100 m in het rond: geen belending; 100-150 m in het rond: belending ge oorloofd tot max. hoogte van 1,5 m; 150-200 m in het rond: belending ge oorloofd tot max. hoogte van 2 m; 200-300 m in het rond: belending ge oorloofd tot max. hoogte van 3 m; 300-400 m in het rond: belending ge oorloofd tot max. hoogte van 4 m; 400-500 m in het rond: belending ge- 60 oorloofd tot max. hoogte van 5 m, enz. enz. 900-1000 m in het rond: belending ge oorloofd tot max. hoogte van 10 m. N.B.: Men houde in het oog, dat hier wordt uitgegaan van „grondzeilers", m.a.w. van molens, waarvan de wie ken over de begane grond .maaien". Is de molen verhoogd gebouwd, op een onderbouw met stelling, belt of heuveltje, dan kan de hoogte hiervan worden opgeteld bij de cijfers uit de laatste kolom. Bij onvermijdelijke overtreding: overplaatsing Bedreiging van de molen-biotoop is zo oud als de molen zelf. Vroeger ging het om het gaande-houden van een economisch onmisbaar bedrijf; zich uitbreidende steden hebben soms meermalen hun korenmolens naar bui ten toe verplaatst om hen in de vrij- aanwaaiende wind te houden. Molen overplaatsingen zijn, historisch-gezien, een normaal verschijnsel. Wie vindt, dat overplaatsing een aanslag zou zijn op het „gezicht" van stad, dorp of landschap, of dat de verplaatste molen ontheemd zou raken, diene te bedenken, dat in vele gevallen juist handhaving-ter-plaatse van molens tussen moderne en hoge bouwsels reeds geleid heeft tot super-ontheem- ding! De laatste jaren brachten ons zeer geslaagde voorbeelden van molen verhuizingen, zoals die te Amsterdam, Kampen, Alphen aan de Maas, Zaan dam, Zaandijk, Heusden, Overschie enz. Al deze molens ontvluchtten hun onleefbaar geworden oude biotoop. In dit verband zou men zich kunnen indenken, dat de door ons zo gewen ste landelijke „richtlijn", een clausule zou bevatten, waarin de financiering van molen-verplaatsingen geregeld wordt, wanneer ontluistering van de biotoop onvermijdelijk zou zijn. Het verzetten van een molen vergt veel geld, maar deze kosten zijn gering, vergeleken bij overplaatsing van an dere, zelfs veel kleinere monumenten. Het gaat om enkele tonnen per mo len. Niet meer. Met bestemmingsplannen zijn veelal vele miljoenen gemoeid. O.i. moet er een mogelijkheid zijn de verplaat singskosten van een bedreigde molen hierin méé te financieren, ook al weer op straffe van afkeuring van het plan door hogere instanties. Waar een wil is, is een weg. Vermeldenswaard in dit verband is het feit, dat half maart jl. de Raad van State bijna een uur besteedde aan de dreigende ontluistering van twee molens, nl. „Het Pink" te Koog en „De Dood" te Zaandijk, waarvan de biotoop door eenzelfde bestem mingsplan ernstig schade zal lij den. De Raad van State beijverde zich zelfs om een groot aantal betrokke nen rond de tafel te krijgen, teneinde de financiering van de verplaatsing dezer molens voor te bereiden! De belangstelling van overheidswege is er dus. De officiële regeling zou nü moeten komen. Mes snijdt aan twee kanten Nog steeds plannen gemeentelijke planologen op basis van de volkomen verouderde Tweede Nota Ruimtelijke Ordening (ruim 20 miljoen Nederlan ders in 2000). Maar het C.B.S., de Rijksplanologische Dienst en geleide- lijk-aan ook de prov. planol. diensten, gaan, op grond van de laatste prog- Foto 6: De (vervallen) olie-pelmolen van Rijssen (Ov.) geheel ingegroeid. noses, thans reeds uit van amper 15 miljoen inwoners voor 2000! Dit houdt o.a. in, dat ieder gemeente lijk bestemmingsplan (gebaseerd op de oude prognoses: en dat zijn vrij wel alle!) kans loopt gemiddeld 21/2 maal te groot te zijn in capaciteit! Daarbij stijgt in alle kringen, van hoog tot laag, de afkeer van hoogbouw en flats. Van de vele verwachte voor delen blijkt weinig of niets te zijn overgebleven; de nadelen zijn enorm veel groter gebleken dan was ver wacht. En zo staan de rijks- en provinciale overheden aan het begin van een be leid, waar inperking van gemeentelijke bouwwoede en aanzienlijke verlaging van bouwkosten aan de orde van de dag zullen zijn Zou de door ons voorgestelde be schermingsregeling van de molen biotoop - bv. via een soort „Zwaaien de Wieken-tabel" - niet bijzonder ge schikt kunnen worden gehanteerd bij de komende bouwwoede-beteugeling? En wat de strijd tussen molens en bomen betreft: ook hier zou een ministeriële circulaire aan beplanters en groen-beheerders veel goed kun- Aantasting van de molen-biotoop is bezig de belangrijkste bedreiging te worden van ons nationale bouwwerk no. 1de molen. Maar hieraan is met weinig geld, doch veel goede woorden iets, misschien zelfs véél, te doen. De tijd is er rijp voor. nen doen, althans nieuw kwaad kun nen voorkomen! Het „vege molen-lijfsbehoud" kost in de eerste plaats geld. Een goede regeling ter bescherming van de molen-biotoop zou zelfs veelal geld kunnen besparen! E. Smit Foto 7. Korenmolen ,,De Dorst" te Zaandijk. Geheel ingeklemd tussen een 30 m hoge silo en een andere fabriek. De situatie zal binnenkort nog verder verslechteren.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1973 | | pagina 23