Het Wijnhuisfonds
te Zutphen
60
sidies van gemeente, Rijk en provincie kan worden
gedekt.
In verhouding tot de omvang die het fonds thans heeft,
is dit een geweldige onderneming, waarvoor nog aan
zienlijke bedragen ingezameld moeten worden.
Ook het Utrechts Monumentenfonds heeft na een
moeizame aanloop een solide basis gevormd, niet
alleen aan eigen bezit, maar vooral aan kennis van
zaken, aan ervaring om de regeneratie van oude
woonhuizen aan te pakken.
Dat is in een stad als Utrecht, die in een kleine, van
aanleg middeleeuwse kern 900 monumenten bezit,
een element in de stedelijke samenleving waarvan de
waarde niet te schatten is.
Utrecht heeft door zijn rol als kerkelijk en cultureel
centrum vóór de reformatie een geheel eigen karakter
onder de Nederlandse steden, maar hiervan is in onze
eeuw veel verloren gegaan. Grote uitbreidings- en
vernieuwingsplannen rondom de binnenstad zijn thans
in uitvoering.
Wil men bereiken dat de oude kern die de onmisbare
entourage vormt van de kostbare romaanse en go-
thische kerken, op peil blijft, dan is een krachtige
restauratiecreativiteit ten aanzien van de nog aan
wezige historische woonhuizen nodig. Het Monumen
tenfonds heeft bewezen dit te kunnen maar zal, even
als de andere instellingen, veel meer geld nodig heb
ben om te redden wat er nu nog te redden valt.
Heeft Deventer in haar werkgroep Bergkwartier de
nieuwste organisatorische aanpak voor het herstel van
oude stedelijke bebouwing, dan kan de kleinere zuster
stad aan de IJssel, Zutphen, met trots wijzen op één
der oudste instellingen op lokaal niveau die nog
steeds met succes werkzaam is.
Vermeldenswaardig is ook dat het in Zutphen niet
een actiegroep uit de burgerij was die van het ge
meentebestuur aandacht voor de oude bouwkunst
eiste, maar een initiatief van het gemeentebestuur dat
hiermee vele andere steden vóór was.
In 1926 besloot de Raad tot een monumentenveror
dening, die o.m. inhield, dat de gemeente onderhoud
en herstel zou bevorderen door een aparte gesubsi
dieerde organisatie. Dat werd het een jaar later op
gerichte Wijnhuisfonds, genoemd naar de bekende
vroeg 17de eeuwse Wijnhuistoren.
In het begin kon het fonds weinig tot stand brengen,
de eigenaren van oude huizen voelden niets voor
restauratie, zelfs niet als het Wijnhuisfonds herstel
van hun bezit wilde bekostigen of subsidiëren.
Nieuwegracht 37, in 1966 door het fonds verworven en in 1967
gerestaureerd.