Dijkhuis, Sleeuwijk
Maar Zwolle laat zien, hoe de samenhang in het
stadsbeeld door nieuwbouw verstoord kan worden.
Ook geldt dit buiten de steden, waar voorbeelden
te vinden zijn van cultuurhistorische betekenis,
wier gebruik niet meer efficiënt geacht wordt in
deze tijd, maar die door een nieuwe bestemming
behouden kunnen blijven.
Een voorbeeld hiervan is de Tongerlose Hoef bij
Tilburg, die bij de Hogeschool in gebruik is.
Waterstaatkundige noodzaak vormt een bedreiging
voor karakteristieke dijkhuizen. Hier wordt om een
oplossing gevraagd. Met deze problematiek voor
ogen, is het duidelijk, dat de hoeveelheden werk
zich opstapelen.
Dit geldt zowel voor Alkmaar, waar onvoldoende
onderhoud en niet tijdige aanpassing aan nieuwe
eisen de oorzaak waren van de verkrotting die over
vele Nederlandse gemeenten een doem legt, als
voor Woudrichem, waar nu panden vervallen en
verwaarloosd staan te wachten om in oude glorie
en voor nieuw gebruik te worden hersteld.
Het aantal kontakten met gemeentebesturen, rijks-
en provinciale diensten, particulieren en samen
werkende instellingen breidt zich steeds meer uit;
het is langzamerhand een zö zware en omvangrijke
taak geworden voor het bestuur wier leden alle
hun normale dagtaak hebben dat al die bemoei
ingen niet meer op de vereiste wijze kunnen wor
den opgevangen en verwerkt. Ook het samenspel
met de provinciale commissie vergt voortdurend
overleg. Daarbij vormen de financieringsvraagstuk
ken een onderwerp van toenemende omvang en zorg.
Ik ben er dan ook van overtuigd dat de Bond
Heemschut het moment heeft bereikt, waarop hij
zal moeten gaan beschikken over een grotere vak
bekwame staf; dan zouden de specifieke Heem
schut-vraagstukken onder leiding van een directeur
in vaste dienst meer tot hun recht kunnen komen.
Het huidige bestuur van de Bond Heemschut zou
meer de rol van een Raad van Bestuur gaan ver
vullen dan van een werkcomité.
En hiermede, dames en heren, heb ik al even de
toekomst van onze Bond aangestipt. Hoe dienen wij
deze toekomst te zien, wat zullen wij moeten be
reiken?!
Nederland heeft sinds 1961 een monumentenwet,
een lijst van beschermde stads- en dorpsgezichten
en een lijst van 40.000 beschermde monumenten.
Maar door het ontbreken van een onderhoudsplicht
en een redelijke controle, met als gevolg het
ontbreken van afdoende maatregelen tot
herstel, biedt deze wet onvoldoende daad
werkelijke bescherming.
Nederland biedt fiscale voordelen bij restauratie.
Maar de fiscale wetgever is een essentiële stap
teruggegaan door vermindering van aftrek
wegens onderhoud aan het eigen woonhuis
en vormt bijgevolg een bedreiging voor
het partikuliere aandeel in het behoud van
monumenten.
Nederland had in 1970 39,6 min. op de begroting
staan van het ministerie van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk voor het hoofdstuk monu
mentenzorg.
Maar van dit bedrag werd 20% of rond f 8 min.
aan rijksbijdragen voor de restauratie van
woonhuizen besteed.
Nogmaals, Nederland zal in 1971 43,6 min. kunnen
besteden aan rijksrestauratiesubsidies.
Maar de achterstand bij het verlenen van die sub
sidies bedraagt momenteel 100 min. Jaarlijks
neemt deze achterstand nog toe met on
geveer 20 min. Daardoor gaan vele „woon-
monumenten" verloren: zij vervallen snel en
verdwijnen als monument en gaan verloren
voor aantrekkelijke huisvesting.
Want, dames en heren, als de Bond Heemschut zich
ten doel stelt de schoonheid van Nederland te be
houden, dan gaat het niet om schoonheid als doel
in zichzelf dan gaat het om schoonheid die funk-
tioneel is voor de mens.
Wij allen worden bijna dagelijks geconfronteerd met
de problemen van lucht-, water-en bodemvervuiling.
In toenemende mate beseffen wij, dat deze pro
blemen in ons dicht bevolkte land een urgentie
hebben die praktisch alle prioriteiten teboven gaat.
Steeds duidelijker beseffen wij dat het gaat om ons
leven nu en in de toekomst.
Maar, dames en heren, leven is niet slechts een
lichamelijke zaak. Ons welzijn wordt ook door