Heemschut
De kogel
'Jaargang 53 no. 3 - 1976
Maandelijkse uitgave
van de Bond Heemschut
Opgericht 1911
Beschermvrouwe
H.M. Koningin Juliana
Eindredacteur:
J.E. van der Wielen
Redacteur: G. Woudsma
Vormgeving en lay-out:
Henk Heynis
Alle correspondentie betreffende de
redactie van het blad, richte men tot
het secretariaat van de Bond Heem
schut:
Korenmetershuis, N.Z. Kolk 28,
Postbus 10525 - Postgiro 124326
Amsterdam 1, tel. 22 52 92
Alle correspondentie betreffende ad
vertenties: B.V. 't Koggeschip,
drukkers- en uitgeversbedrijf,
Nieuwe. Achtergracht 104, Postbus
1198, Amsterdam 4, tel. 22 97 21
In dit nummer:
Spinozahuis in Den Haag pag. 44
Een machtig werk pag. 47
Auco Wigboldus pag. 51
Heemschut in actie pag. 56
Foto omslag
Bedoening om beuk in Amsterdam.
Zie pag. 43.
SISO 700.3 - UDC 351 .853
Wie zich bezighoudt met het behoud van en
de zorg voor monumenten krijgt nogal eens
de vraag te horen of het nu werkelijk de
moeite waard is zich voor een bepaald oud
pand in te zetten. Soms is zo'n pand in
ernstig vervallen staat. In het beste geval
gaat het om een pand, dat sterk is verwaar
loosd of dat in de loop van de tijd zoveel
veranderingen heeft ondergaan, dat het ori
gineel nauwelijks meer te herkennen valt.
De vraag is begrijpelijk en vooral de eige
naar zal dikwijls weinig bereid blijken z'n
vervallen bezit tot beschermd monument te
laten verklaren. Men kan dat zo'n eigenaar
vaak niet kwalijk nemen, in het bijzonder
niet als hij onbekend is met de cultuur
historische betekenis van zijn pand, dat op
zichzelf kan staan, maar ook deel kan uit
maken van een stukje stedebouwkundig ge
heel. En wanneer we van „stedebouwkun
dig" spreken, dan dient daarbij natuurlijk
ook aan het dorpsgezicht te worden ge
dacht.
Het is de taak van de Monumentenraad en
van de Rijksdienst voor de Monumenten
zorg na te gaan of een „vervallen" pand
toch voor plaatsing op de ontwerplijst van
beschermde monumenten in aanmerking
moet worden gebracht. De Bond Heem
schut zal in vele gevallen het eerst alarm
slaan, dank zij zijn net van correspondenten,
de provinciale commissies en zijn techni
sche adviseurs. Bovendien is het verheu
gend, dat er in toenemende mate gemeente
bestuurders worden gevonden met begrip
voor het behoud van ons cultureel erfgoed.
Het zijn echter dikwijls juist die gemeente
bestuurders, die zich voor grote moeilijkhe
den geplaatst zien. Zij worden geconfron
teerd met vraagstukken als stads- en dorps
vernieuwing en met verkeersproblemen.
Een keus maken is lang niet altijd gemakke
lijk. Zij moeten allerlei belangen tegen el
kaar afwegen. Een advies van de Bond
Heemschut kan daarbij vaak van nut zijn.
De grootste moeilijkheden doen zich voor
met niet-geregistreerde, niet op de monu
mentenlijst voorkomende panden. Intussen
hebben verscheidene gemeenten reeds een
eigen monumentenlijst als aanvulling op de
rijkslijst ingesteld. De gemeentebesturen
kunnen overigens ook op andere wijze be
schermende maatregelen nemen, zoals via
een aanpassing van de bouwverordening en
bestemmingsplannen, waardoor zeker indi
rect bescherming kan worden bereikt. De
Bond Heemschut heeft hierover juist een
overzicht van maatregelen samengesteld,
dat aan een aantal daarvoor in aanmerking
komende gemeenten zal worden toegezon
den.
Is er geen enkele rechtsmogelijkheid tot be
scherming, dan kan sloop niet worden ge
weigerd, al zal de Bond Heemschut in der
gelijke gevallen nog wel een poging tot be
houd doen. Valt er aan sloop niet te ontko
men, dan is dat een trieste zaak. Dan komt
de bulldozer of de loden kogel op het toneel
en in de kortste tellen rijden containers af en
aan om het puin te ruimen. Wie regelmatig
in ons tijdschrift de rubriek Heemschut in
actie leest, is met dit verschijnsel bekend.
Het is o.i. echter goed er ook op deze plaats
nog eens de aandacht op te vestigen, be
doeld als waarschuwing aan allen die het
wel menen met monumentenzorg. Zij kun
nen het verlies van een monument(je) nog
wel eens voorkomen indien zij onze bond
tijdig in kennis stellen van dreigend gevaar.
Maar zoals we hiervoor opmerkten, helaas
kan sloop niet steeds worden voorkomen. In
de laatste tijd signaleerden we gevallen in
Goudriaan, in Wijchen; we vroegen aan
dacht voor het sluisje in Assen, voor een
boerderij, voor een Schiedams hofje.
En nu dreigt er weer gevaar voor een onmis
kenbaar monument, dat gelukkig wèl be
schermd is: het z.g. paviljoen Von Wied aan
de zeekant van Scheveningen. Het is eigen
dom van de sociëteit „De Witte", die, blij
kens berichten in de pers, met exploitatie
moeilijkheden te kampen zou hebben. Het
paviljoen, dat dit jaar 150 jaar bestaat, is
indertijd in opdracht van koning Willem I
voor z'n echtgenote gebouwd. Het dankt
echter z'n naam aan prinses Marie (dochter
van prins Frederik) die gehuwd was met de
vorst Von Wied. In 1911 kwam het in parti- 41