Heemschut op nieuwe wegen Statutenwijziging aanvaard Als dingen, waaraan we gewoon zijn, ons Hef zijn geworden, dan zijn we bang voor het nieuwe, het doet ons haast pijn. (Sinnen und MinnenHamerling) 80 De Bond Heemschut heeft op de Ko ninklijke goedkeuring na nieuwe statu ten en daarmee is voor onze vereni ging een nieuw tijdperk ingeluid. De grondslag hiervoor is gelegd ter gele genheid van het zestigjarig bestaan van Heemschut, toen de noodzaak werd geconstateerd de bond te doen beschikken over een grotere vakbe kwame staf, waardoor de specifieke Heemschut-vraagstukken meer tot hun recht zouden kunnen komen. Hieraan herinnerde de voorzitter van de bond, dr. R. Hoegen, in zijn ope ningsrede in de buitengewone algeme ne ledenvergadering op 7 juli jl. in het RAI-congrescentrum te Amsterdam, die door ruim 90 leden werd bijge woond. We geloven, dat het bovenstaande ci taat zeer wel past op het besluit van de buitengewone algemene ledenverga dering om de statuten te vernieuwen. Men was er al geruime tijd van over tuigd, dat de Heemschut-activiteiten in nieuwe banen moesten worden geleid. De taak van Heemschut om het karak ter van stads- en dorpsschoon te be waren, is omvangrijker dan ooit, zo memoreerde dr. Hoegen nog eens uit zijn rede bij het 60-jarig bestaan, een taak, die niet alleen door Heemschut, de aangesloten verenigingen en instel lingen en de duizenden leden kan wor den verricht. Noodzakelijk is een bun deling van krachten. Uit deze filosofie is de Nationale Contactcommissie voor de Monumentenbeschefming geboren, die met hulp van professionele experts, steunend op de samenwerkende vere nigingen, slagvaardig en deskundig kan opereren. Dr. Hoegen voegde daaraan toen toe, dat dit niet voldoende kan zijn, indien niet alle Nederlanders zich betrokken voelen bij onze problema tiek en ons streven waar nodig steu nen. Het is een zaak van nationale waakzaamheid. Na het jubileum is begonnen de nieuwe uitgangspunten in praktijk te brengen, aldus dr. Hoegen, die er in de verga dering van 7 juli jl. op wees, dat deze ontwikkeling uiteraard enige jaren zal vergen. Bovendien werkte de inspan ning, welke de bond zich voor het Woudrichem-project moest getroosten, remmend op andere ontwikkelingen. Hoofdpunten van de voorgestelde sta tutenwijziging, zo zette de voorzitter uiteen, zijn: een rationelere omschrij ving van bevoegdheden; een maximum leeftijd voor bestuurders om "vergrij zing tegen te gaan; een maximum zit tingsduur van de bestuursleden en vooral een betrekken van de provin ciale voorzitters in het bestuurlijke vlak. Het bondsbureau moet enerzijds een alert deskundig en uitvoerend orgaan zijn voor het Dag. bestuur, anderzijds moet het voor de technische problema tiek een stimulerende en een uitvoe rende taak vervullen, terwijl iedere be langstellende in den lande dit centrum moet kunnen raadplegen. De allerbe langrijkste activiteit van onze bond is de behandeling van de in den lande voorkomende problemen van mogelij ke aantastingen van schoonheid en karakter en de stappen, die naar aanlei ding daarvan moeten worden geno men. De organisatie hiervan is reeds goed op weg. Elke maand vindt er een vergadering plaats van onze Tech nische adviseurs met een of twee ver tegenwoordigers van CRM, de tech nisch deskundige leden van het Dag. bestuur, de gedelegeerde en de direc teur, onder leiding van de voorzitter. De Technische adviseurs werken nauw samen met de secretaris van hun provinciale commissie, de voorzitter van die commissie met het Dag. bestuur. Voor iedere provincie moet een Technische adviseur komen. Apart voor Amsterdam is pas benoemd mevr. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph. Het bondsbureau heeft een duidelijke drieledige taak: 1. De interne organisatie, documenta tie, registratie, ledenadministratie, per soneelszaken, communicatie, enz.: de heer L. Molhuysen. 2. De buitendienst, dus representatie in binnen- en buitenland en propagan da, ledenwerving, contacten met de adviseurs en provinciale commissies alsook met regionale en lokale orga nisaties en verenigingen, alsmede alle P.R.-activiteiten (de heer J. A. de Zwaan]; 3. De technische zaken, informatie van de adviseurs, documentatie, algemene informatie, voorlichting, enz. door het bureau (taak van de heer Molhuysen en zijn medewerkers). Voorts meent het bestuur, dat er een betere informatie aan de leden moet komen. Dat kan geschieden door ons blad twaalf maal in plaats van zes maal per jaar te doen verschijnen. Zolang dit niet te realiseren,is, kan gedacht wor den aan een informatie-bulletin aan de leden. De ontwikkelingen van dit beleid, aldus dr. Hoegen, kunnen alleen tot stand komen als de middelen daartoe be schikbaar zijn. Er dient dus een grote activiteit te worden ontplooid met be trekking tot de ledenwerving, waar door een relatieve verlaging van kosten mogelijk wordt. Voorts zullen hogere subsidies noodzakelijk zijn. Tot zover het openingswoord van de voorzitter, die bij het begin van de vergadering het onlangs overleden lid van het Alg. bestuur, de heer C. W. Schaling herdacht, waarna de aanwezi gen enige ogenblikken van stilte in acht namen. Toen de voorzitter het voorstel tot statutenwijziging aan de orde stelde, werd uit de vergadering de wens ken baar gemaakt eerst over het beleid van de bond te praten. Van bestuurszijde werd hiertegen ingebracht, dat de sta tutenwijziging niets met het beleid als zodanig te maken hééft. Tot wijziging van de statuten was in feite al twee jaar geleden besloten. Bij de hierop volgende discussie bleek, dat een groep leden zich van een aan tal volmachten had voorzien om die bij stemmingen te bezigen. Anderzijds heeft de wijze van voorlichting aan de leden een zodanig enthousiasme ver oorzaakt, dat ruim 220 leden aan het Dag. bestuur en aan leden van het Dag. bestuur persoonlijk hun of haar ad hesie hebben betuigd door het verle nen van een algemene volmacht voor beide vergaderingen. De vergadering was dermate goed "bezocht, dat men van mening was dat niet van de vol machten gebruik behoefde te worden gemaakt. Een voorstel om de behan deling van de statutenwijziging uit te

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1973 | | pagina 20