Onze historische binnensteden moeten in beginsel
gevrijwaard worden voor elke verdere aanpassing
aan het moderne verkeer en daarvoor geëigende
stadsdelen moeten uitsluitend tot voetgangersare
aal worden bestemd.
Nieuwe verkeer aantrekkende kantoor- en bedrijfs
panden behoren in deze kernen niet thuis, zij
dienen in ieder geval buiten de binnenste ringweg
te worden gehouden.
Bovendien zijn het juist deze gebouwen, die door
hun gevoelloze architectuur en vaak monumentale
afmetingen vooral in hoogte, sfeer en schaal van
de omgeving ernstig schaden en de harmonie van
het stadsgezicht verstoren.
Mr. G. van 't Huil
Doel en werkwijze van de Maatschappij tot
Stadsherstel.
Vooral de laatste tien jaren is het inzicht gegroeid,
dat het voor het behouden van de historisch en
cultureel zo waardevolle binnenstad van belang is,
dat naast de zorg voor grote monumenten (kerken,
stadhuizen e.d.) en naast de aandacht voor conser
vering en restauratie van kleinere cultuurhistorische
bouwkundige specimina (Vereniging Hendrick de
Keyser), aandacht wordt geschonken aan vorm en
functie van de gewone huizen.
De Maatschappij tot Stadsherstel, die een vennoot
schap is, welke ten doel heeft, uitsluitend werk
zaam te zijn in het belang van een volkshuisvesting
en daardoor fiscale faciliteiten geniet, tracht zoveel
mogelijk woonhuizen in de oude stad aan te kopen,
deze als woonruimte te behouden en zo nodig
opnieuw als woonruimte geschikt te maken. Zij
streeft er naar op den duur, d.w.z. wanneer een
voldoende brede basis aan woningbezit zal zijn
verkregen, aan de aandeelhouders een redelijk ren
dement uit te betalen. De gedachte bestaat daarbij,
dat wanneer in enigszins belangrijke omvang ver
vallen huizen weer tot nieuw leven en nieuwe
bruikbaarheid worden gebracht, de huizen van
de betrokken stadswijk in het algemeen in waarde
zullen stijgen, omdat het betrokken gebied allengs
meer en meer beschouwd zal moeten worden als
een aantrekkelijke woonplaats.
Ir. G. A. Overdijkink
Landschapsverzorging.
Het landschap is aan allerlei wijzigingen onder
hevig. Dat is het steeds geweest. Dit roept conflic
ten op in een tijd, dat de wijzigingen zich in een
zo sterk en versneld tempo voltrekken, als nu. Het
steeds toenemende verkeer eist niet alleen méér
wegen, maar ook verbreding van bestaande. Dicht
op de rijbaan staande bomen leveren een ernstig
gevaar op voor het snelverkeer, zodat de voor Ne
derland karakteristieke laanbeplantingen het veelal
moeten ontgelden. Aanleg van nieuwe wegen tast
dikwijls het bestaande landschapsschoon in ernstige
mate aan.
De uitbreiding van steden en dorpen, vestiging van
industrieën eisen veel ruimte op, waardoor het
landschapschoon moet worden aangetast.
De moderne landbouw vergt een rationele indeling
van de percelen met rechte grenzen, de ontwatering
moet aan hoge eisen voldoen en een goede water
beheersing is noodzakelijk. Ook boerderijver
plaatsing kan met de landverbetering gepaard moe
ten gaan. De individuele boer kan dit niet tot
stand brengen, zodat de nodige verbeteringen in
groot verband moeten worden aangepakt. Ruilver
kaveling is daarbij het aangewezen middel. Dit
maakt soms een diep ingrijpen in het bestaande
landschap en zijn schoonheden nodig.
Dit alles valt samen in een tijd, dat de behoefte
aan recreatie in de vrije natuur met sprongen om
hoog gaat.
Het noodgedwongen ingrijpen in het bestaande
landschap, dikwijls op grote schaal, vereist een
doelbewuste zorg voor het scheppen van nieuw
landschapsschoon, dat niet meer ligt in het vlak
van de restauratie, maar afhankelijk van de aard
van de objecten, veeleer ligt op het gebied van
totale reconstructie van het landschap. Daarbij moet
het behoud van natuurwetenschappelijke waarde
volle elementen, die in de bestaande toestand blij
vend gehandhaafd dienen te worden, worden
verzekerd. Een goede inpassing van deze elementen
in het te reconstrueren landschap moet worden na
gestreefd.
De steeds toenemende recreatiebehoeften vereisen
de nodige voorzieningen. Op zich zelf vormen deze
in landschappelijk opzicht lang niet altijd een ver
fraaiing. Deze voorzieningen, die niet altijd behoe
ven samen te gaan met een doelbewuste recon
structie van het landschap, maar ook geheel op
zichzelf kunnen staan, vereisen een zodanige opzet,
dat ze niet als storende elementen in het landschap
als geheel worden waargenomen.
In het grote geheel van de ruimtelijke ordening
gezien, is de aanduiding „landschapsverzorging"
in dit verband, in tal van gevallen, te eng, maar
moet aan „landschapsbouw", in overeenstemming
met het begrip „stedebouw", de voorkeur worden
gegeven.
W. H. Schukking, Kol. der Genie b.d.
Historische vestingwerken.
Versterking, kasteel, stad en vesting.
Kunst in het verleden wordt techniek in de nieuwe
tijd.
Het vestingwerk vóór en na de uitvinding van
het buskruit: dominerend en bestrijkend schot.
Vestingbouw in Oudheid en Middeleeuwen en na
de Middeleeuwen (wiskundige systemen)de 20ste
eeuw?
Krijgsgeschiedenis en belegeringen.
Monumentenzorg (de verdedigingswerken in de
Monumentenlijsten)Heemschut en de Stichting
4