Maastricht, afgraving St. Pietersberg
Het vorige jaar zond Heemschut een brief aan het
provinciaal bestuur van Limburg, waarin gewezen
werd op de onherstelbare schade die een uitbrei
ding van het concessiegebied van de E.N.C.I. zou
meebrengen. De Contact-commissie voor Natuur-
en Landschapbescherming heeft deze voor het Lim
burgse landschap zo uiterst belangrijke zaak thans
aanhangig gemaakt bij de Rijksplanologische Com
missie, Heemschut sloot zich hierbij aan.
Voorschoten, Huize Berbice
Het was voor het bestuur van de Bond Heemschut
een reden tot voldoening om te vernemen dat Ge
deputeerde Staten van Zuidholland de mening delen
van de Vaste Commissie voor ruimtelijke ordening
over het tracé van rijksweg 11 en de wenselijkheid
om de buitenplaats Berbice met zijn park, vijver
en.orangerie te handhaven. Het bezwaarschrift van
Heemschut tegen het ontwerp-streekplan Rijnland-
West, heeft dus een nuttige bijdrage geleverd tot
de nadere gedachtebepaling. In een brief over deze
zaak aan de Provinciale Staten heeft Heemschut
toch op nog enkele punten van de wegenstructuur
de aandacht gevestigd.
De omstreden Rijksweg 11 was al in 1956 vastge
steld, maar als een weg van twee 2-strooksrijbanen.
Thans rekent de Rijkswaterstaat op twee 3-strooks-
rijbanen. De aanvankelijk gedachte aantasting van
Berbice zou alleen de noordrand van het park be
treffen. Voor het tegenwoordig geprojecteerde weg-
lichaam zou echter een strook van 60 m breed nodig
zijn. Dit betekent dat de Rijkswaterstaat die be
zwaar maakt tegen verschuiving van de as van een
eenmaal vastgesteld tracé, zelf de vrijheid neemt
het tracé in de breedte te wijzigen, waarbij andere
belangen ernstig geschaad kunnen worden. Volgens
de huidige planologische inzichten is een ruimtelijk
plan meer dan alleen een wegenplan waarbij alle
andere facetten opzij geschoven worden voor de
verkeersbelangen. Heemschut verwacht dat de nu
tot uitdrukking gebrachte overtuiging van het pro
vinciaal bestuur over de instandhouding van „Ber
bice" zal worden vastgelegd bij de nadere uitwer
king van de verschillende rijkswegen en de daarop
aansluitende gemeentelijke bestemmingsplannen
van Voorschoten en Leiden.
Kollum, uitbreidingsplan
Het uitbreidingsplan-in-onderdelen (bestemmings
plan) van de gemeente Kollumerland voor het
dorp Kollum, waartegen Heemschut het vorige jaar
eerst bij de gemeenteraad en vervolgens bij G.S. van
Friesland bezwaren heeft ingebracht, is nu in hoog
ste instantie aan de Kroon voorgelegd. Heemschut
heeft zijn bezwaren tegen het plan, dat een ernstige
schending van de omgeving van de N.H. Kerk in
houdt, gehandhaafd.
Vliet, bruggen tussen Leidschendam en Rijswijk
De karakteristieke ophaalbruggen over de Vliet
worden te smal voor het autoverkeer, maar ook
voor de schepen. Heemschut heeft aan G.S. van
Zuidholland gevraagd om, wanneer de bruggen ver
vangen moeten worden, opnieuw beweegbare brug
gen van een zo rank en open mogelijke constructie
te kiezen opdat het fraaie landschapsbeeld geen
schade lijden zal.
De Haringbuys
Deze uit de 17de eeuw daterende, voormalige her
berg annex tolhuis, aan de Zandvoorterweg te Aer-
denhout, voor het behoud waarvan de Bond Heem
schut zich veel moeite heeft gegeven, heeft, na res
tauratie door de gemeente Bloemendaal, een be
stemming gekregen. Het Haarlems Dagblad van
24 augustus meldt, dat in dit gebouw met „een rijke
glorievolle historie" en behorend „tot de meest in
teressante geschiedkundige objecten in de omge
ving", „Les vinitiers de la tass" armée" (een groep
wijnhandelaren uit Haarlem en omgeving) een
wijnproeflokaal voor vakgenoten-handelaren zullen
vestigen. Tevens zullen kunstenaars in de gelegen
heid worden gesteld om in het gebouw hun werken
te exposeren.
Met het bovenstaande blijkt weer eens duidelijk,
dat, wanneer men zich enige moeite getroost en
even rustig afwacht, ook voor onze kleinere monu
menten een bestemming is te vinden.
v. d. V.
Maatregelen van Minister Vrolijk
Het aftreden van Mr. M. Vrolijk als minister van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk is
voor de verdedigers van ons stads- en landschaps-
schoon een verlies. Wij denken daarbij aan een
paar gevallen waarin de minister tegen gemeentelijke
dempingsplannen optrad door de omstreden water
wegen op de monumentenlijst te plaatsen. Dat ge
beurde met de Singels in Utrecht, die met de aan
grenzende wallen en bolwerken tot monument ver
klaard zijn, en kort voor de regeringswisseling, met
het Vliet in Leeuwarden. Uiteraard kunnen de ge
meentebesturen dan in beroep gaan bij de Kroon,
zodat de zaak met de vaststelling van de monumen
tenlijst nog niet is afgelopen.
Bereikt is dan echter wel dat het automatisme waar
mee dergelijke projecten voortrollen wanneer een
maal de ambtelijke machinerie in werking is geko
men, even gestopt wordt, zodat er gelegenheid komt
om voor en nadelen nog eens helder tegenover el
kaar te stellen en af te wegen. Hoe het ook moge
aflopen met de Utrechtse Singels en het Leeuwarder
Vliet, Heemschut is oud-minister Vrolijk erkentelijk
voor zijn onafhankelijk optreden.
125