorzieningen." Een vermindering van verscheidenheid, verschraling, in de functies van de straat zijn door Vorstman uiteengezet in zijn artikel; „De straat is dood, leve de straat!" Helaas is de straat alleen nog maar een mid del waarlangs men zich verplaatst. Men is vergeten dat de straat het bindend element is om een woon(slaap)wijk en een kantoorwijk een stedelijk karakter te geven. Vorstman spreekt van een ontaarde straat, omdat zij door haar eenzijdige functie de maatschap pelijke activiteiten uiteen doet vallen, in plaats van te bundelen en daardoor te stimu leren. Functiescheiding, schaalvergroting van de massa's en de tussenruimten, de gelijkvor migheid daarvan, de afwezigheid van her kenbare en identificeerbare elementen, het bewust vermijden van „overtollige" detail leringen, saaie en strakke contouren, een vormig materiaalgebruik, enz. hebben het proces van vervreemding ook voor de tuin stadbewoner in zijn woon- en werkomge ving in de hand gewerkt (Vorstman). Geheel hieropaan sluit de inleiding van Vis ser en Schepel over de woonerven of leef- straten. Het woonerf wordt door hen om schreven als „een gebied voor voetgangers, spelende kinderen, en rijverkeer, waar dui delijk is dat het rijverkeer een onderge schikte positie heeft." Een oplossing voor een gedeelte van het verkeersprobleem in de stadscentra, name lijk de bevoorrading van winkels, werd zeer concreet, doch nog niet tot in alle details uitgewerkt door de Amsterdamse groep De trek naar de stad dwong tot explosieve uitbreiding met uniforme wensen; verschei denheid paste niet in het beeld en niet in de beurs. „Maskers Af!" Deze groep is pleitbezorg ster van een systeem van mini- vrachtvervoer in de binnensteden. Zulk mini-vervoer, opererend vanuit overslag centra aan de rand van de stad, voegt zich gemakkelijk in het stedelijk verkeer en is niet hinderlijk voor voetgangers en wielrij ders. Bovendien kon deze vorm van bevoor rading voor de kleine middenstander, „het winkeltje op de hoek" wel eens een zaak van levensbelang zijn. En die winkel op de hoek is weer van belang voor de verschei denheid van de buurt - visueel maar ook sociaal. Variatie nodig Eén van de conclusies op de inleidingen, zoals afgedrukt in „Plan" luidt: Verschei denheid in het stedelijk milieu is nodig om een voorde hand liggende reden: menselijke behoeften verschillen nu eenmaal van tijd tot tijd en van plaats tot plaats. Bevrediging van deze behoeften uitsluitend volgens het beginsel van massaproduktie, standaardise ring en uniformering leidt automatisch tot verschraling en verarming, tot het niet- bevredigen van elementaire behoeften tot onleefbaarheid en onveiligheid. Steffen komt in zijn artikel, „Psychologi sche aspecten van complexiteit" na behan deling van een tiental details tot de volgende samenvatting: „Een positieve aangename beleving van de woonomgeving kan worden verwacht bij onder meer de volgende condities: ruime, open opzet, fantasierijke ligging; duur royaal aanzicht; nieuwe moderne visuele verschijning; afwisselend wegenpatroon, verscheidenheid van woningtypen, varië rende, min of meer complexe gevelstruc tuur; oorspronkelijke, ongewone, opval lende elementen, verrassingseffecten, complexiteit in functie en aanblik door con trasten; overzichtelijke indeling, duidelijke structuur, herkenningstekens voorde oriën tatie; evenwicht tussen de verticale en hori zontale afmetingen; gezond fysiek uiterlijk, groene ruimten, schone straten, weinig doorgaand verkeer; voldoende afstand tus sen woonblokken in verband met uitzicht, geen inkijk, zon- en lichttoetreding; naast brede en rechte straten ook smalle en boch tige straten; luxueuze uitvoering, woon comfort, weinig geluidshinder, aanpas baarheid, beschutting, privacy, eigen ter rein, uitzicht; bewegingsvrijheid, regel baarheid van contacten, meer plekken voor informele en toevallige ontmoetingen dan gedwongen contacten. Veel van de genoemde positieve kwaliteiten betreffende de verscheidenheid, de ruimte lijke opzet, de natuurlijke groenelementen etc. zijn aanwezig in zowel oudere als recent gebouwde wijken. Een voorbeeld van de eerste is het Agnetapark te Delft, een voor beeld van de tweede is de nieuwbouwwijk De Maten in Apeldoorn." De aangehaalde citaten zijn afkomstig uit „Plan" van maart 1976 en uit een speciale studiemap van de Vereniging Milieu Defen sie. Een vervolg van de discussie stond o.a. in het april-nummer van „Plan". Wij hopen dat de discussie hiermede niet gesloten zal zijn, maar dat deze discussie een aanzet zal zijn tot een herwaardering van de verschei denheid in het stedelijk milieu. Een her waardering niet alleen bij de overheid, niet alleen bij bouwers maar ook bij projectont wikkelaars en verkeersdeskundigen. L. O. 85

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 15