Rondom het oude raadhuis van 's-Gravenhage Ondanks het opschrift in de voorgevel van het, vermoedelijk in 1974 volledig gerestaureerde, raadhuis van 's-Gra venhage dat „Ne Jupiter quidem omni bus" (zelfs Jupiter kan het niet ieder naar de zin maken) luidt, krijgt men hiér in het oude hart van „Die Haghe" toch sterk het gevoel dat de magistraat het eigen initiatief op dit punt weinig in de weg zal leggen. Erg veel heeft de gemiddelde Hage naar zich nooit bekommerd om het behoud van zijn stadsschoon en de situatie rond het oude raadhuis kan hierbij als illustratief worden be schouwd. In het opgenomen kaartje, waarin de veranderingen sedert 1860 globaal zijn weergegeven, blijkt de geringe ouder dom van het leeuwedeel van de huidi ge bebouwing; slechts de Grote Kerk en het raadhuis met de uitbreiding uit de eerste helft van de achttiende eeuw ervaart men nog als herkenbare monu menten. Dit laatste wordt nog eens bevestigd bij het raadplegen van de monumentenlijst, die voor dit gebied in tegenstelling tot bijv. het Voorhout na genoeg geen monumenten aangeeft. Toch moet dit gebied eens bijzonder boeiend en schilderachtig zijn geweest, getuige de vele schilders, zoals bij voorbeeld Jan Steen, die hier eeuwen lang inspiratie vonden. Het is moeilijk precies aan te geven, wanneer de kentering in deze buurt heeft plaatsgevonden; verkeersmaatre gelen uit de tweede helft van de vorige eeuw hebben echter aan hetgeen er over was, definitief een einde gemaakt. De huidige toestand van het Kerkplein doet in niets meer denken aan de ruim te die het eens, eind veertiende eeuw, moet hebben gehad. In het begin van de vijftiende eeuw werd dit plein, dat vooral dienst deed als marktplaats, visueel sterk in grootte verkleind -door de bouw van het dorpshuis, waardoor van het oorspron kelijke plein van 250 bij 90 meter een plaats van 90 bij 90 meter overbleef. Maar ook dit laatste heeft waarschijn lijk maar kort geduurd, want door het bebouwen van meer dan de helft van het laatste kon van een pleinachtige ruimte geen sprake meer zijn. De resterende ruimten hebben nog lang voor het houden van markten gediend, getuige de namen Groenmarkt en Vismarkt. De geringe breedte van de straten en de beslotenheid van de stedelijke ruim ten bepaalden sterk het karakter van de oude binnenstad. Tot de doorbraak van 1860 tussen de Groenmarkt en het Buitenhof was de enige verbinding hiertussen het Halstraatje, dat op sommige plaatsen 77 Ontmoetingtussen de 18f en 203 eeuw; harmonie? De plaatsing van de bankjes is zodanig, dat ze nooit in de zon komen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1973 | | pagina 17