Stadsherstel Woudrichem:
eerste fase is voltooid
schilder meer aan te pas. Maar deze
huizen, die vragen wat van je: precies
die kleuren, de oude kleuren die ze
vroeger ook gebruikten. Eerlijk, met
alle anderen die aan deze huizen ge
werkt hebben, heb ik het gevoel datje
vakman bent."
Ook dat is een facet van de aangepaste
nieuwbouw. Hij vereist een stuk vak
manschap dat, als men niet oppast in
dit land, verloren dreigt te gaan. Daar
zitten, zo blijkt bij de ,,nieuw"-bouw
in Woudrichem, de vaklui zelf hele
maal niet om te springen. Integendeel,
zij hebben veel plezier ervaren bij de
bouw van huizen die van binnen, als
daar om gevraagd werd, een open
keuken hebben maar van buiten (tot
en met het nummerbordje) de sfeer
ademen van een stadje, waarin de
mens alles kan behappen en zich thuis
kan voelen.
Architect Jan van der Eerden, die de
huizen bij het Arsenaal ontwierp: „Ik
durf gerust te stellen dat wij, mijn col
lega Gerard Prins en ik, zeer zorgvul
dig te werk zijn gegaan. Dat was de
opdracht natuurlijk ook. Maar het be
tekent wel, dat je je heel goed moet
kunnen inleven in de omgeving, tot in
details: zo van, dat past nu net wel en
dat past helemaal niet. Ikzelf ben
daarbij, voor de bouw bij het Arse
naal, uitgegaan van een oude tekening
van de schilder Koekoek. Die tekende
wat er eens stond, en ik heb gepro
beerd daarop aan te sluiten, in de con
touren en in de situering van de pan
den ten opzichte van elkaar. Zo stond
er op die oude tekening één groot
pand, bij mij is dat een dubbele wo
ning geworden."
Architect Gerard Prins, die niet de
huizen bij het Arsenaal maar de rest
ontwierp: „Er is gewerkt met oude
materialen, zoals de steen van een af
gebroken school, maar er zijn wél
moderne en leefbare huizen mee ge
maakt, met alles erop en eraan." Ze
ker ook in de hoek van de Landpoort-
straat en de Spieringstraat is het re
sultaat van dit uitgangspunt verbluf
fend: het is een zó aansprekend hoek
je, dat je je het maar moeilijk kunt
indenken dat daar „nieuwe" wonin
gen opgetrokken zijn. Zó echt alle
maal. In de smalle Spieringstraat vier
kleine bejaardenwoningen, daarach
ter een hofje dat één geheel vormt met
de andere huizen. En één huis, dat een
heel stuk naar binnen staat: het is een
afwisseling, die er nu net dat aan geeft
wat je zo graag ziet.
Aan de Hugo de Grootstraat komt de
„nieuw"-bouw nog weer anders op je
af. In deze straat is het effect ervan
misschien wel het sterkst. Er lag daar,
na afbraak van een school die veel
oude steen opleverde, aan één kant
een onooglijk gat. Aan de andere kant
staat een al eerder gebouwd stuk
strakke nieuwbouw, met veel glas.
Vooral glas. Verzucht iemand, die
met Woudrichem begaan is: „Had dat
flatgebouw, want zo noem ik het, er
maar niet gestaan. Dan had je, aange
past, van deze straat iets moois kun
nen maken. Ik wil natuurlijk niet zeg
gen dat, wat er nu gebouwd is, niet
mooi is, integendeel, het had helemaal
zo moeten worden".
Op de stoep van het hoekpand aan de
Hugo de Grootstraat, daar staan
Andries van Engelen en zyn vrouw.
Zij ontvangen uit handen van burge
meester L. M. Voster de sleutel van
hun nieuwe (aangepaste) woning, ten
teken dat het actievolle werk van
Heemschut echt zijn zin heeft gehad:
deze twee mensen zijn gelukkig met
hun huis, en daar ging (of gaat) het
Bwttï -k.