Suggestie voor onze leden
Boekbesprekingen
Een onzer leden schrijft:
„Ik vind het absoluut nodig, dat Uw blad
in veel groter kring bekend en gelezen
wordt, vooral onder die kringen der bevol
king, die door hun stemmenoverwicht, over
wegende invloed hebben op de verkiezing van
bestuurders.
Wat denkt U van het volgende plan:
Ieder buitengewoon lid van de Bond Heem
schut die met dit voorstel sympathiseert,
neemt, naar draagkracht, meerdere abonne
menten op het tijdschrift. De extra nummers
worden gratis verzonden aan daarvoor in
aanmerking komende personen".
Wij vinden dit plan zeer aanbevelenswaard.
Het woord is nu aan onze leden.
GEVONDEN
In de bus van de excursie zomercursus een Lips-
sleutel (nr. 200met label waarop aangegeven sleu
tel voordeur"Te bevragen op ons bureau Ooster
park 22, Amsterdam.
143
De „Kroniek van Groenlo" door W. P. Vemer (uitgave Stich
ting Grolsch Museum, prijs 11,90) is een voorbeeld van
lokale geschiedschrijving zoals deze alleen in kleine steden
beoefend kan worden door iemand die er geboren en ge
togen is, die elk huis en de meeste, zo niet alle inwoners
met hun familieomstandigheden persoonlijk kent. Het heeft
dan ook iets van een familiekroniek voor de eigen kring,
met anecdotes en herinneringen waarvan een buitenstaander
soms de pointe ontgaat, maar deze plaatselijke historie raakt
herhaaldelijk de europese geschiedenis door de omstandig
heid dat het Gelderse stadje door Karei V werd uitgebouwd
tot de sterkste vesting van oostelijk Nederland, en deze po
sitie moest betalen met een aantal verwoestende belegeringen.
De definitieve verwoesting van de oude stadsmuren en poor
ten, de molens en fraaie huizen komt pas in de 19de eeuw,
niet door vijandelijk kanonvuur, maar door onnozel vooruit
gangsbijgeloof. Een kenmerkend staaltje is het verhaal van
een kapelaan die een paar op een oude zolder gevonden
gothische houten beelden opstookte. Nu heeft Groenlo nog
een laatgothische kerk die na de oorlog werd gerestaureerd,
en een deel van de 17de eeuwse omwalling, die in de crisis
jaren als werkverschaffingsobject weer in hun profiel wer
den gebracht, en een museum van oudheden in een vakwerk-
stadsboerderij. Verder heeft het kunstreisboek niets meer
over Groenlo te melden. De heer Vemer, die voor dit werk
tot ereburger van Groenlo werd benoemd, weet er des te
meer van te vertellen. Behalve de kroniek zeil, die met de
prehistorische vondsten in dit gebied begint en vervolgens
jaar na jaar de belangrijkste gebeurtenissen in de stad ver
meldt, overvloedig geïllustreerd, bevat het boek o.a. ook
lijsten van de stadscommandanten, burgemeesters, pastoors, pre
dikanten, notarissen, kantonrechters en auteurs over de plaat
selijke historie. Vollediger kan het nauwelijks. Hoewel er
geen poging gedaan wordt de overvloed aan feitenmateriaal
tot een soort streekroman te verwerken, proeft de lezer iets
van de sfeer die eeuwenlang vrijwel ongewijzigd in dergelijke
kleine vestingsteden moet hebben bestaan. Isolement, beslo
tenheid binnen de beschermende wallen, vertrouwdheid met
een door en door bekend milieu, stabiliteit van de sociale
structuur, tal van factoren die geheel of grotendeels ver
dreven zijn hebben deze sfeer bepaald. Of de mensen in deze
mikrokosmos gelukkiger waren dan in ons t.v.-tijdperk valt
moeilijk te beoordelen. Dat zij hun bestaan een kernachtiger
en stijlvoller gestalte wisten te geven kan niet worden ont
kend.
De Geschiedenis van de enclave Groenlo-Lichtenvoorde" door
Th. A. M. Thielen (uitgave De Walburg Pers, Zutphen,
prijs 13,90) is een nog uitvoeriger studie van een nog be
perkter stuk geschiedenis dan de kroniek van Groenlo. Want
al gaat het territoriaal over een wat uitgebreider gebied, het
onderwerp bepaalt zich tot de kerkgeschiedenis van deze
beide gemeenten die met een overwegend katholieke be
volking een enclave vormen in een overwegend Hervormde
streek.
Dit hangt samen met de kerkelijke jurisdictie van de Mun-
sterse bisschoppen in dit deel van Gelderland en dus met
de onoverzichtelijke situatie van de katholieken onder de
republiek, toen de Hollandse Zending de normale hiërarchie
verving.
Als aanvulling op de kroniek van de heer Vemer is deze
grondige studie ook voor hen die niet in het bijzonder in
de kerkgeschiedenis geïnteresseerd zijn een waardevol werk.
Het eerste deel van Dit land boven het IJ door J. J. Schilstra
(uitgave: Uitgeverij en drukkerij „West-Friesland", Hoorn
1966, Stolphoeverceks V) werd reeds in ons aprilnum
mer 1965 met waardering vermeld. Dat er nu een tweede
deel verschijnt, opnieuw met een vrij willekeurige maar daar
om niet minder boeiende greep uit allerlei historische, folk
loristische, agrarische en cultuurhistorische merkwaardighe
den van Noord-Holland, is een bewijs dat deze waardering
door velen gedeeld wordt. De auteur realiseert zich terdege
dat veel van wat hij beschrijft, onherroepelijk verdwijnt met
de voortgaande urbanisatie en motorisering. Waar dit ver
lies door een vooruitziend en van cultureel verantwoorde
lijkheidsbesef getuigend overheidsbeleid te vermijden zou
zijn, vormen de boeken van Schilstra een waardevolle bond
genoot. Door hun verteltrant en de vele illustraties in lijn
cliché zijn zij erop gericht de belangstelling te wekken voor
tal van zaken uit een ver en nabij verleden waarvan de zicht
bare getuigenis nog aanwezig is voor wie geleerd heeft
er op te letten.
Adieu Kattenburg door J. H. Kruizinga, werd uitgegeven door
de Gemeentelijke Commissie Heemkennis en kan bij deze Com
missie, Willemsparkweg 125 te Amsterdam, besteld worden
voor 4,50 franco thuis, door overschijving op postgiro
346908 of gemeentegiro H 4447.
Voor dit bescheiden bedrag krijgt men een rijk geïllustreerd
boekje van 183 blz., waarin de geschiedenis van de Eilanden
verteld wordt vanaf de aanplemping in het IJ in de eerste
helft zeventiende eeuw tot de saneringsproblemen van de
laatste jaren: de ontruiming, de illegale bewoners in de half
gesloopte huizen, en de pogingen om tenminste op het Kat
tenburgerplein iets van de schaal en de sfeer in stand te
houden. Het is merkwaardig hoe belangrijk het aandeel
van Kattenburg, Wittenburg en Oostenburg is geweest in
de Amsterdamse geschiedenis. Wanneer eens het plan ge
realiseerd Wordt om in het monumentaalste gebouw van de
buurt, 's Lands Zeemagazijn, het nationaal scheepvaartmuseum
tot stand te brengen, dan blijft de herinnering aan de
scheepswerven en magazijnen van de Eilanden bewaard. Voor
het zover is kan dit boekje in geen Amsterdamse bibliotheek
worden gemist. G. B.