Oude
Hollandse
kerken
Onlangs verscheen in een van de dagbladen
een interview met een bekende zangeres,
die bij deze gelegenheid trots haar ver
bouwde boerderij toonde. In het interieur
waren gedeelten verwerkt van een doophek,
afkomstig uit een Noordhollands kerkje!
Hoewel onze kerkelijke monumenten met
hun inventaris bij de wet zijn beschermd, is
deze wet vrijwel machteloos als de eige
naar, de kerkvoogdij, niet in staat is de las
ten van het onderhoud te dragen, laat staan
bij te dragen in de kosten van restauratie.
Bestemmingsverlies tengevolge van ont
kerkelijking of ontvolking is hier meestal
aan voorafgegaan. Het kerkgebouw wordt
gesloten en onderhoud blijft achterwege.
Koperwerk en meubilair worden vaak ver
kocht of bij particulieren ondergebracht,
waardoor het uit het gezicht verdwijnt.
In gevallen waar nog wel regelmatig ge
bruik wordt gemaakt van het kerkgebouw,
moet de kerkvoogdij kiezen tussen het in
standhouden van de predikantsplaats of het
kerkgebouw, waar dan begrijpelijkerwijs
voor het eerste wordt gekozen.
Een radicale oplossing, zoals in Rusland,
waar onlangs de kathedraal van Novgorod
door de Staat buiten gebruik werd gesteld en
na restauratie als museum is gaan functione
ren, is in Nederland onmogelijk en onwen
selijk. Ten eerste zijn de kerkgebouwen hier
geen staatseigendom; de Rijksdienst voorde
Monumentenzorg heeft slechts een advise
rende taak. Ten tweede huldigt men in Ne
derland nog steeds het standpunt, dat de
beste bestemming voor een kerkgebouw de
oorspronkelijke is.
Niettemin lijkt hier de kern van het pro
bleem te liggen, want de bestemming van
een woonhuis of een stadsdeel ligt veel dui
delijker en raakt een bredere bevolkings
groep dan een bepaald kerkgenootschap.
Gelukkig is mede door het werk van de
Bond Heemschut overal het besef doorge
drongen, dat kerkgebouwen naast hun ge
bruiksfunctie ook een algemene functie
vervullen als onmisbare componenten in
stads- en dorpsbeeld, de laatste restjes indi
vidualiteit in onze gelijkvormige woonge-
12 meenschappen
Het kerkje van Lambertschaag: school
voorbeeld van ernstig verval, waartoe zelfs
de onbeholpen voorzieningen, zoals die in
wendig zijn getroffen, nog bijdragen. He
laas gaat het hier niet om een uitzonde
ring (foto Rijksdienst v. d. Monumenten
zorg)
Waar de kerkelijke gemeente in gebreke
moet blijven, staat nu een provinciale stich
ting gereed om initiatieven te nemen tot
behoud van de kerkelijke monumenten in
verval. De stichting neemt het gebouw met
lasten en al over, waarvoor het kerkbestuur
dan een afkoopsom betaalt. Vervolgens kan
de restauratie-procedure op gang worden
gebracht. Een dergelijke stichting is een
gemakkelijker gesprekspartner voor de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg dan
een kerkbestuur zonder enige restauratie
ervaring. Bovendien is een neutrale stich
ting beter in staat fondsen te werven en in
bredere kring belangstelling te wekken dan
een kerkelijke instelling. Een heel belang
rijk voordeel is verder, dat binnen het bezit
van de stichting de meest urgente restaura
ties voorrang kunnen krijgen, terwijl anders
restauraties worden aangevangen in volg
orde van aanvrage.
Gewetensbezwaren
Toch stuit de overdracht van een kerkge
bouw bij vele kerkbesturen nog op gewe
tensbezwaren. Hoe zal het gewijde gebouw
in de toekomst gebruikt gaan worden? Vele
generaties zijn tenslotte begraven in de
kerk.
Het is dan ook daarom dat de stichting in
haar statuten de bepaling heeft opgenomen,
dat het gebruik van de door haar verworven
kerkgebouwen zoveel mogelijk in overeen
stemming dient te zijn met de aard van het
gebouw. Bovendien kan het kerkbestuur
voorwaarden stellen bij de overname, zoals
rechtop huuri.v.m. kerkdiensten. Een door
de stichting te benoemen plaatselijke com
missie draagt zorg voor toezicht en beheer.
Het is nu al weer bijna een jaar geleden, dat
de Stichting Oude Hollandse Kerken werd
opgericht. Van alle tot nu toe opgerichte
provinciale stichtingen ziet zij zich mis
schien wel voor de zwaarste taak gesteld.
Juist in Zuid- en Noord-Holland is de ont
kerkelijking het grootst en staan door ont
volking van stadscentra en platteland velë
grote en kleine kerken ongebruikt. Nergens
ook zijn de kerkgebouwen zo kostbaar in
onderhoud als juist hier. De problemen van
Dordrecht, Den Haag, Leiden, Haarlem en
Amsterdam zijn genoegzaam bekend. En
wie kent niet de miserabele staat waarin de
kerkjes van het Noordhollandse platteland