HEEMSCHUT Dan stoppen de citywegen bij de Singelgracht, en richten ze het openbaar en partikulier vervoer op de pijp" Grootscheepse city vorming door sanering van de Pijp is 14 jaar geleden door de Bond Heemschut voor het eerst in een brief aan B. en W. geopperd. De gedachte is toen o.a. door de Kamer van Koophan del met warme instemming ontvangen. Ook van ge meentewege is er herhaaldelijk over gesproken. He laas is het voorstel van het Comité de Stad Amster dam in 1956 om op eigen kosten hiervan een struk- tuurplan te laten ontwerpen, door B. en W. hoog hartig van de tafel geveegd. Had men het toen, wat een eis van behoorlijk bestuur geweest ware, dankbaar aanvaard, dan zou er tien jaar later wel ruimte ge noeg zijn geweest om bijvoorbeeld de Algemene Bank Nederland een betere bouwplaats te kunnen bieden dan tussen de Keizersgracht en de Prinsengracht, beter voor het stadsschoon en beter voor de A.B.N. zelf. Nu legt Jokinen deze gedachte opnieuw op tafel, en hij geeft er een systeem voor aan dat nogal opzien barend is, namelijk de citywegen, enorme verkeers- banen, met een vrije baan voor het openbaar vervoer de Amtro, een sneltramsysteem i.p.v. de metro die dwars door de slechte woonbebouwing van de Pijp en de Kinkerbuurt heengetrokken wor den, omzoomd door nieuwe bedrijfsgebouwen, waar van de hoogte afneemt naarmate men de binnenstad nadert. De prijs van de bouwgrond zal, aldus Joki nen, een belangrijk deel van de kosten dekken. Het verrassende van zijn betoog is de stelling dat men verkeerd doet door een straat die vroeger al een vol ledige funktie had als winkelstraat b.v. of voor lo kaal verkeer te verbreden, maar dat men de nieu we wegen moet aanleggen door een wijk zonder win kels. Dat is goedkoper en het laat de bestaande func ties intact, behalve dan de te slopen woningen, maar die zijn inderdaad slecht, en zelfs, vooral in de Kin kerbuurt, in hoge mate bouwvallig. Wat Jokinen voorstelt komt overeen met de huidige praktijk van de interlokale autowegen die niet meer door verbre ding van oude wegen ontstaan, maar als nieuwe zelf standige elementen buiten de bebouwde kommen blij ven. Wat zouden de gevolgen zijn voor de binnenstad? Volgt men Jokinen's gedachtengang dat men de vrije keuze moet laten tussen auto, fiets of openbaar ver voer, dan houdt dit in dat er tientallen parkeergara ges nodig zijn, met een minimum capaciteit van 450 auto's. De eerst noodzakelijke plaats is dan aan het eind van de beide grote citywegen, de zuidelijke die vanuit het Gooi, Utrecht en Rotterdam het verkeer opvangt, en de zuidwestelijke vanuit Den Haag- Schiphol. Die citywegen zouden, aldus Joki nen, snel gebouwd moeten worden. De beslis sing over de nieuwe city in de Pijp kan dan nog even uitgesteld worden. Kiest men daarvoor, dan komt uiteraard de grote uitbreiding van de parkeer garages in dat nieuwe citygebied, dus buiten de ou de stad. Maar ook in de binnenstad oppert Jokinen een aantal plaatsen voor parkeergarages: boven het Centraal Station, in het Nieuwmarktgebied, op het aangewezen stadhuisterrein, bij het Binnengasthuis, aan het Singel, ter plaatse van de Krijtberg, achter de Bijenkorf, aan de Lijnbaansgracht achter de Stads schouwburg, eventueel achter de grachtenhuizen. Het spreekt vanzelf dat wij voor dit onderdeel van Jo kinen's plannen niet enthousiast zijn. Het blijft ons standpunt dat de vrije keuze van het eigen vervoermid del beperkt moet worden, niet alleen zoals Jokinen voorstelt, door de prijs die men voor een garage plaats wil betalen, maar ook van overheidswege, ter- wille van de bijzondere structuur van de binnenstad die een beperkte capaciteit heeft, welke zo effectief mogelijk moet worden benut, d.w.z. in de eerste 13

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1968 | | pagina 17