in de as van de Alexanderstraat, terwille van het visuele contact tussen stadhuis en stad. Geen af- en doorbraak dus, hetgeen impliceert dat het raadzaad- en trouwzaalgebouw Javastraat 26 blijft staan; wellicht met een culturele rol wanneer het zijn huidige functies zal zijn kwijtgeraakt. Wie intussen in zijn hart op genoemde doorbraak blijft hopen is architect Luthmann, die overigens zijn goed recht de verhuizing van de gemeente raad naar de stadskern minder gelukkig acht. Met een afronding van zijn secretariegebouwen door een iets minder monumentale hoogbouw is de nu tegen de tachtig lopende bouwmeester het wèl eens; bij wijze van liefhebberij had hij trouwens de laatste tijd zelf al wat aan zijn onuitgevoerd gebleven ont werp gedokterd. Groenmarkt Het plaatselijk bestuur intussen komt terug naar een plek, waar het in de vijftiende eeuw al moet hebben vergaderd. De oudste mededeling over het bestaan van een „dorpshuis" dateert van 1461, en de ligging van dat gebouwtje wordt aangeduid in een akte van 1532: op of dichtbij het oude raadhuis zoals wij dat nu kennen. Op een kaart van Jacob van Deventer uit ca. 1560 wordt het aangegeven met „civita domus". Het oudste deel is in 1565 gebouwd. Het wapen van de grafelijke Hollandse leeuw in de topgevel (Den Haag voerde destijds nog geen eigen wapen) wijst terloops op spanning en conflict met de ook toen al in de plaats gevestigde landelijke overheid. Er is op dat vlak weinig veranderd. De bouwmeester van dit 16de-eeuwse raadhuisdeel is niet bekend; de documenten over de bouw zijn waar schijnlijk verloren gegaan in de beginfase van de Tachtigjarige Oorlog. Een eerste Nederlandse inter pretatie van renaissance-bouwkunst mag men het pand gerust noemen. De gevel is rijk aan beeld houwwerk en de groteske stijl zet zich tot in de ste nen consoles voort, die de moerbalken van de schepenzaal ondersteunen. In 1733 is een deel van dit raadhuis gesloopt, waarna met de bouw van de vleugel aan het Kerkplein is gestart. Daniël Marot wordt soms als de maker ge noemd; deze Parijzenaar is in elk geval, in 1686 naar Nederland uitgeweken, op hoogbejaarde leeftijd in Den Haag gestorven. Een aandeel hadden echter zeker ook fabrieksmeester (stadsarchitect) Dyckerhof en de Vlaamse beeldhouwer Xavery. Toont het exterieur de beheerste barok van het begin der I8de eeuw, de inwendige ruimten zijn overdadig gedeco reerd. Zo ook de monumentale marmeren gang met een hal op het snijpunt van lengte- en breedteas, die straks weer glimmend zal zijn schoongepoetst. In de twee volgende eeuwen is al vrij snel het heterogeen complex van aanbouwsels ontstaan dat zich tot vóór 't Goude Hooft aaneenklontte, en dat dus nu is weggebroken. Herstel dringt Met het door de raad aanvaarde plan tot restauratie 134 Kerkplein in hel Haagse stadscentrum, situatie van vóór 1965 de 1 Sde-eeuxuse raad- h u isvle ugel, re c h ts het gedeelte uit de zestiende eeuw met torentje, en daarach ter als een loodgie- tersnachtmerrie het. dakenconglomeraat van de thans broken „puist".

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1967 | | pagina 18