Hou 'f leefbaar
Oude woonmilieu's
Op de dit jaar gehouden Baksteen
dag van de Vereniging „De Ne
derlandse Baksteenindustrie" heeft
prof. dr. ir. F. M. Maas, hoogleraar
aan de Technische Hogeschool te
Delft onder de titel „Hou 't leef
baar" een voordracht gehouden,
waarin hij zich de vraag stelde: wil
len we een milieumodel of een con
sumptiemodel? Hechten we waarde
aan de intensivering van het open
baar vervoer of geven we prioriteit
aan de auto? Leggen we de werk
gebieden en intensieve recreatie
gebieden langs openbare vervoers
lijnen of langs autowegen? Willen
we wonen, werken en recreëren nog
verder uit elkaar leggen of doen
we nu eens ernstige pogingen om
ze weer meer ineen te weven? Moet
de kwaliteit van ons milieu verder
verslechteren door toenemende con
sumptie van ruimte of geven we nu
prioriteit aan de sanering en verbe
tering van bestaande woongebie
den, centra, natuurgebieden en
landschapsparken?
We zullen moeten kiezen, zo meen
de prof. Maas, die kritiek uitte op
ontwikkelingen in verscheidene de
len van ons land, waarna hij pleitte
voor een andere benadering van
stadsuitbreiding.
De bouwwijze, zo zei prof? Maas,
draagt alle karaktertrekken van een
eenvormige, weinig gedifferentieer
de pioniersvegetatie. We maken
eerst zandwoestijnen door opspui
ting (Bijlmermeer, Schiedam), bou
wen daarop 15 verdiepingen hoge
flatblokken zonder variatie en moe
ten daarna - laat - een milieu
creëren met enkele openbare voor
zieningen en parken die op de
woestijnbodem en in een stormkli-
maat moeilijk tot groei te brengen
zijn. De ontwikkeling zal weer meer
tot overgangen van stad naar park-
152 gebied moeten leiden, waarmee stad
als landschap gediend zijn (visueel,
klimatologisch, recreatief enz.). De
schoksgewijze invloed van de hoog
bouw van Schiedam en Delft-Zuid
op een open landschap als van een
tussengelegen Midden-Delfland is
desastreus voor mens en milieu, van
ecologisch denken is hier geen
sprake.
Prof. Maas stelde o.m., dat het ver
beteren van oude woonmilieus
goedkoper is dan nieuwbouw. Toe
neming van woningbehoefte leidt tot
extra behoedzaamheid t.a.v. de be
staande woonvoorraad en: voor een
leefbare binnenstad is het nodig,
dat er (blijvend) wordt gewoond.
De Delftse hoogleraar vroeg ten
slotte meer aandacht van de bewo
ner voor de eigen woning en zijn
naaste woonomgeving, het schep
pen van mogelijkheden daartoe door
hem weer meer ambachtelijk op te
leiden, óf op de scholen óf via cur
sussen in zijn vrije tijd. Een fraai
voorbeeld hiervan vond hij de bouw
van een zomerhuisjescomplex in
Oost-Flevoland door de uit Amster
dam afkomstige bewoners zelf.
Waarom is echter zoiets wel moge
lijk bij de 2e woning buiten en nooit
bij 'de eerste woning in de stad?
Zijn de welstandseisen niet te
scherp geworden en doden ze daar
mede niet eigen initiatief en variatie
in woongevels? Of moet alles egaal,
hetzelfde worden?
Uiteindelijk meende prof. Maas, dat
we weer eens meer gebruik moeten
maken van levende en warme ma
terialen als hout en baksteen in
plaats van dode en koude als astalt
en beton. Beton is te gebruiken als
materiaal voor basisconstructies,
baksteen en hout meer voor de af-
werkconstructies. Asfalt is een goed
materiaal voor b.v. grote autowegen,
doch niet voor b.v. woonstraten en
erven: daar kan men beter bak
steen, klinkers en keitjes gebruiken.
De verwezenlijking van deze ge
dachten in bestaande en nieuwe
woongebieden vraagt veel creativi
teit en energie, en een andere men
taliteit van ons allen, aldus prof.
Maas.