plaats voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer, dan voor kortparkeerders, en pas als'er ruimte over is voor langparkeerders, hetgeen zeggen wil dat de auto voor het woon-werkverkeer in het centrum een zaak is die zal moeten verdwijnen. Parkeergarages langs de rand van de oude stad, dus in de Pijp of de Kinkerbuurt zijn voor ons geen schrikbeeld, integen deel, mits hun hoogte beperkt blijft tot het gemiddel de van de bebouwing. Zou het daarnaast voor de bloei van de cityfuncties die echt in de binnenstad thuishoren, zoals de kleine kantoren, winkels e.d. no dig zijn om ook in de binnenstad enkele parkeer garages te situeren, dan zouden daarbij twee voor waarden gesteld moeten worden: dat zij niet storen in het stadsbeeld en dat zij een stuk straatruimte vrij maken waarop dan niet meer wordt geparkeerd. Belangrijker dan de punten waarop de verschillende inzichten in deze ingewikkelde materie met elkaar botsen, zijn de punten waarop men bij nader inzien overeenstemming, of tenminste begrip voor eikaars standpunt kan bereiken. De verontwaardigde paniek reactie van B. en W. was daarvoor niet bevorderlijk. Het is voor ons een open vraag of het gemeentelijke stadsspoorwegplan beter is dan het Amtro-plan, van het raadgevend bureau Bosboom en Hegener dat ideeën bevat die ook bij de Nederlandse Spoorwegen leven. Zou er nu niet een objectieve en deskundige instantie zijn die beide vervoerstelsels vergelijkt wat hun nut, hun kosten in aanleg en exploitatie, en hun invloed op de stedelijke samenleving betreft? Zouden dergelijke zaken niet eens zonder ambtelijke prestiges bekeken kunnen worden? De zaak zelf is toch werkelijk van groter belang dan het altijd-gelijk-hebben van de dienst P.W. De Amster damse binnenstad is een weergaloos cultuur-monu ment dat een nieuwe toekomst tegemoet kan gaan als hart van een aanééngroeiende wereldstad, zon der zijn karakteristieke schoonheid op te offeren. Dat vergt een krachtig regeneratiebeleid, verbetering van de woonfunctie, verplaatsing van allerlei vooral in dustriële bedrijven, minder auto's op straat, beter openbaar vervoer, niet nog meer schaal- en sfeerver- storende nieuwbouw, versterking van allerlei cultu rele, bestuurlijke en economische activiteiten die ty pisch thuishoren in het centrum en wat hun ruim tebehoefte betreft daar passen. Van al deze nauw met elkaar verweven voorwaarden hangt het af of Jokinen's voorstel voor de zuidwestelijke city-weg uit Schiphol, 'via een verkeersplein op twee niveau's aansluitend op de verhoogde Einsteinweg als onderdeel van de Ringweg, dan over het Surinameplein afbuigend door de Kinkerbuurt met hoge nieuwe gebouwen die geleidelijk lager worden tot de hoogte aansluit bij die van de binnenstad (rechts boven). 14

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1968 | | pagina 18