De Stichting
Claes Claesz Hofje
grootste is Warmoesstraat 5, waar het theater-restau
rant de Koopermolen is gevestigd, een laat-middel-
eeuws huis van 18 m. diep, achter een monumentale
gevel uit 1725.
Op 31 dec. 1967 bedroeg de balanswaarde van de
gerestaureerde panden reeds 532.000,Vrijwel al
deze 21 gerestaureerde panden waren zwaar bouw
vallig toen het werk begon, de funderingen zijn ver
sterkt, de kappen vernieuwd, de balken, vloeren, trap
pen, deuren, ramen en binnenmuren hersteld en waar
nodig vernieuwd, er zijn nieuwe leidingen ingekomen,
keukens en sanitair, de meeste hebben een centrale
verwarming. In de zomer 1969 zijn 4 huizen in uit
voering, Goudsbloemstraat 79-83 en Reguliersdwars
straat 31, terwijl 6 werken worden voorbereid, samen
13 panden bevattend.
Dat dit alles in een periode van sterk stijgende bouw
prijzen en een oplopende rentestandaard voor deze
stichting zonder eigen reservekapitaal een geweldige
inspanning is geweest en veel zorgen heeft meege
bracht, ligt voor de hand.
Maar de start is gelukt, dank zij steun van vele kan
ten. De stichting Diogenes hoopt haar bezit mettertijd
te kunnen uitbreiden tot een 100 a 200 panden, en
die behoeven niet alle in de Amsterdamse binnenstad
te liggen of van historische waarde te zijn. Indien zich
een geschikte gelegenheid voordoet zou het bestuur
ook wel huizen in naburige gemeenten willen verwer
ven waar kunstenaars wonen, of een minder fraai ge
bouw dat geschikt is voor ateliers. De combinatie van
monumentenzorg en kunstenaarshuisvesting is echter
een zeer gelukkige gebleken en Amsterdam is nu een
maal het culturele centrum van Nederland, niet in
het minste door het unieke karakter van de binnen
stad.
Blijft de stichting Diogenes zich gunstig ontwikkelen
dan levert zij aan beide een belangrijke bijdrage.
Geen stadswijk heeft in Nederland een zo bekende
naam als de Jordaan in Amsterdam. Wie de Jordaan
uit eigen ervaring kent, weet echter dat er een grote
afstand bestaat tussen die door schrijvers en liedjes
zangers gevestigde reputatie en de realiteit van de uit
gestrekte wijk vol gaten en bouwvallen, vol bedrijven
die het wonen bemoeilijken, nog altijd vrij dichtbe
volkt door mensen die aan de buurt zijn gehecht, met
smalle door auto's verstopte straten en zonder eigen
parken of plantsoenen. De Jordaan is een wijk waar
al een halve eeuw over sanering gepraat wordt en die
er intussen niet beter op geworden is. Volgens de gang
bare denklijnen zou dus krachtig ingegrepen moeten
worden in het oude, nog op de vroegere polderverka-
velen geënte net van straten en grachten, er zou licht,
lucht, groen, verkeersruimte en scheiding van wonen
en werken tot stand gebracht moeten worden. Maar
dat zou de totale afbraak betekenen, een operatie die
niet alleen nauwelijks uitvoerbaar of betaalbaar zou
zijn, maar ook ongewenst, want de romantische repu
tatie van de pittoreske hartelijke volkswijk heeft toch
wel zijn gronden. Zo breekt allengs het besef door dat
de oplossing van het „saneringsprobleem Jordaan" in
de eerste plaats gezocht moet worden in een krachtige
herstelactiviteit terwijl de stedebouwkundige ingrepen
beperkt kunnen blijven. In dit kader is de restauratie
en uitbreiding van het v.m. Anslo's Hofje, nu Claes
Claesz Hofje genaamd, een onderneming van veel
groter belang dan het op zichzelf al omvangrijke
bouwproject doet vermoeden.
Het Anslo's Hofje, gelegen tussen de Egelantiersstraat,
de Eerste Egelantiersdwarsstraat en de Tuinstraat,
was in 1626 gesticht door Claes Claesz Anslo. Het be
stond uit 9 huisjes met boven- en benedenwoningen,
en een poortgebouw, met een paar verhuurde huizen
langs de Egelantiersstraat. Het hofje is kort na de
oorlog uitgestorven, er werden geen nieuwe bewoon
sters toegelaten en geen nieuwe bestuurders benoemd,
toen de laatste regent in 1960 overleed had het hofje
al 15 jaar leeggestaan, dichtgetimmerd en ontoegan
kelijk. Van de huizen aan de Engelantiersstraat was
het mooiste, no. 52, eigendom geworden van de vereni
ging „Hendrick de Keyser". De Stichting Diogenes
kocht een aantal aangrenzende leeggesloopte terrein-
tjes aan de Tuinstraat.
Het verlaten hofje kreeg nieuwe bestuurders, in overleg
met Diogenes werd toen een afzonderlijke stichting in
het leven geroepen waarin beiderzijds de huizen en
terreinen werden ingebracht. Ook „Hendrick de
Keyser werkte mee door Egelantiersstraat 52 over te
dragen. Het bezit van de nieuwe stichting kon naar
twee kanten door aankopen afgerond worden zodat
Egelantiersgracht 66-6S-70, gerestaureerd, gedeeltelijk herbouwd
door de Stichting Diogenes.
64