Bij het afscheid van Jan Korf Van de Penning meester Na 1 augustus zal mr. Jan Korf niet langer verbonden zijn aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de instelling waarvan hij sedert au gustus 1967-hoofddirecteur is geweest. In feite heeft hij, zoals aan ingewijden niet onbekend is, reeds vanaf februari 1972 zich niet meer kunnen bemoeien met de gang van zaken bij de Monu mentenzorg; op dat tijdstip werd hij namelijk het slachtoffer van een ernsti ge ongesteldheid, die een lange nasleep heeft gehad. Er bestaat alle reden toe in het orgaan van onze Bond met een enkel woord aandacht te sfchenken aan dit afscheid. Mr. Korf heeft zich voor het behoud van monumenten bijzonder verdienste lijk gemaakt. Ons vaderlandse bezit aan oudheid en schoonheid, met name alles wat voor het karakter van stad en dorp bepalend is in de goede zin, heeft vanouds zijn grote belangstelling ge had. Als particulier en in zijn ambtelijk werk heeft hij voor het welzijn ervan geijverd. Talloze organisaties kennen hem als bestuurslid of zijn dankbaar voor zijn adviezen, officieel in functie verstrekt of anderszins bij voorkomen de gelegenheden. De Bond Heem schut heeft zich steeds in zijn bijzon dere belangstelling mogen verheugen. Menigmaal heeft hij leden van het Da gelijks Bestuur of van het Algemeen Bestuur op zijn bureau ontvangen, om bepaalde zaken te bespreken en vaak kwam hij naar het Korenmetershuis om besprekingen te voeren. In de periode waarin hij hoofddirecteur van de Rijksdienst was, heeft mr. Korf zeer veel nuttigs voor de monumenten teweeggebracht. Het is hier niet de plaats om op bijzonderheden in te gaan. Twee hoofdzaken mogen echter worden vermeld. Hij heeft de stoot gegeven tot een reorganisatie van de Rijksdienst om deze zo goed mogelijk aan te passen aan de eisen en omstan digheden van onze tijd en een zo har monieus mogelijke uitbouw van het werk te bevorderen. Voorts is onder zijn bewind de beslissing gevallen voor de overplaatsing van Voorburg naar het Broederplein te Zeist, een verhui zing die inmiddels heeft plaatsgevon den. Indien de Rijksdienst momenteel een nieuwe periode met goede ver wachtingen tegemoet mag zien, in nieu we formatie en riant gehuisvest, is daarvoor aan hem grote dankbaarheid verschuldigd. Bij dit afscheid van mr. Jan Korf van de Rijksdienst is er niet alleen een terug zien in erkentelijkheid, maar ook een vooruitzien met verwachting. Zijn leven lang heeft hij gezwoegd voor alle mo gelijke zaken die voor ons milieu van belang zijn: molens en boerderijen, landschappen en kastelen, oude stadswijken en kerken en zoveel meer. Welnu, hij zal dit in de toekomst blijven doen. Daarbij houdt hij zich in toene mende mate bezig met de problemen van de vervuiling die ons land, evenals andere welvaartslanden, bedreigt. Bij het schoonheidsbederf dat wij allerwe gen meemaken, interesseert hem de uiterlijke zaak, maar hij wil ook door dringen tot de achtergronden. Trou wens ieder die hem kent, beseft met welk een overgave hij zich inzet voor de zaken waar hij zijn hart aan verpand heeft, maar ook wat daarbij zijn diepere beweegredenen zijn. Moge het hem gegeven zijn nog vele jaren de strijd ten bate van het Ne derlandse milieu samen met ons te voeren. C. A. van Swigchem. CONTRIBUTIEBETALINGEN Teneinde onze administratie zo effectief mogelijk te laten functioneren, verzoek ik U vriendelijk bij de betaling van Uw contributie voor de Bond slechts van de toegezonden acceptgirokaart gebruik te maken. Dit bete kent tevens dat U Uw opdracht tot automatische overmaking dient in te trekken. Hierdoor kan het euvel van dubbele betaling en daarmede de noodzaak tot terugstorten van de teveel ontvangen contributie worden voorkomen. Indien er redenen mochten zijn waardoor U Uw automatische betaling wenst te handhaven dan zou ik het op hoge prijs stellenwanneer U de administratie van Uw besluit wilt verwittigen. Onze leden die in het buitenland verblijven wijs ik erop, dat de minimum contributie f 18,— per jaar bedraagt en niet f 15,— aangezien het verzen den van het tijdschrift f3,— per jaar extra vereist. Dit geldt niet voor België, Luxemburg en de Rijksdelen overzee. Ik veroorloof mij bij de leden die hun contributiebetaling voor 1973 nog niet voldeden, er op aan te dringen dit thans zo spoedig mogelijk te doen. U zult het met mij eens zijn, dat de porti- en administratiekosten die besteed moeten worden aan het verzenden van rappels, nuttiger kunnen worden aangewend. Gaarne reken ik op Uw gewaardeerde medewerking. Postgirorekening 124326 J. M. Hengeveld.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1973 | | pagina 24