Zomercursus Heemschut en Monumentenzorg
De zomercursus ontwikkelt zich alleszins bevredi
gend, het getal der aanmeldingen rechtvaardigt zelfs
van een succesvolle responsie te getuigen. Allen die
zich tot nog toe aanmeldden zijn rechtstreeks bij
Heemschut en Monumentenzorg in Nederland, Bel
gië en Zuid-Afrika betrokken, zodat naast de in
leidingen op levendige en vruchtbare contacten en
gedachtenwisseling mag worden gerekend.
De inschrijving blijft nog tot 15 juli 1966 openge
steld.
De cursus vangt maandag 5 sept. om 10 uur aan, in
de zaal van het Koninklijk Oudheidkundig Genoot
schap van het Rijksmuseum, ingang Hobbemastraat
19 te Amsterdam. Tot en met 16 sept. zullen daar
de voordrachten en gedachtenwisselingen plaats
hebben. Daarna zullen van 19 sept. tot 29 sept. de
inspectie-tochten en excursies plaats vinden in
Nederland en België.
Programmawijziging
Men wordt verzocht goede nota te nemen van een
noodzakelijk geworden programma-wijziging.
De inleiding van Prof. Dr. M. D. Ozinga, over „De
Nederlandse Bouwkunst in de Wereld", die vermeld
staat op vrijdag 16 sept. om 10.00 uur, wordt ver
plaatst naar dinsdag 6 sept. om 14.00 uur.
De inleiding van Drs. A. Bertoen, over „De Grond
slagen en Principes der Planologie", die op dat uur
stond vermeld, wordt verplaatst naar vrijdagochtend
16 sept. 10.00 uur.
Een aanvulling op het programma zal zijn, een in
leiding te houden door de heer H. Fransen, conser
vator van het Stellenbosch Museum te Stellenbosch
(Z.-Afrika), schrijver van het bij de uitgever A. A.
Balkema in het najaar van 1965 verschenen boek
„The Old Houses of the Cape". Dit uitvoerig over
zicht van de Kaaps-Hollandse huizen kwam tot stand
in samenwerking met Dr. Mary Alexander Cook.
De heer Fransen, die zelf aan de cursus zal deelne
men, heeft zich bereid verklaard een inleiding te
houden over Historisch dorps- en stedenschoon in
Zuid-Afrika. Dit zal plaats vinden op vrijdag 9 sept.
om 15.15 uur.
Alle ingeschreven cursisten ontvangen alsnog een
volledig programma van inleidingen en excursies.
De excursies zijn bedoeld voor de cursisten en docen
ten van de zomercursus.
Voor verdere gegevens raadplege men de nummers
1 en 2 van Heemschut 1966.
Hier volgt nog een samenvatting van de te houden
voordracht door Ir. R. Meischke.
Restauratie principes
Restaureren is een noodzakelijk kwaad, dat alleen
dan mag plaatsvinden als het object anders verloren
zou gaan.
De restaurateur moet steeds beseffen dat, hoe groot
de aesthetische winst of de uitbreiding van de kunst
historische kennis, die een restauratie met zich
brengt, ook mag zijn, er altijd een aanzienlijk ver
lies aan oorspronkelijke substantie plaats vindt.
Vaste, nimmer falende regels voor restauraties zijn
niet te geven. Veel zal afhangen van de omvang van
de technische ingreep die nodig is. Als er veel onder
delen moeten worden vernieuwd, dan zal men eer
der tot veranderingen komen dan wanneer men
kan volstaan met kleine reparaties. Bovendien is er
een groot verschil tussen het herstel van het gebouw,
dat in hoofdzaak in één bouwperiode tot stand is
gekomen en dat van een gebouw dat uit vele perio
den bestaat. Men moet beseffen, dat een restauratie
nimmer een algehele reconstructie van een vroegere
toestand zijn zal doch slechts een verantwoorde con
tinuering van de bouwgeschiedenis, waarbij men
zoveel mogelijk aspecten van het verleden tot zijn
recht laat komen.
Zevenaar, bestemmingsplan Hengelder
Onverwacht zijn de bezwaren niet die Heemschut
in een brief aan de gemeenteraad van Zevenaar
naar voren heeft gebracht tegen het bestemmings
plan Hengelder. Dit plan beoogt namelijk opnieuw
gronden van het historische Huis Sevenaer, die door
een doeltreffend beheer het kasteel een economische
bestaansmogelijkheid verschaffen en met het ge
bouw en het park een grote landschappelijke
waarde hebben, aan hun agrarische bestemming te
onttrekken. Op deze gronden zijn in de naoorlogse
jaren al de meest uiteenlopende bestemmingen ge
legd: industrie, woningwetbouw, bejaardencentrum;
ditmaal sportvelden. Uit een oogpunt van ruimte
lijke ordening is de noodzaak hiertoe nooit vol
doende aangetoond. Wel is duidelijk dat het ge
meentebestuur van Zevenaar weinig opheeft met
het voortbestaan van een der laatste Gelderse
kastelen die nog hun oorspronkelijke woonhuis
bestemming hebben behouden.
Ook bij de naburige gemeente Didam heeft Heem
schut bezwaren gemaakt tegen het bestemmings
plan Hengelder, voor zover het de situering van
de op het grondgebied van Didam geprojecteerde
industrieterreinen betreft tussen de Rijksweg en
de bebouwing van Zevenaar. Onjuist komt het
bovendien aan het Heemschutbestuur voor thans
reeds een bestemming op de bedoelde terreinen te
geven nu voor dit gebied een wijziging van het
streekplan in voorbereiding is.
52