Nota monumentenzorg Noord-Holland
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland zonden de
Bond Heemschut een door hen aan de Provinciale
Staten uitgebrachte nota inzake de monumentenzorg
ter kennismaking toe. Aan deze belangwekkende nota
is het volgende ontleend.
De gedachte, dat de monumentenzorg ook een pro
vinciale taak is, brak slechts langzaam door. Wezen
in 1872 en 1875 de Provinciale Staten van Noord-
Holland nog verzoeken om subsidie in restauratie
kosten af, in 1882 werd voor het eerst een subsidie
toegekend en wel voor het herstel en verder onderhoud
van de kapel bij de Ned. Hervormde Kerk te Veen-
huizen, waarin zich de graftombe van Reinout van
Brederode bevindt. Sindsdien werden tot aan het
einde van de eerste wereldoorlog in enkele inciden
tele gevallen, daarna in toenemende mate, subsidies
verleend.
Bij besluit van 11 maart 1948 werd een monumenten
fonds ingesteld, waaruit voor restauraties subsidies
konden worden verleend tot een op de begroting uit
getrokken krediet, dat aanvankelijk op 80.000,
werd bepaald. De toeneming van het aantal aanvragen
en het stijgende loon- en prijspeil hebben ertoe geleid,
dat die kredieten in de verdere loop der jaren een
opgaande lijn vertoonden.
Van 1955 tot en met 1958 werd jaarlijks een bedrag
van 225.000,beschikbaar gesteld, voor elk
der jaren 1959, 1960 en 1961 bedroeg het krediet
300.000,en sinds 1962 wordt op de provinciale
begroting jaarlijks een bedrag van 550.000,voor
subsidies ten behoeve van restauraties geraamd. Vpor
het jaar 1969 voteerden de provinciale staten een be
drag van 850.000,
Een subcommissie voor monumentenzorg uit de pro
vinciale Commissie voor Culturele Zaken adviseert
daarbij het provinciaal bestuur voor de toezegging der
subsidies.
In de nota wordt een overzicht gegeven van de per
jaar gevoteerde kredieten en de toegezegde subsidies
sinds de instelling van het monumentenfonds. Tot en
met 1968 bedroegen die kredieten met de daarbij ge
kweekte rente in totaal 7.086.763,22 en de toege
zegde subsidies in totaal 7.309.682,81. Van dat
laatste bedrag moet 210.589,10 afgetrokken worden,
omdat de betreffende restauraties geen doorgang heb
ben gevonden. Bovendien waren de restauratiekosten
van een aantal monumenten lager dan aanvankelijk
werd voorzien, hetgeen een besparing van 31.370,11
opleverde. Gemiddeld werd 10 subsidie verstrekt
in de subsidiabele kosten der restauraties. Uit een en
ander kan worden geconcludeerd, dat bedoelde kosten
voor alle tot dusver met steun van de provincie ge
restaureerde monumenten bij benadering 70 a 80
miljoen gulden hebben bedragen.
Na nog een opsomming gegeven te hebben van het
Monumenten in Noord-Holland: de speelioven te Edarn.
stijgende aantal monumenten, dat per jaar in restau
ratie kon worden genomen, vervolgt de nota:
„Wil echter aan het verval van een reeks monumen
ten een eind komen, dan zal.het noodzakelijk zijn dat
het aantal per jaar te restaureren monumenten nog
aanzienlijk toeneemt. Het gemeentebestuur van Am
sterdam heeft het voornemen om het aantal per jaar
te restaureren panden van 100 op te voeren tot 150.
Het zal duidelijk zijn, dat als gevolg van het gestegen
loon- en prijspeil en een vermeerdering van het aantal
restauraties een voortdurend sterker beroep op de
provinciale middelen zal worden gedaan. Indien de
provincie aan dit onderdeel van provinciale zorg in
enigszins betekenende mate haar steun wenst te blijven
verlenen, zal een verhoging van het terzake beschik
baar gesteld krediet onontkoombaar zijn."
Het zal de lezer duidelijk zijn, dat de Bond Heem
schut het met die laatste conclusie hartgrondig eens is.
93