Zomercursus Heemschut en Monumentenzorg Boekbespreking geheel verloren gaat ongeacht nog de architecto nische kwaliteit van de wijzigingen. In deze strijd, waarvan het gevecht om het behoud van de Re guliersgracht in 1901 als begin zou kunnen gelden, hebben de drie door de heer Vriend genoemde or ganisaties een rol gespeeld, verschillend overeen komstig hun aard: Amstelodamum als historisch genootschap dat de kennis omtrent de wordings geschiedenis van de stad verdiept en verspreidt, Hendrick de Keyser geflankeerd thans door Stads herstel en Diogenes als instituut dat voor het stadsbeeld belangrijke gebouwen, die bedreigd worden, aankoopt, herstelt en beheert, Heemschut tenslotte als militante organisatie, die waakt en waarschuwt. Het zou een vanzelfsprekende zaak moeten zijn voor degenen die creatief en beschou wend aan de bouwkunst van onze tijd gestalte ge ven, om óók in deze drie organisaties present te zijn. Dat is het helaas voor weinigen. De archi tectenorganisaties hoorden samen met Heemschut en de anderen hun stem te laten horen tegen het verminken en verknoeien van ons aller architecto nische en stedebouwkundige erfenis. Dat geluid, een generatie terug vaak nog krachtig klinkend, is de laatste tijd vrijwel geheel verstomd, met het tweeledige ongunstige effect dat degenen die in de kring der z.g. oudheidkundige verenigingen het begrip zouden moeten versterken voor wat de mo derne architectuur ook in de oude stad kan en wil, daar te gering in aantal zijn, en vervolgens dat de architecten, als groep in het openbaar optredend, de indruk wekken vooral hun materiële belangen te bevorderen, al was het slechts door te zwijgen over de misslagen waarvoor sommige collega's mede verantwoordelijk zijn. Terecht schrijft de heer Vriend: Het nieuw bouwen in de oude stad vraagt een bepaalde mentaliteit die blijkbaar weinigen bezitten, dat wil zeggen, een mentaliteit van te willen terugtreden waar dit passend is, de gezegende mentaliteit ook van twij fel aan eigen kunnen. Des te meer is het zaak om hen te verenigenalthans niet tegen te werken, die deze geest wèl blijken te bezitten. Alweer: dit geldt niet slechts voor het nieuw bou wen, maar in het algemeen voor het bouwend, herstellend, sanerend en besturend bezig zijn met de oude stad. In een gemeenschappelijke verant woordelijkheid voor deze kostbare erfenis moet het mogelijk zijn wederzijds begrip op te brengen, zo wel voor het levend conserveren als voor het stijlvol en bescheiden vernieuwen. Voor het kweken van dit begrip; en dus voor het doen verdwijnen van de achterdocht tussen „conservatieven" en „pro gressieven" is een openhartige discussie de eerste voorwaarde. De nota-welstandstoezicht en het com mentaar daarop van de heer Vriend hebben, naar wij hopen, deze discussie op gang gebracht. G. B. De inschrijving op de Zomercursus is gesloten. De cursus waaraan BI docenten hun medewerking verlenen zal op 5 september starten met 27 Neder landse deelnemers, 8 Zuid-Afrikaanse deelnemers en 7 Belgische deelnemers. Na afsluiting van de reeks inleidingen en discussies, welke in het Rijksmuseum, in de zaal van het Ko ninklijk Oudheidkundig Genootschap, zullen plaats hebben van 5 tot 17 september, zullen van 19 tot en met 29 september de inspectietochten en excur sies worden gehouden, waaraan verschillende ge meentebesturen en instanties hun medewerking verlenen, te Amsterdam, Zaandam, Broek in Wa terland, Edam, Enkhuizen, Steenderen, Amersfoort, Maastricht enz. 95 Rectificatie In ons vorige nummer werd aangekondigd het boekje Bronk horst, korte historie van stad en heerlijkheid". Tot onze spijt is door een zetfout de naam van de auteur verminkt; dit moet zijn E. J. van Ebbenhorst Tengbergen. Tevens willen wij nog even herinneren aan de hulde die de Bond Heem. schut het gemeentebestuur van Steenderen bracht voor de zorgvuldige restauraties in het vestzak-stadje Bronkhorst. On getwijfeld zullen velen uit onze kring belangstelling hebben voor deze uitgave van de Walburg Pers in Zutphen, die voor de bescheiden prijs van 4,90 een grondige documentatie geeft van Bronkhorst's boeiende historie. Nederlandse kastelen. Er is eeri" nieuwe uitgave verschenen van Allert de Lange's „Gids voor de Nederlandse kastelen en buitenplaatsen", (prijs 12,50.) Terwijl de uitgave van 1957 tenminste van de inleiding nog de auteur H. W. van Helsdingen noemt, is deze editie geheel anoniem, hoewel de nieuwe inleiding veel overeenkomst met haar voorgangster vertoont. Verder is de uitgave bijgewerkt en uitgebreid, ook wat de illustraties betreft, die goed verzorgd zijn. Het is ongetwijfeld een han. dig boekje, waarin meer gegevens verzameld zijn dan b.v. in de A.N.W.B.-gids „Kastelen in Nederland" of de recente „Shell Toergids langs Burchten en Buitens" door Evert Zand- stra. Hét boekje van Zandstra leest men echter met plezier, de Allert de Lange-gids is een echt compilatie-werkje dat men raadpleegt om iets te weten te komen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 21