lossingen gaat, ging het ook hier. Toen het plan eenmaal geboren, geaksepteerd en uitgewerkt was, was er geen weg terug meer. Een dergelijk plan gaat zijn eigen leven leiden. De technische diensten, die eerst met moeite een dergelijk plan aksepteren, bijten zich er zo in vast, dat een herziening van standpunt, on danks de gewijzigde inzichten, vrijwel onmogelijk wordt. Zo ook hier. De doorbraak is tot stand ge komen, inmiddels voorzien van een karakterloze be bouwing, met verwaarlozing van de bestaande oude bebouwing (Walburgstraat 3, 5, 7, de 17de eeuwse bejaardenwoningen no. 2 - 16, het zgn. Vrouw Wils- oors- of Aaltien Olthof gasthuis. In maart 1955 werd door de Gemeenteraad besloten de autobussenstandplaats naar het noordelijke deel van de Grote Markt te doen verhuizen en een verkeers- sirkwie rondom het Raadhuis en het grote voorplein te maken. Daarmee was de verkeerskonsentratie op de Grote Markt in prinsipe kompleet. In de volgende jaren werden de schone, geluidloze (maar wel storing op radio en t.v. veroorzakende) trolleybussen ver vangen door stinkende en ronkende autobussen. Behalve de doorbraak Kreupelstraatje-Walburgstraat aan de voet van de Martinitoren werd ook de voor Groningen zo karakteristieke vernauwde straatuit monding van de Oude Ebbingestraat tot driemaal de oorspronkelijke breedte opgerekt. Vol trots schreef de redakteur van het Vrije Volk op 19 oktober 1956 onder de foto's van de oude en nieuwe situatie: „Bloeiende Stad, het Groningen van thans: een bloei ende moderne stad. Over de geasfalteerde straten, waarboven de draden van de trolley zijn gespannen en waarover felle lampen en hoge lichtmasten des avonds hun schijnsel werpen, raast het verkeer. De brede Ebbingestraatmond wordt één der toegangen tot de uitgestrekte wijken in het noorden." Helaas bleek deze „brede toegang" reeds spoedig „te smal" te zijn, waarmee het éénrichting-verkeer zijn intree deed en de toegang slechts ingang van het noorden naar de Markt werd. Huidige verkeerssituatie Grote Markt met centraal busstation en verkeerscircuit rondom Raadhuiscomplex en voorplein. Middenonder de sterk verbrede uitmonding van de Oude Eb bingestraat. Het kan verkeren. Het heeft tot oktober 1965 moeten duren alvorens men in de kringen van het Gemeentebestuur in de gaten kreeg dat er zelfs in Groningen zoiets als een verkeers- en parkeerprobleem was ontstaan. Kort na zijn ambtsaanvaarding wist burgemeester Berger te bereiken dat opnieuw een aantal adviseurs werd aan getrokken, t.w. Ir. C. van Traa, oud-stedebouwkun- dige te Rotterdam, de verkeerexperts Ir. H. M. Goud appel te Deventer en Prof. Lehner te Hannover. Het duurde tot maart 1967 tot er eindelijk een Ont- werp-verkeersplan Groningen-centrum in druk ver scheen, opgesteld door Ir. Goudappel, in samen werking met de stedebouwkundig adviseur Ir. van Traa en de Commissie Stadsstruktuur (samengesteld 0.a. uit vrijwel alle hoofden van diensten en enkele wethouders Door aandrang van de burgerij en onder invloed van de algemeen in den lande opkomende tendens de burgerij meer direkt bij de planning en besluitvorming te betrekken, moedigden B W van Groningen de zgn. inspraak aan. Er werden vele exemplaren van het ontwerpverkeersplan 1967 gratis ter beschikking gesteld, terwijl er meerdere „hearings" werden ge organiseerd. Het resultaat was een opgewekte discussie onder de burgerij. Ingezonden stukken werden in de kranten gepubliceerd, verschillende alternatieve detailoplos singen werden bij B. W. ingzonden, terwijl een groep van elf personen, (w.o. 4 architecten en enkele academici, sociaal geograaf, physicus, biophysicus, psycholoog) zich noemende de Studiegroep Binnen stad Groningen, een zeer uitvoerig rapport met kant tekeningen het licht deed zien. Kort samengevat komt het ontwerp verkeersplan 1967 op het volgende neer: 1. het doorgaande verkeer wordt uit de binnenstad geweerd. 2. het verkeer in de stad zelf moet zoveel mogelijk in beweging worden gehouden. 3. lang-parkeerders moeten uit het stadscentrum verdwijnen. 4. het openbaar vervoer moet meer mensen sneller kunnen verwerken. De resultaten zijn de volgende. a. Een tangenten stelsel werd ontworpen rondom de oude binnenstad binnen de vestingwallen, waar door verkeer van de ene stadswijk naar de andere en het doorgaand verkeer vlot kan worden afge wikkeld zonder de straten van het centrum te belasten. b. Binnen dit systeem van tangenten is een verdeel- ring aangegeven, nl. in het oosten en het noorden éénrichtingsverkeer langs beide zijden van het water, in het zuiden tweerichtingverkeer over het gedempte Zuiderdiep, in het oosten via een ri goureuze doorbraak langs de Munnekeholm, langs de A-kerk-toren, Lutkennieuwstraatje-de 59

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 19