Woudrichems restauratie-plannen
maken vorderingen
Staatssecretaris opent perspectief
Woudrichem, Heemschuts' geadop
teerde gemeente, lag er 28 november
jl. nevelig en kil bij, toen de staatsse
cretaris H. J. L. Vonhoff, een werkbe
zoek aan het eeuwenoude stadje
bracht om zich in de eerste plaats op
de hoogte te stellen van de restauratie-
en renovatie-plannen, waarvan een
deel al in uitvoering is. Met de staats
secretaris was een aantal bestuursle
den van Heemschut de gast van het
gemeentebestuur, dat het gezelschap
ontving in de eenvoudige raadzaal, die
wel een schril contrast vormt met de
voormalige raadzaal in het oude antie
ke raadhuis, dat nu als restaurant in
gebruik is. Maar dit is slechts een
opmerking terzijde; de sfeer in de
raadzaal leed er op die winters aan
doende dag bepaald niet onder.
In zijn welkomstwoord herinnerde bur
gemeester L. M. Voster vanwege
het officiële karakter met ambtsketen
er aan, dat de staatssecretaris al
geruime tijd geleden de toezegging
had gedaan de situatie in Woudrichem
in ogenschouw te willen nemen. Na
tuurlijk toonde de burgervader zich
voldaan, dat de heer Vonhoff n.b.
middenin de verkiezingstijd toch
nog gelegenheid had gevonden zijn
toezegging gestand te kunnen doen.
Het tijdstip van het bezoek was overi
gens in zoverre ook nog bijzonder,
omdat Woudrichem een maand later
zou opgaan in een grotere gemeente.
Dit feit was voor de burgemeester
aanleiding een duik te nemen in de
geschiedenis van het vestingstadje, die
teruggaat tot de 7e eeuw. Als vesting is
het overigens in 1955 opgeheven, maar
de oude wallen zijn er gelukkig nog en
ook het uit de 19e eeuw daterende
arsenaal met wachthuis, dat door
Heemschut werd aangekocht en dat,
na restauratie een nog niet vastgestel
de, nieuwe bestemming zal krijgen.
Biedt de bebouwing van Woudrichem
nog een sfeer van vervlogen eeuwen,
de tijd heeft niet alleen geknaagd aan
de tientallen monumenten, die er nog te
vinden zijn, ook voor de bevolking
heeft de tijd niet stilgestaan. De vroe
gere bronnen van bestaan, de visserij
op zalm, elft en steur, zijn opgedroogd.
Van de honderden vissers, die er eens
hun brood verdienden, zijn er nog maar
enkelen over. Het gevolg hiervan is,
dat niet minder dan 55 a 60 procent
van de beroepsbevolking pendelt.
Daarbij kwam, dat vele jonge mensen
wegtrokken. Zo werd Woudrichem
een wat stil, verdroomd stadje, waar
onvermijdelijk verkrotting optrad, vereni-
gings- en kerkelijk leven sterk onder
leed. Zo was de situatie tot voor kort.
De hier kort geschetste ontwikkeling
had rampzalige gevolgen, die tot enor
me sociale problemen leidden. Om het
oude stadje met zijn historische bete
kenis voor totale ondergang te behoe
den, mochten maatregelen niet uitblij
ven. In de eerste plaats moest er
nieuwbouw worden gepleegd. Bewust
van de noodzaak het monumentale
karakter te bewaren, werden buiten de
oude stadswallen nieuwe woningen
gebouwd en daarmee werd de moge
lijkheid geschapen voor restauratie en
renovatie van het historische. Hierbij
heeft Heemschut een belangrijke rol
gespeeld toen het ter gelegenheid van
zijn 60-jarig bestaan besloot Woudri
chem te adopteren en het vestingstad
je voor algehele ondergang te behoe
den. Er werd zoals bekend een
omvangrijke actie-Woudrichem gestart
en in samenwerking met het ge
meentebestuur, het Provinciaal bestuur,
de Prov. Planologische dienst, de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg,
de ministeries van CRM en Volkshuis
vesting en Ruimtelijke Ordening en
nog andere instanties, zijn nu diverse
plannen uitgewerkt. Eén van de plan
nen, het zgn. bestemmingsplan „De