Op Heemwacht TON KOOT Non Possumus Kans geboden Bij de behandeling van de Rijksbegroting voor het De partement van Cultuur, Recreatie en Maatschappe lijk Werk heeft Minister Klornpé ten aanzien van de verhoging in de bijdragen van de restauraties voor monumenten laten blijken, dat zij de betekenis en de noodzaak daarvan inziet, maar daarbij verzucht: non possumus. Wij zijn direct bereid aan te nemen, dat deze Minis ter niet nagelaten heeft om de post op de begroting voor de restauraties van monumenten verhoogd te krijgen, maar dat dit in het kader van het financiële beleid van deze Regering niet is mogen gelukken. Vandaar het: non possumus. Het viel ons op, dat bij de herdenking van het 50-ja- rige bestaan van de Vereniging Hendrick de Keyser Minister Klompé het te verwachten aantal bescherm de monumenten in Nederland 30.000 noemde. Bij de behandeling van de Begroting voor het jaar 1960 antwoordde de Minister op vraag 213, dat het aantal bouwwerken, dat in aanmerking kwam om gerestaureerd te worden neer kwam op 4.300 grote en 60.800 kleine bouwwerken, dat zijn er samen 65.100! Ditmaal noemde de minister een aantal van minder dan de helft te beschermen monumenten nl. 30.000 en zij voegde hieraan toe, zich bewust te zijn, dat het niet zou gelukken al deze 30.000 te behouden! Voor allen die de betekenis beseffen van dit deel van ons nationale cultuurbezit is het een diepe teleurstel ling en een ontmoediging te moeten horen, dat in acht jaar tijd de noodzakelijk geachte restauraties van ruim 65.000 gebouwen teruggebracht is tot een lijst van 30.000, waarbij het voorbehoud gemaakt wordt, dat deze „beschermde" monumenten niet alle houd baar zullen blijken. Moeten wij dit begrijpen als een verschraling van de eisen of een buigen voor de fi nanciële gevolgen? Beide argumenten behoeven een verklaring. Amsterdam streeft naar meer restauralies Amsterdam, bij uitstek de monumentenstad van Ne derland, heeft een aantal monumenten, dat de 7000 ver zal overschrijden. Op de „Ontwerplijst van te be schermen rijksmonumenten" welke in september 1967 gereed kwam staan er 5500 op vermeld. Het aantal restauraties, dat in 1965 109 en in 1966 nog 104 bedroeg wil het Gemeentebestuur opvoeren tot 150 per jaar, een streven waarvoor het Gemeentebe stuur alle lof verdient en dat in een bijzonder gunstig licht komt te staan als men weet, dat Minister Klom pé voor geheel het land een aantal van 500 te restau reren monumenten per jaar noemde. En tóch valt het ieder op, die enige jaren niet in bijv. Amsterdam is geweest, hoe bij het weerzien de schoonheid van de stad ontstellend blijkt aangetast. Verwaarlozing, sloping en vervanging door niet-pas- sende nieuwbouw zijn de voornaamste factoren in dit proces, dat men ook in zovele andere steden en dor pen in het Nederland van vandaag aantreft. Wil men het veelgeprezen en unieke karakter van on ze stads- en dorpskernen dat nu zo snel in zijn nadeel wijzigt, toch behouden, dan moet het afkalvingspro ces tot staan worden gebracht. Dit kan gebeuren door goed geplande en uitgevoerde restauraties en vernieuwingen die meer respect verto nen voor de reeds bestaande en zo waardevol geachte bebouwing, dan in de laatste decennia te zien wordt gegeven. Dit vereist steun van de Overheid in de vorm van subsidies. En de regering zegt: non possumus. Nu is er een groeiende belangstelling bij het Neder landse volk voor onze monumenten, zowel de histo rische- als de natuurmonumenten. Dat blijkt niet al leen uit de snel groeiende ledentallen van verenigin gen zoals Natuurmonumenten en de Bond Heem schut, maar ook uit de talloze plaatselijke akties, in gezonden artikelen en een „volksstemming" zoals die van Amsterdaad. Waarom zou de Regering met dit, zich uit de burge rij ontwikkelende, streven niet meer en sneller reke ning houden? Is daar rekening mee te houden onder de huidige omstandigheden? Wij dachten van wel. Kansspel voor onze monumenten Kansspelen zijn lang taboe geweest in Nederland. Nu is er iets aan het veranderen in onze zo lang door be krompenheid beheerste wereld. De Staatsloterij is aanzienlijk uitgebreid, maar voldoet nog niet aan de eisen die velen daaraan stellen, bovendien verdwij nen deze gelden naamloos in de Staatskas. De Toto trekt vooral de sportliefhebbers en bevoordeelt dan ook grotendeels deze groep. Dat is terecht en waarde vol. 21

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1968 | | pagina 5