Oosthuizen
Het oude dorp Oosthuizen in Noord-
Holland is ontstaan als dijkdorp aan de
noordoostpunt van de Beemster. Het
dorp kreeg bekendheid door zijn
kaashandel en door zijn prachtige
oude kerk, onlangs gerestaureerd. Die
kerk werd gebouwd als eenbeukige,
laat-gotische kruiskerk in het begin van
de 16e eeuw; ze kwam gereed in 1518.
Een eeuw later werd de Beemster
drooggelegd, nl. in 1612. Door wegen
aanleg in die polder werd het dorp
beter toegankelijk gemaakt.
Als men Oosthuizen van de Beemster
uit over de lelijke ringvaartbrug binnen
komt, staat men tegenover de kerk in
het hart van het oude dijkdorp. Kijkt
men naar links en naar rechts de
Dorpsstraat in, dan wordt men getrof
fen door het zeer charmante dorpsge
zicht. Vele van de in een onregelmatige
rooilijn geplaatste huizen dateren uit de
18e eeuw, sommige in oorsprong
waarschijnlijk uit de 17e eeuw. Woon
huizen en enkele kaaspakhuizen wis
selen elkaar af. Een paar huizen staan
op de monumentenlijst; de andere
oude huizen hebben die onderschei
ding niet kunnen verkrijgen. Deze zijn
echter wel van een goede, doch een
voudige architectuur en ze bepalen
mede het bijzondere karakter van het
oude dijkdorp.
Links van de kerk staat het oude raad
huis, dat uit 1837 dateert. Het verving
het vorige raadhuis op diezelfde plaats
uit 1626, dat oud en bouwvallig gewor
den was en daarom maar gesloopt
moest worden. Men heeft toen bepaald
niet geweten wat men deed.
Het 17e-eeuwse raadhuis van Oosthui
zen behoorde tot een groep van door
topgevels aan drie zijden getypeerde
raadhuizen uit omstreeks diezelfde tijd:
Jisp 1611, Graft 1613, De Rijp 1630,
Groot-Schermer 1639. Monumentale
stenen trappen leidden te. Oosthuizen
naar een bordes, dat toegang gaf tot
het raadhuis. Daaronder was de waag
gevestigd. Het was dus een gebouw,
zoals thans nog in De Rijp te bewon
deren valt. Ongetwijfeld een juweel van
architectuur. Dat zo iets altijd de moeite
en kosten van het restaureren waard
is, wisten de vroede vaderen van 1837
blijkbaar nog niet. Daarom werd het
gesloopt en herbouwd in zijn huidige
vorm. Hoewel men toen bij lange na
niet het hoge peil van architectuur van
het raadhuis van 1626 kon halen, vorm
de het nieuwe raadhuis toch bepaald
ook niet een dissonant in de oude
bebouwing van de Dorpsstraat. Inte
gendeel; de eenvoudige doch op zich
zelf fraaie architectuur paste goed in
de typische sfeer van de omgeving.
Enige jaren geleden werd het raadhuis
voor de gemeentelijke secretarie te
klein en vestigde het gemeentebestuur
zich in een groot woonhuis'elders in de
Dorpsstraat. Het oude gebouw werd
sindsdien verwaarloosd.
Een paar jaar geleden werd van de
gemeente een plan bekend, om de
bebouwing aan weerszijden van de
kerk te slopen voor het openleggen
van dat monumentale gebouw en voor
het maken van een verkeersverbinding
naar de daarachter ontworpen
dorpsuitbreiding. Daarmee zou met
één slag het eigen karakter van de
kern van het oude Oosthuizen verloren
gaan. Bovendien, vrijleggen van oude
kerken die eeuwenlang met de omrin
gende bebouwing één harmonisch ge
heel hebben gevormd, is altijd fout.
Monumentenzorg verzette zich dan
ook krachtig tegen die plannen en be
pleitte bij het gemeentebestuur het
treffen van maatregelen, om het zo
karakteristieke dorpsgedeelte in de
omgeving van de kerk in zijn huidige
vorm te bewaren. De belangrijkste
De Dorpsstraat met links een mooi oud
kaaspakhuis.
maatregel daartoe is, zoals men weet,
het aanwijzen krachtens de monumen
tenwet van het betreffende dorpsge
deelte tot beschermd dorpsgezicht.
Ook de Bond Heemschut heeft bij een
bespreking met het gemeentebestuur
voor die aanwijzing gepleit. Het heeft
evenwel niet mogen baten. Het ge
meentebestuur voelde er niet voor; het
feit, dat er in de eerste jaren toch geen
rijksgelden voor subsidie bij restaura
ties beschikbaar konden worden
gesteld, speelde hier een grote rol.
Zeer onlangs besloot de gemeente
raad van Zeevang, waartoe Oosthuizen
tegenwoordig behoort, het voormalige
gemeentehuis te slopen. En dat is in
middels gebeurd. Daarmee is de eerste
stap gezet naar de vernieling van een
mooie oude dorpskern.
En hiermee is weer eens gede
monstreerd, hoe door gebrek aan in
zicht bij een gemeentebestuur en door
gebrek aan geld bij het Rijk waardevol
dorpsschoon verloren kan gaan.
Ir. F. Ottevangers.
Veel gegevens in dit artikel zijn ontleend aan
A. J. van der Aa - Aardrijkskundig Woorden
boek der Nederlanden, deel 8, en aan J. J. F.
W. van Agt - De Nederlandse Monumenten
van Geschiedenis en Kunst, deel 8, eerste
stuk: Waterland en Omgeving.