Van paleis tot museum (II) Het regeringsbesluit (uit 1969) om het pa leis Het Loo bij Apeldoorn tot museum te bestemmen, betekent een belangrijke in greep in het gebouw, In ons april-nummer hebben we daarover al het een en ander verteld, maar lieten het interieur daarbij gro tendeels onbesproken. Daarover nu in dit tweede artikel, waarbij we wederom de ge gevens ontlenen aan-het boekje van ir. J. B. van Asbeck. Om zowel de woon-functie van het histori sche paleis zo goed mogelijk tot uiting te laten komen als om het feit, dat sinds de koning-stadhouder Willem III alle rege rende leden van het Oranjehuis Het Loo hebben bewoond, zullen in het hoofdge bouw en de daaraan grenzende paviljoens, aan elk van hen één of meer vertrekken worden gewijd. In de oostelijke vleugel zul len niet alleen portretten van de leden van het Oranjehuis en het Huis van Nassau, die vóór de koning-stadhouder leefden, worden tentoongesteld, maar ook documenten en kleine objecten, zoals zilver, porselein, aardewerk, penningen, archivalia e.d., waarvoor het hoofdgebouw minder geschikt is. De westelijke vleugel zal worden inge richt voor wisselende tentoonstellingen. Daar komen ook ontvangstruimten en een restaurant. Een en ander betekent, dat er nogal wat technische voorzieningen zullen moeten worden getroffen: In aanmerking nemende, dat er al sinds jaren een groot aantal bezoekers naar Het Loo komt - in het afgelopen jaar meer dan 200.000 - is het streven er op gericht, er een levendig geheel van te maken, een herinnering wekkend aan de levendigheid die er ook in de 17e en 18e eeuw heerste. Het Loo heeft altijd grote aantrekkings kracht uitgeoefend. Vóór plm. 1800 kon iedereen het paleis en het park bezoeken. Daarin is in de loop van de vorige eeuw verandering gekomen. Toen werden meer en meer bezoekers geweerd. Het interieur Het interieur zal een beeld geven van de inrichting van het paleis ten tijde van de verschillende bewoners. Aangezien som mige vertrekken, vooral die gelegen aan de westzijde, door bijna alle vorsten zijn be woond, bleek het noodzakelijk ten aanzien van het historisch gebruik, bij de restaura tie, kleine concessies te doen. Niettemin zal te zijner tijd de museumbezoeker een route volgen die zoveel mogelijk de chronologie aanhoudt. De herinrichting wordt mogelijk doordat Koningin Juliana de benodigde meubels en objecten in bruikleen heeft gegeven aan het museum. Hierdoor kunnen, met behulp van de gegevens waarover men door oude in ventarissen, beschrijvingen, prenten en in sommige gevallen foto's beschikt, de oude interieurs gereconstrueerd worden. Daarbij doet zich wel de moeilijkheid voor, dat voor het inrichten van de vertrekken van vóór 1795, niet kan worden teruggevallen op het meubilair van de stadhouderlijke familie, dat namelijk door de Bataafse Republiek werd verkocht. De meubels voor deze ver trekken zullen voornamelijk door aankoop moeten worden verkregen. Een gunstige 1Diana met attributen van de jacht in het tympaan boven de ingang. omstandigheid is daarentegen, dat de gehele collectie van het Oranje-Nassau-Museum, thans gevestigd in het Prinsenhof te Delft, in bruikleen aan het museum Het Loo zal wor den afgestaan. De omstreeks de laatste eeuwwisseling aan gebrachte betimmeringen en schilderingen blijven gehandhaafd, al zullen wel enkele worden verplaatst. Dat zal o.a. het geval zijn bij de entree. Deze ruimte is door toe voegingen en veranderingen in plaats van een vestibule een salon geworden. Hierdoor is de gehele conceptie van het middenge deelte van het corps de logis, waarbij men na de eenvoudige hal, langs de monumen tale trap tenslotte in het belangrijkste ver trek, de rijk gedecoreerde grote zaal kwam, verloren gegaan. Voor een juist begrip van het (oorspronkelijke) gebouw zal de vroe gere entree daarom in ere worden hersteld. De tegenwoordige salonachtige afwerking van de vestibule, dat wil zeggen betimme ring, vloer en plafond zal in de westvleugel aan de Koningslaan worden geplaatst. De schilderingen door Fabri aangebracht in het trappehuis als reconstructies van de 17e- eeuwse decoratie zullen echter gehandhaafd blijven. Getracht zal worden door ontspie- geling van de vernis zoveel mogelijk het effect van de oorspronkelijke muurschilde ringen te benaderen. Door amovering van de grote balzaal wordt het mogelijk de oude indeling van de ooste lijke paviljoens te herstellen. De kleine eet zaal zal naar de oude plaats worden terug gebracht. Ook de galerij of grote eetzaal zal worden hersteld. Indeling De slaapkamers van Willem III en Mary 81

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 11