Het Vrije Volk trok de gelijkenis met de Bijlmer, wat het blad deed vragen: ons eerste ghetto? Een somber voor uitzicht. Dat dit nooit zo ver moge komen. Intussen zitten wij én met een Bijlmer meerprobleem én met het probleem van de z.g. wederopbouwgebieden. Niet een soort overheidsbeleid, dat diep respect afdwingt. De burgerij komt in beweging Wat dan via de stembus niet is ge beurd gaat nu langs andere wegen gebeuren. Allerwegen protesten, eisen tot inspraak en wat direct construc tiever is, burgers, die de handen in elkaar slaan om zelf te herstellen, op knappen, restaureren. Wij noemden in vorige nummers al verschillende ge meenten, waar maatschappijen tot stadsherstel in oprichting, of al in volle actie waren. De gangmaker, de Amsterdamse Maatschappij tot Stads herstel, had enkele maanden geleden al 126 panden in eigendom en zal in tussen wel weer gegroeid zijn. Dioge- nes had er 61. En met lange wacht lijsten van gegadigden dit dwars tegen het officiële geroep uit de raad- hulzen, dat de binnensteden zo leeg liepen. Ja, waardoor? De provincie, noch stad Groningen waren gangmakers in de veldtocht tot herstel en restauratie van hun waardevolle panden. Het initiatief om tenminste de 500 monumenten in Gro ningen te redden is genomen door een groep burgers die een Maat schappij tot Stadsherstel wenst. Hoe zal de reactie zijn van de burgerij, die dat door hun financiële bijdragen waar moeten maken. „Hier gebeurt niets. Het gaat achter uit", zei mr: Overdiep, een der initia tiefnemers. De maatschappij stelt zich voor, om inderdaad percelen aan te kopen en te restaureren. Daarna kunnen zij verkocht worden, of in eigen bezit worden gehouden om verhuurd te worden. In Utrecht is een werkgroep in het leven geroepen „Herstel leefbaarheid oude stadswijken Utrecht". Zij heeft het college van B W toestemming gevraagd om de ambtenaren van Monumentenzorg te mogen helpen. Zij willen helpen, daar waar de ge meentelijke dienst door gebrek aan mankracht en tijd aan verschillende zaken niet toekomt, zoals inspecte ren van oude voor sloop bestemde panden op mogelijk waardevolle fragmenten, die vóór de sloop ver wijderd moeten worden. Zij wil ko men tot herziening en aanvulling van de lijst van monumenten. Zij wil ge hele oude wijken onder de loep ne men. Zij willen wat dóen en de af braak en verslonzing tegenstroom bieden. In Idaarderadeel wil de „Stichting tot behoud van monumenten in de ge meente Idaarderadeel' tot actie over gaan. Lezingen en voordrachten ook voor de Raad, adviseren van eige naren van monumenten, zelf aanko pen en restaureren. In Nijmegen legden B W een „praatstuk" bij de paragraaf sane ring. Wat was het resultaat? Het antwoord van allen die er op rea geerden: „Ga asjeblieft onze oude wijken niet afbreken. Knap liever de huizen daar op en zorg dat die wij ken weer leefbaar worden, naar he dendaagse eisen." In Eemland is de Junior Kamer Eem- land op de ketting gesprongen, die metterdaad iets doen wil en het nu niet alleen meer wil overlaten aan de oudheidkundige verenigingen. Goed geluid. Vooral van jonge mensen. Het stedelijk schoon aldus De Amers- foortsche Courant wordt door steeds meer mensen niet alleen ge waardeerd maar ook als volstrekt on misbaar voor de leefbaarheid van de stad ervaren. Intussen heeft in Amersfoort de Amersfoortse Jongerenraad B W in een brief gevraagd het voortijdig afbreken van panden in de binnen stad te staken. Zij zijn niet gelukkig met de gemeentelijke plannen. Er wordt volgens de jongeren te weinig aandacht besteed aan de typische behoeften van de binnenstad. Over het afbrekeen van monumenten zeg gen zij, dat elk afgebroken monument de waarde van de overblijvende mo numenten doet dalen. Zij wraken het gebrek aan inspraakmogelijkheid. In Dordrecht is het het College van B W zelf, dat een N.V. Stadsher stel Dordrecht wil oprichten. Het verwacht daar een belangrijke stimu lans van voor de restauratie-activi teiten in de oude binnenstad. Naast de saneringsactiviteiten immers, zo zegt het College, nemen de restau ratie van de historische cultuurgoe deren van onze stad een wezenlijke plaats in bij de realisering van het sanerings- en reconstructieplan voor de binnenstad. Dat de belangstelling daar wel degelijk voor bestaat, moge blijken, dat onder toch financieel lang geen gemakkelijke omstandig heden, er afgelopen jaar vijf restau raties voltooid zijn en vijf particuliere restauraties in uitvoering zijn. Voor acht in voorbereiding zijnde projec ten is reeds subsidie toegezegd. De restauraties van de Statenzaal en die van de Groothoofdspoort beginnen te vorderen. In Weerselo staat een van de twee adellijke jufferenstiften, die in ons land nog bewaard zijn gebleven. Te midden van eeuwenoude bomen vormt het Stift Weerselo een uniek plekje in het Twentse landschap. Het werd onlangs op de lijst van be schermde dorpsgezichten geplaatst. De Stichting Twente Contact heeft met grote instemming van de kerk voogdij der Hervormde Gemeente en het bestuur van de Stichting Vrien den van het Stift Weerselo een plan gemaakt om het Stifthuis te doen restaureren. Het zal de bestemming kunnen krijgen van representatief ontvangst- en congrescentrum voor Twente. Onder de strijdkreet „Redt het Stift" worden gelden ingezameld, rekening van de „Vrienden van het Stift Weerselo", Amrobank, Almelo. Dit zijn allemaal positieve geluiden die Heemschut uit het hart gegrepen zijn. Men weet het, Heemschut res taureert niet zelf, Heemschut stimu leert, adviseert, adresseert, propa geert en wil zo de bodem rijp maken voor de heemschutgedachte. Gezien deze reactie mag Heemschut niet on tevreden zijn over de responsie. Ook niet al heeft het tientallen jaren ge duurd voordat zóvele reacties, uit zó vele groeperingen uit het maatschap pelijke leven naar buiten kwamen. Het is daarom ontmoedigend, dat de restauraties en de beschermde stads en dorpsgezichten, die zoveel bete kenen voor het leefmilieu en de le vensvreugd van zovelen niet de fi nanciële middelen van overheids wege krijgen, die zij blijkens de uitingen uit de burgerij verdienen. Er is een achterstand van f 100 miljoen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1971 | | pagina 9