zal opleveren, speels, zoals het oude vestingstadje oorspronkelijk was. Aansluitend op de schets, die de heer Prins van de totale opzet van restaura tie en renovatie had gegeven, pleitte ir. Gerritse voor een subsidie-regeling, zoals voor Heusden kon worden ver kregen, want dan kunnen ook in Wou- drichem lagere huren in rekening wor den gebracht, zodat de eigen bevol king van Woudrichem en omgeving er voor in aanmerking kan komen. Ir. Ger ritse zei verder nog het plan-Woudri- chem als een experiment te beschou wen, dat als het slaagt, ook voor an dere gemeenten zou kunnen dienen. Het bouwbureau is startklaar. Als het Rijk tijdig de nodige subsidie toezegt, kan er bij wijze van spreken op 1 januari 1973 worden begonnen en zou in dat jaar eenderde van het totale woningbouwproject voltooid kunnen zijn. Staatssecretaris Vonhoff, die zich heel blij toonde met de map tekeningen, die hem was aangeboden, noemde het een goede zaak als in monumentenzorg overheid en particulier initiatief elkaar vinden. Hij wees er op, dat de ontwik keling van monumentenzorg een be langrijke verandering vertoont. Lang is monumentenzorg geïsoleerd gebied geweest. Van die isolatie, van dat elitai re gebeuren zijn we gelukkig af, zo constateerde de staatssecretaris, maar al kunnen we dan niet al het monumen tale behouden, wel is ingezien, dat kaal slag niet „de" oplossing kan brengen. Meer en meer moeten we toe naar rehabilitatie. Samenwerking tussen het belang van volkshuisvesting en dat van monumentenzorg is daarbij nodig. Daarbij moeten we trachten de mense lijke maat terug te vinden, die in de moderne nieuwbouw wel wat verloren is gegaan. Het ergste in dit verband noemde de heer Vonhoff, dat men, overal waar nieuwbouw wordt, ge pleegd, hetzelfde beeld tegen komt. Van variatie is nauwelijks meer sprake. De eenvormigheid in de woningbouw is zeker niet de beste kant van het woningbouwbeleid, zo merkte de heer Vonhoff op, die er vervolgens de aan dacht op vestigde, dat Monumenten zorg meer en meer uit de defensieve sfeer komt. Hij hoopte, dat dit in de naaste toekomst nog meer het geval zal zijn. Er is z.i. behoefte aan een duidelijke meerjaren-planning tussen de onderscheiden sectoren: openlucht recreatie en verbetering van woonge bieden. Gegeven de beschikbare mid delen zullen er vele jaren verstrijken alvorens het beoogde doel zal zijn bereikt. Ook de, staatssecretaris achtte de sa menwerking tussen CRM, Econ. Zaken en Volkshuisvesting van grote beteke nis, een samenwerking waarvan Heusden een voorbeeld is. Daar is sprake van een doelgerichte samen werking', waarin de financieringsmidde len bij elkaar zijn gebracht. In deze vorm van samenwerking behoeft niet meer te worden gevochten over de vraag wat rehabilitatie en wat monu mentenzorg is. Volgens de heer Von hoff leent een project als Woudrichem zich bij uitstek voor eenzelfde uitvoe ring als in Heusden. De staatssecreta ris zegde toe, dat hij binnen het ver band van CRM, de bijdrage van Rijksmonumentenzorg nog eens uit drukkelijk op tafel zal leggen en voor Woudrichem zal pleiten in de opzet van Heusden. De heer Vonhoff zei van oordeel :te zijn, dat er in de vorm van samenwerking, zoals Heusden te zien geeft, verder, d.w.z. ook in Woudri chem, gewerkt kan worden. Hij zei het eens te ,zijn met hen, die van mening zijn, dat het zinvol kan zijn binnen de oude vesting nieuwe woningen te bou wen, die toch aansluiten bij het histo rische. Met deze licht optimistische geluiden werd de bijeenkomst in Woudrichems' raadzaal besloten. Het gezelschap heeft daarna onder de deskundige lei ding van burgemeester Voster en de heren Gerritse en Prins een wandeling door het stadje gemaakt om een indruk op te doen waarom het in het totale bestemmingsplan gaat. Alvorens in 't Oude Raedthuys aan de lunch te i gaan, heeft de gedelegeerde van Heèmschut, de heer J. A. de Zwaan, de uitslag bekend gemaakt van een in Woudrichem en Gorkum gehou den scholenwedstrijd. De jeugdige prijswinnaars bevonden zich daartoe in de kelder van 't Oude Raedthuys. Die schoolwedstrijd bleek een schot in de roos te zijn geweest. Onder de jongens en meisjes bleek er in elk geval groot enthousiasme voor te bestaan en in hun werkstukken heb ben zij liefde en vaardigheid gelegd en vooral ook begrip voor de zaak waar om het ging. Leerlingen van de 5e en 6e klas van de Chr. lagere school te Woudrichem kre gen de eerste prijs in de sector groep- werk. Zij maakten een maquette met een afbeelding van Woudrichem oud en nieuw. Ineke van den Herik, wonende in Har- dinxveld-Giessendam, en leerlinge van de Rijksscholen-gemeenschap voor Havo en Atheneum te Gorinchem won de eerste prijs in de sector individueel werk. Ook zij maakte een maquette, waarin op een gekleurd grondvlak het stratenpatroon binnen de veste is uit gezet, duidelijk in type oude bebou wing met als hoofdaccenten kerk en waterpoort. Ineke van den Herik lever de hiermee een verbluffend staaltje huisvlijt. In dezelfde groep kreeg Willem Metz uit Woudrichem de tweede prijs, even eens met een maquette. Hij maakte, met veel geduld, van „prikkers" een kerk, een oud huisje en een boerderij. De jury kwalificeerde Willems werk met „geestig als essentie van een oude stad". Jaap Viveen, eveneens uit Woudri chem zag tenslotte zijn tekening, het slot Loevestein voorstellende, met een prijs beloond. Het is duidelijk, dat een wedstrijd als deze, de belangstelling van de jeugd voor hun woonomgeving wekt en het is, in het kader van de Heemschut-ge dachte verheugend, dat jonge mensen de geschiedenis van hun milieu niet als een dorre zaak beschouwen. Want daar gaat het per saldo om. Geschiede nis uit vervlogen eeuwen bewaren voor de tegenwoordige generatie en voor het nageslacht, kan wel degelijk tot een levende zaak worden gemaakt.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1973 | | pagina 19