die zowel voor de plaatselijke volksvertegenwoordi ging als voor de openbare mening geheel verborgen blijven, gebouwen ontstaan van het soort dat in Utrecht bij de Neude zijn brutale massa tussen de oude kerktorens omhoog steekt: agressieve ondin gen, die in een wijde omtrek de structuur en de schaal van de stad uit hun voegen drukken. En niemand hoeft het te weten totdat de bouw begint. Formeel is er niets tegen in te brengen, een bouwvergunning blijft een bouwvergunning, of het om een torengebouw in een waardevolle his torische stadskern gaat of om een nieuwbouw- blokje conform een uitbreidingsplan. Men zal echter niet kunnen ontkennen dat de openbaarheid in zaken van algemeen belang, die bedoeld is in ons gemeentelijk bestel, op dit punt achter een on doorzichtig rookgordijn verdwijnt wanneer de wel standsbepalingen in strijd met hun bedoelingen wor den geïnterpreteerd en bouwvergunning wordt ge geven voor projecten die formeel niet anders zijn dan bouwwerken binnen een bestaande rooilijn, maar door hun aard en omvang stedebouwkundige ingrepen vormen. Wat gaat er bijvoorbeeld gebeu ren tussen de Herengracht en de Amstelstraat bij de uitbreiding van de Amro-Bank? Er zijn meer dere panden gesloopt, er is een diepe bouwput, maar wat komt er? Alleen de betrokkenen wisten het. Maar heel Amsterdam weet dat het bestaande ge bouw vroeger de Amsterdamse Bank door zijn kolossale massa de oostzijde van het Rembrandts- plein en het eerste stuk Utrechtsestraat totaal heeft doodgedrukt, en de schaal en het silhouet van de Herengracht ter plaatse ernstig schaadt. En iedereen die zich voor de binnenstad interesseert, vermoedde dat het nieuw te bouwen deel minsten zo kolossaal, storend en lelijk zou zijn als wat er al stond. Dit vermoeden werd dezer dagen bevestigd doordat de Amro-bank de pers een afbeelding van zijn plan ter beschikking stelde. Door de vrij toevallige omstandigheid dat aan de ruiltransactie tussen de gemeente en de A.B.N. ver bonden is de goedkeuring van de gemeente om van het terrein aan de Vijzelstraat tussen de Prinsen gracht en de Keizersgracht de bestemming te wij zigen van woningen boven winkels in kantoorge bouw met een ondergrondse parkeergarage, is het te danken dat het bouwplan-Vijzelstraat van de A.B.N. een in het openbaar behandelde zaak is ge worden. Zonder die goedkeuring immers hebben de ruiltransactie en het bouwplan zelf waarvoor B. en W. de voorlopige bouwvergunning al hebben gegeven voor de A.B.N. geen zin meer omdat het er voor de bank om gaat naast het oude hoofdgebouw van de v.m. Handel Mij., en daarmee met een tunnel onder de Keizersgracht door verbonden, een kan toorgebouw tot stand te brengen waarin het gecon centreerde bankbedrijf voldoende ruimte kan vin den. En zo is het bankgebouw ter plaatse van de enkele jaren geleden gesloopte Vijzelflat een van Vorige bh.: De storm stak op toen de A.B.N. in september dit „ontwerp" publiceerde. Hierboven: Het hoofdgebouw van de A.B.N., de vroegere Ned. Handel Mij aan de Vijzelstraat, met daarachter het bouwterrein. (Foto: J. Rieder) de Amsterdamse strijdvragen geworden. De A.B.N. publiceerde in zijn personeelsorgaan Ankertros in de herfst, een tekening die de gevels van de oude en de nieuwe bankkolos aan de Vijzelstraat toont met de hoek van de Prinsengracht. Deze schets is onthullend voor de visie op het probleem van de grote gebouwen in de oude stad. De oude stad met haar verhoudingen en structuur doet namelijk niet mee, zij is weggedacht. De banken maken op de tekening de indruk of zij aan een brede moderne boulevard liggen en de enkele Prinsengrachthuizen die deze illusie zouden verstoren, zijn achter bomen weggemoffeld. De voordracht van B. en W. erkent wel dat het gebouw door zijn afmetingen en zijn hoogte het stadsbeeld in de omgeving sterk zal beïnvloeden, maar meent toch dat door „een zekere plasticiteit in het geheel door middel van een trapsgewijze op bouw" en door „een vertikale geleding in de gevels is bereikt dat het gebouw zich op harmonische wijze in het stadsbeeld zal voegen". Op de persconferentie waar de zaak van gemeentewege toegelicht werd deed de stadsbouwmeester Nielsen daar nog een schepje op: volgens de krantenverslagen noemde hij het „een plan in één greep, een plan met houding en poëzie, dat niet lief doet tegen de stad maar zeer 127

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 9