De Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel N.V. Naar aanleiding van de beroering die in 1954 was ontstaan over het voorstel van de toenmalige Hoofd commissaris van Politie om een groot deel van de Amsterdamse grachten te dempen vormde zich het comité „De Stad Amsterdam". Voor het eerst zaten daar bestuurders van de oud heidkundige verenigingen bijeen met vertegenwoordi gers van het bedrijfsleven en van verschillende maat schappelijke organisaties om zich gezamenlijk te be raden over de toekomst van de binnenstad. Dit in middels weer opgeheven comité heeft een belangrijk blijvend resultaat opgeleverd: de N.V. Stadsherstel. Uitgangspunt hiervan was de gedachte dat er een latente maar sterke behoefte zou bestaan aan woon ruimte in de binnenstad, in goed herstelde, van mo dern comfort voorziene, oude huizen. Dat was toen een ongeloofwaardige stelling. Volgens de gangbare opvattingen gold wonen in de binnenstad als een verdwijnende situatie; wie het be talen kon ging „buiten" wonen, desnoods in een bui tenwijk, liefst in een forensenplaats. Alleen studenten en artiesten gaven de' voorkeur aan de binnenstad als woongebied. In plannen en prognoses nam men de geleidelijke ontvolking aan als betreurenswaardig, maar niet te vermijden. De oprichters van Stadsherstel daarentegen geloof den in een duurzame woonfunctie van de binnenstad, ook door mensen die zich een forensenwoning met tuin konden veroorloven. Met behulp van de gebruikelijke subsidies moest het mogelijk zijn om het onrendabele deel, de „top" van de hoge restauratiekosten op te vangen zodat er een normaal rendement zou overblijven waarvoor beleg gingskapitaal kon worden aangetrokken. Dit betekende dat het systematische herstel van oude woonhuizen een zakelijke basis zou krijgen, zonder overigens te verber gen dat de geldgevers terwille van het goede doel met een bescheiden rendement genoegen zouden moeten nemen. Deze opzet werd nog onderstreept door de toelating van Stadsherstel als instelling, werkzaam in het belang van de volkshuisvesting; de wettelijke status van de woningbouwverenigingen, die fiscale voorrechten ge nieten maar beperkt zijn in hun winstmogelijkheden. Met een maatschappelijk kapitaal van 5 miljoen, waarvan 1.100.000,geplaatst was bij een groep verzekeringsmaatschappijen en andere beleggers, en de toezegging van een nog groter bedrag aan hypo- theekgelden, werd Stadsherstel in 1956 opgericht. Het begin was moeilijk. Wel bleek de belangstelling voor gerestaureerde woonruimte de verwachtingen verre te overtreffen maar de bouwkundige toestand van de te koop aangeboden panden was zo slecht dat in de eerste 5 jaar uit de 350 aanbiedingen maar 50 huizen werden aangekocht. Het was daarom onver mijdelijk dat het bezit van Stadsherstel aanvankelijk voorbeen groot deel uit halve en hele krotten bestond. De restauratieactiviteit werd echter ook met kracht ingezet. Na 5 jaar waren 9 panden gerestaureerd, na 10 jaar 42, op een bezit van 105 panden. In 1966 werd voor het eerst dividend uitgekeerd, en deze gunstige ontwikkeling zette zich sindsdien voort zodat ook het aandelenkapitaal kon worden uitgebreid, o.a. door deelname van de gemeente Amsterdam. Op het ogenblik heeft Stadsherstel 116 woningen in gerestaureerde panden in exploitatie, het aantal geres taureerde huizen bedraagt 50, het gehele bezit 120 panden. Dat is nog niet veel in verhouding tot de 28.322 wo ningen die de binnenstad in 1966 bevatte, of tot de 4870 woningen die in de periode 19561966 in de binnenstad verloren gingen. De betekenis van deze nieuwe hoogwaardige woningen in de binnenstad is echter veel groter dan hun aantal. Zij duiden de kentering aan in de waardering voor de binnenstad als woongebied. Nog duidelijker is de be tekenis van Stadsherstel voor het stadsbeeld. De herrijzing van een aantal bouwvallige hoekcom- plexen (Korte Prinsengracht, Keizersgracht-Heren straat, Prinsengracht-Reestraat, Amstel-Kerkstraat, binnenkort Prinsengracht-Vijzelgracht) manifesteert de herleving van het Amsterdamse stedeschoon op spectaculaire wijze. Stadsherstel is een van de krachtigste argumenten ge worden voor de toekomst van het oude Amsterdam. Korte Prinsengracht 5-7-9, hoek Haa.rlem.rner Houttuinen, een van de belangrijke hoekcomplexen waar „Stadsherstel" een voor Amsterdam zichtbare realiteit xuerd. 62

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 20