Wij zijn erg gelukkig met de in 1968 gereed gekomen
Monumenten-wet, waarin het afbreken van oude
huizen, boerdciijcn of monumenten woidt verboden
Het gelukte ons voorts om de medewerking te verkrij
gen van de besturen der middelbare scholen. U weet
dat de jeugd in IJsland vier maanden vakantie heeft.
Elke leerling van de middelbare school is verplicht
één week van zijn vakantie (tegen betaling door de
gemeente) te gebruiken voor het onderhoud van
tuinen, parken en plantsoenen.
Bijna niemand onttrekt zich aan deze verplichting en
de jeugd voelt het als een morele plicht dit „voor
het land" over te hebben.
In 1968 gaven wij voor het eerst een maandblad uit,
waarin onze doelstellingen duidelijk worden omschre
ven, en waarin laakbare handelingen van gemeente
besturen of landeigenaars worden veroordeeld.
We geven met foto's misstanden aan (zoals het plaat
sen van reclameborden in natuurgebieden of bij veel
bezochte bezienswaardigheden) en we maken ook be
kend wat er werd gered of gerestaureerd, (zoals „Op
Heemwacht" van de heer Koot, Kr.).
Uitwisseling van gegevens tussen andere gelijkgerichte
instanties o.a. met de „Society for the Protection of
Ancient Buildings" uit Engeland en de „Scottish
National Trust" wordt zeer op prijs gesteld door onze
leden, waarvan de reacties daarover in ons blad wor
den gepubliceerd.
Wij zijn op de hoogte met de activiteiten in het kader
van het Europese Natuurbeschermingsjaar in 1970 (in
ons land N70 genoemd, Kr.). Ook wij zullen in de
week van 11 tot 16 mei 1970 op alle scholen voor
lichtingsmateriaal ter beschikking stellen.
Bekende biologen en oudheidkundigen zullen lezin
gen houden, waarin gewezen wordt op de onderlinge
wederzijdse afhankelijkheid van de mens en de na
tuur.
Na bovengenoemd gesprek gaven de heren ons twee
affiches en enkele foto's mee ter illustratie van dit
artikel.
Verkeersproblemen op IJslandnaar een tekening van Sigmund
in Morgenbladet
De vereniging van natuurvrienden in IJsland laat zien hoe het
we! moet
Zij konden zich niet voorstellen dat in Nederland een
vereniging als de hunne nog recht van bestaan had.
„Holland staat toch bekend als een uiterst schoon
land?"
Enkele nummers van ons blad, die wij bij hen achter
lieten, spraken echter een andere taal. Het was voor
hen onvoorstelbaar dat er uit de Amsterdamse grach
ten duizenden kilo's vuil wordt gehaald en dat de
straten soms op vuilnisbelten lijken.1)
Wij hebben op IJsland gedurende een 9-daagse auto
tocht bijna geen vuil geconstateerd. Honden zijn er
bijna niet en die er waren werden aan dè lijn ge
houden, zodat van hondenvuil geen sprake was.
Wij zagen de jongelui met schoffels, harken en prik
kers in de plantsoenen aan het werk, een werk dat ze
met blijdschap verrichtten.
We bezochten ook het enige openluchtmuseum van
IJsland, „Arbaer" enkele kilometers buiten Reykjavik.
Uit wat daar aanwezig was bleek, dat men eigenlijk
te laat begonnen is met het bijeen brengen van „oude
dingen", die wij hooguit ouderwets zouden noemen.
Veel is op IJsland door onnadenkendheid of gebrek
aan culturele belangstelling verloren gegaan. Daarom
is het werk van de IJslandse „Vereniging van Natuur
vrienden" van uitermate grote betekenis.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van -de
Republiek IJsland kreeg deze vereniging van staats
wege dan ook een behoorlijke subsidie. Daar weet het
bestuur gelukkig wel raad mee
Het kantoor van de Vereniging van Natuu'rvrienden
lag boven een muziekwinkel. Was het bij toeval of
draaide men ter ere van ons bezoek de populaire song
„Clean up your own backyard" van Elvis Presléy?
J. H. KRUIZINGA
Men leze- „Uit zelfbehoud", door ir. Z. Salverda. Tn den
Toren - Bosch en Keuning - Baarn (ƒ4,90).
A/Z7-
147