Parlementaire monumenten club Van Brienenhuis Een aantal leden uit verschillende fracties van de Tweede Kamer heeft zich tot hun mede-leden gewend met een brief, waarin het denkbeeld wordt geopperd te komen tot de vorming van een monumentenclub. We achten dit initiatief van zodanig belang, dat we de brief, enigszins verkort, onder de aandacht van onze lezers menen te moeten brengen. ,,Nu de aandacht de laatste tijd meer gericht begint te raken op het monumentenbehoud lopen steeds meer mensen op tegen het pro bleem, dat een groot aantal departementen zich via verschillende regelingen bezig houden met de monumentenzorg. Ook in het functioneren van het parlement blijkt vaak dat parlementariërs de zaak ieder van- Het is al weer enige tijd geleden, dat het Van Brienenhuis aan de Herengracht in Amster dam is gerestaureerd. Ter gelegenheid van M 75 heeft de eigenaresse, de AGO, een bescheiden, maar wel aardige folder in het licht gegeven, waarin - in het kort - de geschiedenis van het Van Brienenhuis en van de restauratie wordt verhaald. De historie van het fraaie grachtenpand gaat terug tot 1615. In 1868 werd het verkocht aan het R.K. Gesticht van Liefdadigheid, een weeshuis. Toen in 1930 de wezen ver huisden naar het Maagdenhuis, bleef het Van Brienenhuis totaal uitgewoond en ver waarloosd achter, zo lezen we. De oor spronkelijke grote tuin die uitkwam op de Keizersgracht, was al in 1895 grotendeels onteigend in verband met de aanleg van de Raadhuisstraat. Ook het tuinhuis is bij die gelegenheid waarschijnlijk afgebroken. In 1934 kocht ,,De Groot-Noordholland- sche van 1845", die in 1968 zou opgaan in de AGO, het gebouw. Spoedig daarna werd 202 door architect ir. W. B. Ouëndag een ver uit hun eigen optiek benaderen en zo ook langs elkaar heen zouden kunnen werken. Om in de toekomst een betere coördinatie en betere informatie over de knelpunten die spelen te bevorderen lijkt het ons zinvol om te komen tot de vorming van een monumen tenclub waaraan leden geïnteresseerd in de diverse betrokken departementen zouden kunnen deelnemen. Wij menen dat de Wad denclub duidelijk bewezen heeft hoe nuttig zo'n periodiek contact tussen de verschil lende specialisten is. Na een globale inven tarisatie menen wij dat de volgende depar tementen in ieder geval bij monumentenbe houd betrokken zijn: CRM (Rijksdienst, maar ook via subsidies aan stichtingen ten behoeve van monumen tenherstel); VRO (stadsvernieuwing, Rijksgebouwen dienst, ruimtelijke ordeningsaspecten); Binnenlandse Zaken (verfijningsregelin gen, gemeentelijke subsidies provinciale subsidies); Landbouw (beschermde agrarische gebou wen); Soc. Zaken (aanvullende werken, scho ling); Financiën (monumenten op Domeinen); Onderwijs en Wetenschappen (eigen ge bouwen, welke monument zijn, program van eisen voor Rijksgebouwendienst, stu dieprogramma's, opleidingen, kunsthisto rische instituten); Verkeer en Waterstaat (monumentale brug gen, gemalen enz.); Defensie (waterlinie en gebouwen). Mogelijk zijn er nog anderen geïnteres seerd, maar wij dachten, dat een bij elkaar brengen van de leden die zich met name met vorengenoemde aspecten bezighouden een goed begin zou zijn." Tot zover de brief, waaruit blijkt, dat het Tweede Kamerlid, mevr. N. Salomons (PvdA) als voorlopig secretaresse optreedt. Onzerzijds nog een enkele kanttekening. Voor wat het initiatief betreft, het is duide lijk, dat er leden van deTweede Kamer zijn, die door M 75 zijn gemotiveerd. Ook al zou M 75 geen enkel ander resultaat opbrengen - het tegendeel is gelukkig het geval - dan nog kan men zich over de vorming van een parlementaire monumentenclub vërheugen. Voor de toekomst is deze parlementaire be langstelling met het oog op de monumen tenzorg van grote betekenis. In de opsomming van onderwerpen missen we intussen één belangrijk aspect, t.w.: het behoud van natuurschoon. Juist nu onlangs nota's zijn verschenen over natuur- en land schapsparken, zou de club zich o.i. ook op dit onderwerp dienen te bezinnen. We zien de ontwikkeling én het werk van de club met grote belangstelling tegemoet. v. d. W. bouwingsplan ontworpen, dat voorzag in bezoeker wordt hier gadegeslagen door een een doorbraak naar het oorspronkelijke z.g. Alziend Oog, dat is aangebracht bo- hoofdkantoor van de Groot-Noord- venaan de rechter zijwand, waar het altaar hollandsche op de nummers 180 en 178. heeft gestaan. In 1971 is deze barokzaal Aan het interieur viel weinig meer te restau- door een deskundige restauratie weer in reren. Bij de interne verbouwing is wel de haar luister hersteld. Bij die gelegenheid oorspronkelijke indeling van het huis be- kreeg het gebouw aan de grachtenkant een waard gebleven. Het Van Brienenhuis be- hoofdingangen werd een dubbele stoep ge- stond uit een voor- en een achterhuis, waar- plaatst. De andere panden, die nu onderdeel tussen zich een cilindervormige trapkoker van het Van Brienenhuis-complex vormen, bevond, overdekt met een koepel. Linksen zijn in de loop van de 18e eeuw gereno- rechts daarvan zijn nog de twee binnen- veerd. De bijzonder fraaie Spiegelzaal werd plaatsen herkenbaar. Aan de tuinzijde is de in 1952 in haar oorspronkelijke glorie te- Grote Zaal, die door de Van Brienens als ruggebracht. kapel was ingericht, bewaard gebleven. De

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 14