Op Heemwacht
TON KOOT
De Heemschutgedachte wint zienderogen veld
Sinds in 1909 enige Nederlanders met gevoel voor
schoonheid, kwaad werden over de zinloze slopingen,
doorbraken, dempingen, maar ook over ontsierende
reklame-ellende, lintbebouwing en smakeloze verbou
wingen, is dat aanleiding geworden om in 1911 een
vele verenigingen overkoepelend orgaan op te rich
ten, om gebundeld op zo breed mogelijk terrein en op
zo hoog mogelijk niveau aktie te voeren. Zo werd 57
jaar geleden de Bond Heemschut opgericht.
Wie zich voor schoonheid gaat inzetten in een land
waar dit zelfs geen deel uitmaakt van het leerpro
gramma, mag niet verwachten, dat dit tot een mas
sabeweging zal leiden.
Het thema bepaalt al de omvang van de kring van
strijders voor dit doel. Het doel, dat nog altijd het
doel van de Bond Heemschut is, werd: „waken voor
de schoonheid van Nederland".
Die kring was klein en is ten opzichte van de
landsbevolking klein gebleven. Heemschut kocht
en restaureerde niet zelf, maar concentreerde zijn
aandacht geheel op waakzaamheid, op het signaleren
van aantastingen bij de betreffende instanties, niet
het minst bij de overheden. Heemschut drong aan op
verbetering van verordeningen en wetten en heeft
daar bij voortduring de bouwstoffen voor aangedra
gen. Heemschut drong aan op verhoogde werkzaam
heid en vergrote middelen van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg. Hij wendde zich hiertoe bij herha
ling tot de verschillende Ministers en de leden van
de Staten-Generaal, maar ook tot Gedeputeerde Sta
ten en Gemeenteraden. Heemschut, als landelijke
overkoepelende organisatie, steunde sterk het werk
van die verenigingen die een deel van de taak behar
tigden en bevorderde zeer de oprichting van plaatse
lijke en regionale verenigingen, die zich het restau
reren ten doel stelden.
Heemschut is zo een begrip geworden in Nederland,
maar heeft ook hier en daar het odium op zich ge
laden overal tegen te zijn waar veranderingen optre
den, conservatief te zijn, overdreven behoudend.
Dit is een betreurenswaardig misverstanddat door
Heemschut's tegenstanders met kracht in leven wordt
gehouden, omdat zij een dergelijk „image" beter te lijf
kunnen. Iemand verwijten, dat hij van de stad of van
een dorp of boerderij een museum wil maken, doet
het wel bij de massa. Het doet het zelfs beter dan het
verweer van Heemschut, dat niet gepleit wordt voor
het behoud van alles wat oud is, maar voor wat
mooi en waardevol is, voor wat eigen regionaal of
nationaal karakter heeft en dreigt vervangen te wor
den door gladde, karakterloze produkten.
De strijd heeft vele malen tot moedeloosheid geleid,
maar aangezien Heemschut gedreven wordt door
idealisme, werd de strijd telkens weer voortgezet, tol
vandaag en tot in lengte van dagen, zolang schoon
heid zal worden aangetast.
Zijn er resultaten bereikt
Leest het boek „Strijd om Schoonheid", leest 43
jaargangen van het orgaan Heemschut en u vindt
het antwoord.
Tegenwoordig ziet men het antwoord in de duizen
den restauraties, die in Nederland hebben plaats ge
had, en clie de sfeer en waarde van monumenten,
straten, grachten, marktpleinen, dorps- en stadsge
zichten, enz. weer nieuwe glans geven.
Tegenwoordig leest men het ook in de pers.
We gaan nu een bloemlezing geven van berichten,
geplukt uit de pers van de laatste weken, die duidelijk
maakt, dat in steeds breder kring bij de Nederlandse
bevolking begrip komt voor de doeleinden waar de
Bond Heemschut tientallen jaren voor strijdt: een
mooi land, waard om in te wonen en werken; niet
slopen of vernietigen vóórdat men overtuigd is, dat
er voor het verlies van oude schoonheid nieuwe in
de plaats komt.
In Amsterdam werd door de werkgroep Amsterdam
1975 onder de kreet Amsterdaad '75 gedurende een
week 'n handtekeningaktie gehouden onder de bevol
king. Er kwamen 110.430 handtekeningen binnen
onder de tekst: „Ik vind, dat de binnenstad van Am
sterdam niet naar de bliksem mag gaan en steun daar
om het streven van de werkgroep". De werkgroep
zet haar werk voort met het streven, om bij het 700-
jarige bestaan van de stad in 1975 een gave binnen
stad te hebben. Uit de werkgroep is thans voortgeko
men de Stichting Stadskern, die ten doel heeft het
bevorderen van het herstel van de historische bebou
wing en verbetering van het woon- en werkklimaat in
stadskernen van cultureel belang, in het bijzonder
van de Amsterdamse binnenstad. Intussen hebben
B. en W. van Amsterdam het voornemen kenbaar ge
maakt de restauratie van 100 panden per jaar te
willen opvoeren tot 150. Dat is een goede duw in de
betere richting.
1