HEUSDEN
,4
i "W#*
m
,Kw±
Bij gebrek aan oudere overlevering begint de ge
schiedenis van Heusden met haar verwoesting, 857
wordt als jaartal genoemd. Denen en Noormannen
als de daders.
De plaats van het misdrijf moet echter te Oud
Heusden gezocht worden, een zeer oud kerkdorp
dat enige honderden meters zuidelijk van Heusden
aan het Oude Maasje ligt.
De overlevering vervolgt met mededelingen over
Sophia, Engelse koningsdochter, en Baldewijn van
Kleef tweede baanderheer van Heusden; waarbij ver
meld worden de wijze waarop Sophia verworven is,
de jaartallen van hun overlijden, 870 en 890 en hun
laatste rustplaats, de kerk van Oud Heusden.
Veel later pas zijn gebeurtenissen te dateren die
relatie hebben met het tegenwoordige vestingstadje.
De eerste zijn de stichting van het Kasteel op een
dag vóór het jaar 1200 en die van de nederzetting
die in 1231 stadsrechten kreeg.
De begrenzing van dit vroegste stadje is niet met
zekerheid te bepalen, aannemelijk is het echter te
denken aan bebouwing bij en in de directe omge
ving van de haven annex Vismarkt, de plaats van
handel, verkeer en tolbetalen.
Van Jacob van Deventer zijn de oudst bekende
cartografische gegevens. Zijn kaart van Heusden
vertoont een ommuurd stadje aangeleund door het
tot volle ontwikkeling gekomen Kasteel. Heusden,
27 ha groot, ligt dan in een eindeloos leeg land,
waarin de Maas de plaats van Heusden bepaalt.
In het stadje zelf zijn er twee brede Noord-Zuid
lopende straten, er is een plein, de Vismarkt, en
een Hof waarbinnen de kerk, het geheel is onder
ling verbonden door enkele smalle stegen. Vanuit
de hoofdstraten lopen walpaden naar de muurto
rens van de stadsomwalling.
Stadstraten en buitenwegen gaan nog vloeiend in
elkaar over, slechts onderbroken door de poorten.
Heusden telt dan 247 stuks, practisch uniform van
constructie en indeling zijnde huizen, huizen die
zich door het overgangsgebied van stoepen, voor
huizen, luifels en luiken openen naar de straat.
Hoog opgaande topgevels, vaak gescheiden door
brandgangen die de strraatwanden telkens onder
breken; en omgekeerd straatwanden die zich openen
naar de lucht en die via de brandgangen gezicht op
binnenterreinen en plaatsjes toelaten.
Stegen die van de ene straat naar de andere door
de binnenterreinen voeren zijn begrensd door mans
hoge muren waarover het groen van de tuinen zicht
baar is; muren waaruit in telkens een andere steeg
een kloosterkapel, het gasthuis en de weeshuiskapel
hoog op rijzen.
4
.V I
sSMillpjili
li
Jmc
Bijzonder is de situering van het Raadhuis juist op
de versmalling van de hoofdstraat die gevormd
wordt door de Hoogstraat, Botermarkt en Bree-
straat. De Kerk, waarvan de toren en het hoge dak
van veraf zichtbaar zijn komt in de stad slechts bij
gedeelten te voorschijn. Het koor is zichtbaar in de
Putterstraat en de toren op elke plek in de stad
waar de bebouwing maar laag genoeg is.
De Vismarkt is een plein van 30 x 65 m dat dank
zij de smalle toeleidende straatjes een bijzondere
ruimtelijke ervaring oplevert.
In de periode tussen de kaart van Jacob van Deven
ter en die van Bleau (1649) zal Heusden sterk van
gezicht veranderen. Het herstel van de stad na de
brand van 1572, de verbouwing van de vesting in
1581 en de totale vernieuwing daarvan in 1620 zijn
er de oorzaken van.
135
MPtMSg
Vaot
A&*
üMf&'dm.
Heusden op de kaart van Jacob van Deventer.