van natuurbehoud toeneemt vindt hij het vreemd, dat men dit beleid gaat voeren. Weliswaar belooft de Rege ring, langs andere wegen naar vei ligstelling te streven, maar ten aan zien van de monumentenzorg ge looft zij daar zelf niet in. De heer Van Leyenhorst (C.H.U.) ver zocht zodanige maatregelen te ne men, dat afbraak van wezenlijk waardevolle gebouwen wordt voor komen. Hij vroeg de Staatssecreta ris ook aan samenwerking te den ken met Volkshuisvesting en Ruimte lijke Ordening in het kader van re constructieplannen. Hij zei de tijde lijke subsidiestop voor restauratie van monumenten een maatregel te vinden, die hij betreurt. Minister Engels verklaarde, dat hij actiegroepen en initiatiefcomités van burgers, die zich inzetten voor voor zieningen en activiteiten in hun di recte woon- en leefmilieu én binnen de bepaalde doelstelling van hun or ganisatie, van belang acht, mits een en ander op democratische wijze gebeurt. Staatssecretaris Vonhoff ontveinsde zich niet, dat de monumentenzorg niet zonder zorgen is. Hij zei te be treuren, dat de algemene toestand hem heeft genoopt, een tijdelijke subsidiestop voor restauraties aan te kondigen. Overigens wenste hij niet te verhelen, dat er toch zeer veel gebeurt. In vervolg op een opmerking van de heer De Gaay Fortman (P.P.R.), dat de Regering kennelijk op het stand punt staat, dat de monumenten dan maar in mekaar moeten vallen, knoopte de heer Egas (P.v.d.A.) aan, dat er vele zullen instorten als er tot 1975 een stop wordt toegepast, om dat er niet op tijd iets aan wordt ge daan. Staatssecretaris Vonhoff stelde na drukkelijk, dat, ondanks de subsi diestop uit de woonhuisrestauratie- pot kan worden geput. Het is niet zo, dat er tot 1975 geen geld meer be schikbaar is voor die restauraties. (Nee, maar wel te weinig! T.K.) Het loopt door, merkte de Staatssecre taris op. Met de subsidiestop wordt beoogd te voorkomen, dat een on toelaatbaar stuwmeer van aanvra gen en verwachtingen ontstaat. (De Staatssecretaris gaat hier geheel voorbij aan het psychologische ef fect van verwachtingen T.K.) Over de monumentenzorg spraken ook de heren Wilbers (D'66), Van Leyenhorst (C.H.U.) en Van Dijk (V.V.D.) o.m. of ten aanzien van de prioriteiten, wat de monumenten be treft, wordt gerelateerd aan het be lang en de staat, waarin zij verkeren. Dat is volgens de Staatssecretaris inderdaad het uitgangspunt. De prio riteiten ten aanzien van de restaura tie van woonhuizen worden zoveel mogelijk gebruikt op de plannen van de gemeentelijke overheid. De Staatssecretaris dacht daarbij o.m. aan het Bergkwartier in Deventer en het Stokstraatkwartier in Maastricht. Hij wees er op, dat in een aantal ge vallen, waaronder in een werkgroep Oude Binnenstad Amsterdam, sa menspel plaatsvindt tussen CRM en de gemeentelijke overheid, alsmede met het Ministerie van Volkshuisves ting en Ruimtelijke Ordening. In overleg met de Staatssecretaris van het laatstgenoemde ministerie is het Staatssecretaris Vonhoff duide lijk geworden, dat een meer gecoör dineerde aanpak in verschillende opzichten voordeel kan hebben, waarbij - de incidentele monumen ten, zoals kerken en poorten buiten beschouwing latend, - een onder scheid gemaakt kan worden van groepen huizen en die van inciden tele monumenten, die ook voor de huisvesting kunnen worden benut. Wat de stadswijken betreft, achtte de Staatssecretaris het wenselijk commissies ad hoe te benoemen, waarin als vaste kern vertegenwoor digers zitting hebben van de betrok ken gemeenten, het departement van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en dat van CRM (waarin ook de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg is betrokken) en welke commissies ad hoe zouden kunnen zorgen, dat het geld voor stadssa- nering en monumenten een effectie ve besteding kan krijgen. (Maar als er bij de Diensten van de betrokken gemeenten onwillige honden zitten - en die zitten er, zoals de ervaring van de laatste decennia heeft ge leerd - wat blijft er dan van de ef fectieve besteding over? T.K.) De Staatssecretaris merkte nog op, dat natuurlijk de initiatieven altijd voor deze soort van projecten van de gemeentelijke overheid zullen moeten komen. Bij de groepen van Maastricht. Restauratie van de Stokstraat wordt voortgezet

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1972 | | pagina 10