Verscheidenheid
in het stedelijk milieu
lL
Onder deze titel werd in november 1975
door de Vereniging Milieu Defensie op
ruime schaal een artikel verspreid, dat
werd geschreven door Erik van der Hoe
ven, medewerker van de Vereniging Mi
lieu Defensie, en Henk Bakker, redacteur
van het tijdschrift voor ontwerp en om
geving ,,Plan". Bedoeling was een aanzet
te geven tot discussie en documentatie
voor een studiedag, welke de Vereniging
Milieu Defensie organiseerde en te Lei
den plaatsvond.
de documentatie bijdragen op te nemen,
welke elkaar grotendeels overlappen. He
laas was het gevolg wel, dat inzendingen
van behoorlijk gehalte af moesten vallen;
een probleem dat zich hoofdzakelijk voor
deed bij de meer algemene beschouwingen.
In totaal werden 21 inzendingen ontvangen.
Over het geheel genomen had de jury ho
gere verwachtingen gehad voor wat betreft
het aantal en het gehalte van de inzendin
gen. Uit de inzendingen werden er 7 gese
lecteerd, terwijl er door de redactie van
De lezers werd verzocht naar aanleiding van
het „aanzet-artikel" te reageren en hun bij
dragen te zenden aan de Vereniging Milieu
Defensie (VMD). Daartoe kon men het
aanzet-artikel zowel als geheel beschouwen
als ingaan op details en deze verder uitwer
ken. Het artikel is eveneens gepubliceerd in
het tijdschriftplan, nummer 3, maart 1976.
Ter beoordeling van de ingezonden bijdra
gen was een jury samengesteld, welke ten
behoeve van de studie-documentatie uit de
inzendingen een keuze zou maken. De jury
bestond uit prof. dr. J. G. Lambooij, hoog
leraar economische geografie aan de Uni
versiteit van Amsterdam, Ben Eerhart, do
cent aan de Academie van Bouwkunst te
Amsterdam en redacteur van het tijdschrift
,,wonen/TABK", Steven Schepel, student
bouwkunde aan de Technische Hogeschool
te Delft, terwijl de beide auteurs van het
aanzet-artikel aan de jury waren toege
voegd.
Bij de beoordeling werd niet alleen gelet op
de kwaliteit van iedere inzending afzonder
lijk, maar ook op hun onderlinge samen
hang. De jury vond het niet raadzaam om in
84
««ÏÏÏÏjft
«"«WWW ulfff
mun
Visuele verscheidenheid dwingt tot kijken en
geeft de straat verscheiden functies.
„Plan" nog 3 aan werden toegevoegd, ter
completering van de documentatie.
Dat niet alleen een visuele verscheidenheid
bij de bestudering in ogenschouw genomen
diende te worden, bleek duidelijk uit de
samenstelling der ingezonden bijdragen.
Door verkeerstechnische, sociale en eco
nomisch getinte bijdragen was alleen al het
studiepakket één en al verscheidenheid. De
ontvolking, het verkeer, de wijze van be
bouwen en de schaalvergroting in de steden
kwamen onder andere aan de orde in de
inleiding van Den Draak: „Veelvormigheid
en grenzen van de verscheidenheid in het
stedelijk milieu."
Enkele inleiders gingen in op de taak van de
overheid; werd door de ene auteur getwij
feld aan de mogelijkheden van een overheid
om een beleid te voeren in de richting van
een verscheiden stedelijk milieu (Van der
Hoeven en Bakker) een ander ging juist in
op haar duidelijke taken bij het tegengaan
van een verschraling in de stadscentra
(Kalk).
Tot op ministerieel niveau wordt de nood
zaak van een verscheiden stedelijk milieu
onderstreept. Het beleid achter deze
„broodnodige variatie" vloeit echter uit de
pennen van het „neutrale" ambtelijke appa
raat, dat tot voor kort nog de kaalslag pre
dikte. Men mag vrezen dat dit apparaat in
zijn logheid de schaalvergroting even traag
tot stilstand brengt, als hij haar op gang
heeft gebracht (Van der Hoeven en Bakker).
Verdeling middelen
„Verscheidenheid is een maatschappelijk
probleem, dat politiek zou moeten worden
aangepakt" is een stelling waarmee Kalk
zijn „Pleidooi voor grotere dichtheid en
minder ongelijkheid in het stedelijk milieu"
besluit. Concreet komt Kalk met de vol
gende voorstellen:
Verscheidenheid groeit in de loop der tij
den; ook nieuwbouw kan daar uitstekend op
aansluiten.