=j Ontwerp herziening streekplan Zaanstreek 1966 Aan het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland Hierbij nemen wij de vrijheid bij Uwe Staten bezwaren in te dienen tegen het Ontwerp Her ziening Streekplan Zaanstreek 1966. Volgens dit ontwerp is een gedeelte van de Kal- verpolder aangewezen voor bebouwing. Zulks stelt ons teleur.. Immers in Uw vergadering van 23 januari 1962 werd een motie Clijnk, welke beoogde de Kalver- polder niet te bebouwen, zonder hoofdelijke stemming, aangenomen. Onze bezwaren tegen de voorgenomen partiële bebouwing van de polder zijn de volgende: Het is van bijzonder landschappelijk belang dat het wijde, open landschap, tegenover de „Zaanse Schans", aan de overzijde van de Zaan, behouden blijft. De ontworpen bebouwing zou als een wig in dit landschap, t.w. tussen de (resterende) Kal- verpolder en de Enge en Wijde Wormer dringen, waardoor aan het landschap grote schade zou worden toegebracht. In de „randstad Holland" dient, met betrekking tot een geval als het onder havige, de uiterste zorgvuldigheid te worden be tracht. Volgens de toelichting op het ontwerp (pag. 5) ligt het in de bedoeling naar de Kalverpolder ook enige molens die elders moeten verdwijnen, over te brengen. Zulks zouden wij ten zeerste toejui chen. Wanneer echter een gedeelte van de polder wordt bebouwd, zal dit denkbeeld minder uit voerbaar worden, althans zeer veel aan waarde inboeten. Door de stads- en dorpsuitbreidingen en vele andere factoren, wordt de natuur steeds meer teruggedrongen. Door het gebruik van chemische middelen in de agrarische sector neemt de vogel stand in ons land onrustbarend af. Het stemt daarom tot grote verheugenis, dat het aantal 24 februari 1966 vogels en vogelsoorten in de Kalverpolder in de afgelopen jaren belangrijk is toegenomen en nog voortdurend toeneemt. Wanneer de Kalver polder ten dele bebouwd wordt, zal dit proces Waarschijnlijk worden gestuit en de vogelstand weder gaan afnemen; niet alleen, omdat de voor de weidevogels beschikbare ruimte kleiner wordt, maar ook, en vooral, omdat in een ruim gebied om de bebouwing de rust verstoord zal worden, terwijl het uithalen van nesten door kinderen o.a. veelvuldig zal voorkomen. Wanneer het ons vergund is ook enige opmerkin gen van meer stedebouwkunclige aard te maken, zouden wij het volgende naar voren willen bren gen. Wij achten de geprojecteerde bebouwing stede bouwkundig weinig gelukkig. De wijk zou te klein zijn om een voldoend eigen leven te leiden, terwijl in die omstandigheden de afstand tot de bestaande kern als een groot bezwaar zou worden gevoeld. De geprojecteerde nieuwe weg door de Kalverpol der, met brug over de Zaan, achten wij niet nood zakelijk. Het Zaan-landschap wordt door deze brug aangetast. Wanneer de voorgenomen gedeeltelijke bebouwing van de polder achterwege blijft, bestaat aan deze weg minder behoefte en kunnen de niet onaanzienlijke kosten van weg en brug achterwege blijven. Op grond van bovenstaande overwegingen verzoe ken wij U de geprojecteerde bebouwing van een gedeelte van de Kalverpolder van het ontwerp- streekplan af te voeren. Hoogachtend, Het Bestuur van de Bond Heemschut, Namens het Dagelijks Bestuur, (Ton Koot), secretaris, (Mr. Arn. J. d'Ailly), voorzitter. 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 7