De Stichting Menno van Coehoorn vervolg De Zaanse Schans 57 In 1932 werd na lange voorbereiding de oprichtings akte gepasseerd van de Stichting „Menno van Coe hoorn", genoemd naar de beroemde vestingbouwer en generaal van Stadhouder-Koning Willem III. Vertegenwoordigers van een groot aantal organisaties waaronder Heemschut, „Hendrick de Keyser", Natuurmonumenten, de A.N.W.B. namen zitting in het hoofdbestuur. Het doel werd aldus omschreven: „de instandhouding te bevorderen van oude, buiten militair gebruik ge stelde vestingwerken in Nederland, als gedenktekens van geschiedenis en kunst en als natuurmonumenten, zodoende bij te dragen tot het bewaren van zinrijke overblijfselen en eerbiedwaardige tradities uit ons nationaal verleden en tevens in het Nederlandse volk de zin voor kunst- en natuurschoon te bevorderen." Dat klinkt in jonge oren wat vorige-eeuws; wie is op gegroeid met krantennieuws over ruimtevaart en nucleaire oorlogvoering kan zich niet meer voorstellen welke realiteit de her en der in ons land verspreide aarden wallen, de gemetselde kazematten en de bij behorende grachten tot voor kort hadden voor het gevoel beschermd te worden tegen vreemde indringers. In tegenstelling tot de oude woonhuizen en, op een andere manier, de natuurgebieden die aan een zeer actuele behoefte voldoen, horen deze vestingwerken compleet tot de historie. Nu de militaire betekenis voorbij is, kunnen wij hun waarde als monumenten van geschiedenis, bouwkunst, natuur- en landschapschoon onbevangen bekijken en eeuws pakhuis waarin 's winters het scheepsgerei van een walvisvaarder werd opgeborgen en een her bouwd 19de eeuws pand uit Zaandam. Het rijke interieur is een rustpunt voor de groeiende schare bezoekers van de Schans, die elk jaar groter wordt. Het is nu al een echt dorpje met klinkerpaden en tuinen, en een keurcollectie huizen van verschillende typen. Omdat het helaas niet mogelijk is alle in de Zaan streek met sloping bedreigde huizen over te brengen, worden ook belangrijke fragmenten opgeslagen voor latere toepassing. Er zal nog vele jaren in de Zaanse Schans gebouwd moeten worden, waarbij het van groot belang is dat de Kalverpolder, achter de Schans, open blijft om voor de bewoners en de bezoekers op dit ene punt die merkwaardige schoonheid te laten voortleven van molens en houten huizen in de ruimte van water en weiland, die eens de gehele Zaanstreek eigen was. De vesting Brielle, uil het begin van de 18de eeuw, later ge moderniseerd. die waarde blijkt verrassend groot te zijn. Dat geldt niet alleen voor de beroemde vesting Naar- den, waarschijnlijk de enige vrijwel gaaf bewaarde dubbele verdedigingsgordel van in hoofdzaak J7de- 18de eeuwse aanleg, maar ook voor allerlei weinig bekende forten en schansen die een grote bekoring hebben met hun begroeide wallen en grachten vol waterlelies. Het ligt voor de hand dat de voormalige verdedigings werken die zelfs als militair magazijn geen functie meer hebben, door het Ministerie van Defensie worden afgestoten en overgedragen aan andere overheids lichamen, zoals de Dienst der Domeinen, of een ge meentebestuur, in sommige gevallen ook verkocht worden aan particulieren. Bij die gelegenheden is de Stichting Menno van Coe hoorn een onmisbaar steunpunt. Soms treedt de stich ting zelf als erfpachter op van de vesting Willem stad b.v. of als koper om het desbetreffende object later weer aan een veilige eigenaar door te geven. De wallen van Woudrichem, in aanleg nog laat 16de eeuws.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 15