Boek
besprekingen
Langs de oude Zeeuwse kerken
Het Gelderse rivierengebied
Nederlandse monumenten in beeld
Noord- en Oost-Salland
Langs de oude Z uidhollandse kerken
Het boerenhuis in Nederland
Kathedralen en stadhuizen in België
onder redactie van JE. van der Wielen
Een enkele keer hebben we ons al moeten
verontschuldigen voor het feit, dat we met
onze besprekingen de steeds toenemende
stapel nieuwe boeken niet kunnen bijhou
den. Schrijvers en uitgevers zullen daarover
teleurgesteld zijn. We hebben daar alle be
grip voor, maar er is vooral in M 75 zóveel
op de markt gebracht, dat het ons niet moge
lijk was de uitgeversactiviteiten bij te hou
den. Ook de beperkte ruimte in ons blad
vormt nogal eens een beletsel om „bij" te
blijven met de boekbesprekingen. Voor
deze kroniek hebben we weer een aantal
exemplaren uit de stapel genomen; een wat
willekeurige keus. We zijn ons daarvan ten
volle bewust. Het zou de schijn van voor
keur kunnen wekken, maar dat is bepaald
niet onze bedoeling. We willen met deze
kroniek alleen maar belangstelling wekken,
een belangstelling die zeker bij onze lezers
aanwezig is en die we daarom willen helpen
als ze soms in de boekwinkel wat moeite
hebben wat van hun gading op het gebied
van monumenten e.d. te vinden.
Dit boekje lag al tussen de stapel, toen we de
Heemschutdagen meemaakten. Hadden we
het maar geweten, want dan hadden we er
zeker vóór ons bezoek kennis van genomen
Dit werkje maakt deel uit van een hele serie
over de oude kerken in ons land. Die van
Nisse en van Kapelle, die we in september
jl. bezochten, worden er, evenals een groot
aantal andere Zeeuwse kerken, gedetail
leerd in beschreven, geïllustreerd met goede
foto's en plattegronden. Auteurs zijn Clau-
dine Chavannes-Mazel, Irina Diakonoff,
Katie Heyning en Carel van Tuyll van Se-
rooskerken. Voor Zeeland-bezoekers meer
dan een goede gids. (Uitg. Bosch en Keu-
ning, Baam; 12,50)
H. van Heiningen is er in geslaagd over dit
gebied met vele aspecten, in kort bestek,
heel wat te vertellen. Het is logisch, dat hij
zijn boekje opent met een verhaal over dij
ken en rivieren. Verder passeren o.m. kas
telen en (slapende) stadjes de revue, maar
hij schenkt eveneens aandacht aan flora en
fauna. Van Heiningen vraagt zich op blz. 98
af waarom weleer stukken land werden aan
geduid met Zeik, Dries, Laar, Horst, Poel
of Bulk en waar namen vandaan komen als
Gordenaars, Hostert, Katijf en Homoet.
Jammer dat hij die vraag niet beantwoordt;
hij verwijst slechts naar literatuur daarover;
een opgave daarvan treft men achter in zijn
boekje aan. De tekst wordt verlevendigd
door een aantal goede, soms poëtisch aan
doende foto's. (Uitg. Boekencentrum, Den
Haag; Triangelreeks; 11,75)
In twee delen zes provincies: Groningen,
Friesland en Drenthe, en Overijssel, Gelder
land en Utrecht. Deze reeks verscheen ter
gelegenheid van M 75, onder auspiciën van
de Stichting ter bevordering van de kennis
van de Nederlandse bouwkunst en kwam tot
stand met medewerking van de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg. De eerste drie
genoemde provincies worden beschreven
door Herma M. van den Berg en Regn.
Steensma; de tweede drie provincies door
A. G. Schulte. De foto's zijn hier het be
langrijkste, de tekst is grotendeels als toe
lichting daarop bedoeld. Graag aanbevolen.
(Uitg. Bosch en Keuning, Baam; 15,-per
deel)
Dit boek is één deel van ,De Geïllustreerde
Beschrijvingen van de Nederlandse monu
menten van Geschiedenis en Kunst", sa
mengesteld in opdracht van de Rijkscom
missie voor de Monumentenbeschrijving.
Al in 1934 verscheen een deel over Twente
en in 1964 een deel gewijd aan Zuid-
Salland. Hiermee is de beschrijving van
Overijssel nog niet voltooid; er volgen nog
beschrijvingen van Kampen, het Drostambt
IJsselmuiden en van het Kwartier van Vol-
lenhove. Voor de zeer deskundige tekst
staat prof. dr. E. H. ter Kuile, die met het
schrijven al in 1968 vrijwel gereed was.
Hier gaat het om twee delen; het ene behan
delt de kuststrook en Rijnland; de andere
waarden en eilandenBeide delen, die tot de
eerder genoemde serie behoren, zijn ge
schreven door Wiert J. Berghuis, die veel
research moet hebben verricht, wat trou
wens ook bij de andere auteurs het geval
moet zijn geweest. (Uitg. Bosch en Keu-
254 ning, Baam; 9,75)
Maar toen waren er nog drie jaren nodig
voor het maken van tekeningen en foto's.
Deze jaren heeft prof. Ter Kuile gebruikt
om zijn werk aan te vullen, resp. te wijzigen
naar de inmiddels veranderde omstandighe
den. Aan de eigenlijke monumentenbe
schrijving gaat een korte inleiding over de
staatkundige en kerkelijke geschiedenis van
het gebied vooraf. Achter de tekst niet min
der dan 454 foto's, welke nagenoeg alle
voor dit werk zijn gemaakt en daardoor des
te waardevoller zijn. De meeste foto's zijn
van A. J. van der Wal. Registers van perso
nen, kunstenaars en ambachtslieden, een
topografisch en een zakenregister maken dit
werk nog meer toegankelijk voor de belang
stellende lezer. (Uitg. Staatsuitgeverij, Den
Haag)
Er zijn tal van boeken, waarin het land
schappelijke monument beschreven wordt,
maar dan meestal binnen de grenzen van het
besproken gebied. Zo treft men in menig
werk ook de beschrijving van de verschil
lende typen boerderijen aan, maar vooreen
overzicht van alle boerderij-typen kan men
nu terecht in dit door Kees Post samenge
stelde boekje. Foto's, en tekeningen en plat
tegronden van Het Nederlandse Open
luchtmuseum illustreren de vlot geschreven
tekst. (Uitg. Boekencentrum, Triangel
reeks, Den Haag; f 17,50)
De oude Amsterdamse Jodenhoek nu
Wie kon beter over dit grotendeels verloren
gegane deel van Amsterdam schrijven dan
M. H. Gans, wiens Memorboek zo'n grote
belangstelling heeft getrokken? De inlei
ding is kort gehouden en dat die niet vrij is
van nostalgie valt gemakkelijk te begrijpen.
Die nostalgie is er waarlijk niet alleen bij de
auteur maar bij vele oudere Amsterdam
mers, die de Jodenbuurt in al haar „glorie"
hebben gekend. De nadruk ligt op de foto's
met min of meer uitvoerige bijschriftenEen
uitgave als deze kon niet gemist worden in
de grote hoeveelheid boeken, die de laatste
tijd over de hoofdstad zijn verschenen.
(Uitg. Ten Have, Baam; 17,50)
Nieuwe Drentse Volksalmanak
De 92e jaargang bevat twee bijdragen over
archeologische onderwerpen, resp. van G.
de Leeuw en O. H. Harsema. Voorts treft
men een artikel han over de Romaanse
doopvonten uit Drenthe (Prov. Museum,
Assen) en vooruitlopende op de restauratie
van de Abdijkerk in Assen een bijdrage van
de directeur van het Prov. Museum, de heer
Comeille F. Janssen, over de verbouwing
van deze kerk in 1661 en 1662. (Uitg. Van
Gorcum, Assen)
Dit is een omvangrijke beschrijving (bijna
700 blz.) van het bouwkundige erfgoed,
waaraan België zo rijk is. Het verscheen ter
gelegenheid van M 75 en is uitgegeven door
het Commissariaat-generaal voor toerisme,
Centraal Station-1000 Brussel. Historisch
en technisch voortreffelijk gedocumen
teerd. De vormgeving is erg sober en wat
ook jammer is, foto's ontbreken.