nen dienen om de exploitatietekorten op de huizen
te bestrijden) tot boven de 20.000. Maar vooral de
noodzaak restauratiewerken voor te financieren
omdat de uitbetaling van de overheidssubsidies bij
lange na niet gelijk kan lopen met de uitvoering van
de werkzaamheden heeft een funeste invloed op
de liquiditeitspositie.
Niettemin, het fonds voelt zich eindelijk de welis
waar nog altijd heel kleine zuster worden van
Hendrick de Keyser, Wijnhuisfonds, Stadsherstel,
Diogenes en zovele andere. Daarom viert het het 25-
jarig bestaan met optimisme. Die viering concern
treert zich rond twee hoogtepunten: de bouw van
een tentoonstellingspaviljoen op het Janskerkhof en
een „bedelaktie" voor het Hoogt.
Deze maand laten zes aannemers, die in Utrecht aan
restauraties werken, voor hun rekening op het Jans
kerkhof een paviljoen verrijzen. Tot eind november
zal daarin een indruk worden gegeven van het werk
van het fonds. Maar bovendien hoopt het bestuur
dat het gebouwtje een ontmoetingspunt in de bin
nenstad zal worden, een plaats waar deze zomer vele
en veelsoortige activiteiten zullen plaatsvinden.
In het paviljoen zal ook aandacht gevraagd worden
voor het project ,,'t Hoogt". Dat project omvat de
restauratie van vier monumentale huizen aan een
doodlopend straatje in het hart van de binnenstad,
tussen Neude en Janskerkhof. Het is een fascinerend
groepje huizen, dat in oorsprong uit het begin van
de zeventiende eeuw stamt. Het hoogteverschil'van
ongeveer een meter tussen de straat en het achterter
rein verhoogt de aantrekkelijkheid van het buurtje.
Bovendien is veel van de oorspronkelijke vormen be
waard gebleven.
De huizen zijn nu meer dan verwaarloosd, i^ange tqd
heeft zelfs de afbraak gedreigd. Maar thans staat
vast dat ze bij de reconstructie van de bebouwing tus
sen Lange Jansstraat, Slachtstraat en Hoogt gehand
haafd kunnen blijven, als waardige tegenspelers van
de langs de zuidzijde van de verbrede Lange Jans
straat op te trekken nieuwe bebouwing.
De architect A. L. Oosting, die ook het paviljoen
ontwierp, stelde een restauratieplan op. Daarin is
ruimte gereserveerd voor een klein theatertje, voor
tentoonstellingsruimten en voor jaarateliers voor
kunstenaars. Met enkele kleine winkeltjes en een
café zal dit buurtje moeten gaan bewijzen dat oude
huizen geen belemmering voor het leven in de „city"
vormen.
De verwezenlijking van dit plan zal een investering-
van rond 800.000 vragen. Voor rekening van het
fonds blijft ongeveer 300.000 daarvan. Dat is reden
genoeg om een „bedelaktie" te ondernemen. Het
fonds hoopt dat die aktie een goed resultaat zal heb
ben; hoopt dat met het optimisme van een 25-jarige.
W. THOOMES
26
Voorgevel Nieuiuegracht, 37; eind 1966 door het fonds aan-
gekocht en in 1967 gerestaureerd. foto H. N. Bol)