Van een eiland
verdwenen de eilanderhuizen
112
Door het ontbreken van de toeristen
auto, is de rust op dit kleine Wadden
eiland gewaarborgd.
Brochures spreken over brede stran
den, bos- en duingebieden met vele
soorten planten en vogels.
En het is waar; Schiermonnikoog is
wat natuur betreft een prachtig eiland.
Het karakter van het enige dorp ech
ter, is door tal van incidentele ingrepen
geleidelijk aan achteruit gegaan.
Hoe het oude dorp Westerburen verlo
ren ging en het huidige dorp er
ontstond, staat oa. beschreven in het
standaardwerk dat mevrouw Louise
Mellema over het eiland schreef. In een
artikel voor het Waddenbulletin, schrijft
ze bovendien, dat de toenmalige eige
naar van het eiland, de familie Stachou-
wer, bij de herbouw van het dorp een
stevige vinger in de pap had.
Met een soort bestemmingsplan be
paalden zij:
„De lengte en breedte der huizen, van
de lange schuren voor het drogen van
de netten, tot op een inch nauwkeurig
uitgerekend; iedere decimeter die bui
ten de voorgeschreven maat viel,
kwam "de bewoner óp zoveel „stuver"
extra, te staan."
De'woningen in de luwte der duinen
werden aan de straat in één rooilijn
gerangschikt. De meeste huizen waren
dubbel bewoond. Eerst werden Vóór
en Middenstreek gezet en na 1756 de
Langestreek.
Het eilanderhuis
Wat het eilanderhuis, zoals onze voor
ouders dit bouwden, in de eerste plaats
typeerde, is harmonie. Een harmonie
die bereikt werd door een rustige
hoofdvorm en passende verhoudingen
van de samenstellende onderdelen.
Gevelindeling, ruitvormen, gootafmetin-
gen etc. lagen in verhouding vast, zo
dat ook de mindere goden onder de
architecten/aannemers weinig kwaad
konden doen.
Heel in het eenvoudige tipte de oude
ambachtsman met het fraaie verhou-
Restauratietekening van Langestreek 40. Ar
chitect W. Faber
Langestreek 40, omstreeks 1900 (Welwillend
afgestaan door Mevrouw Visser-Visser)
dingensysteem aan het meetkundig
geheim, dat elk groot specimen van
bouwkunst kenmerkt en schoonheid
waarborgt.
Het oude dorpsbeeld had mede door
de kleurzede iets sterk gemeenschap
pelijks.
Voor elk huis stonden een of twee
bomen; een deel der gevels was, zoals
mevrouw Mellema schrijft met een nu
grondig uitgeroeide klimop begroeid.
Voor elke woning een moestuin, onder
ling door heggen gescheiden. Zo'n huis
is eens beschreven als „een paradijs".
Het tweede belangrijke kenmerk is de
constructie. De ruggegraat van het huis
wordt gevormd door een constructie,
die typisch van Schiermonnikoog is.
Op de dwarsdoorsnede is deze duide
lijk te zien. Op de twee staanders rust
een (gedeelde) langsligger, die aan de
uiteinden nog in de voormuur en de
scheidsmuur van de huishelften rust
Rechts een dragende muur, die door
loopt tot achterin het huis. Over deze
muur en de langsligger: de opgelegde
balken, zes in getal, waarop het
grootste deel van het dak rust.
Op de tekening van de dwarsdoorsne
de is te zien dat de huishoogte en de
lengten van de opgelegde balken gelijk
zijn. Dit is geen toeval. Vanuit deze
opgelegde balk
langsligger
dragende muur
staanders