meentebestuur dat misschien behouden blijft, wat behouden worden kan. In het begin van de 13de eeuw leefde hier Conrar- clus Aper, ofwel Conrad d'Ever. Omstreeks 1380 bouwde heer Reinier Dever zijn ridderwoning. Van zulke kleine middeleeuwse ridderhofsteden staat er in Holland vrijwel geen enkele meer overeind. Bovendien is Dever met zijn gebogen voorzijde en rechte achtergevel volkomen uniek. In 1631/34 zette jonker Johan van Schagen tegen de ronde voorzijde een groot en deftig herenhuis. Dit is reeds lang verdwenen, maar nog staat er de oude donjon. De doorgangen naar het verdwenen heren huis zijn in de dikke muren nog zichtbaar. Nimmer is Dever met zijn omstreeks 30 ha land verkocht, altijd is het door vererving binnen de familie ge bleven. Tot 1949. In dit jaar werd Dever als Duits bezit verkocht. De pachters werden eigenaar van het land, zij het niet zonder aarzeling vanwege de vriendschap en de steun, die zij altijd van de landheer, Baron Heereman van Zuydtwijck, hadden ondervonden. De ruïne met een zeer smalle toe- gangsstrook kwam aan de gemeente Lisse. Op 28 maart 1963 werd opgericht de Stichting Dever. De voornaamste doelstelling was wel de burcht met enige landerijen op fraaie en verant woorde wijze in te passen in de opdringende be bouwingen. Er is goede hoop dat men, wat het uitbreidingsplan betreft, tot een waardevol com promis zal kunnen komen. Architect P. van de Sterre te Leiderdorp ontwierp een fraai restau ratieplan, dat intussen bij Rijk, Provincie en Ge meente is ingediend. De omliggende gronden zijn in particuliere handen. Mochten deze ooit op enigerlei wijze opnieuw met Dever worden ver enigd, dan zal hier zeker geen modern park, in clusief hertekamp, worden aangelegd. Groen wei land, met hier of daar een enkele boom, of mis schien een eenvoudige tuinderij zouden beter pas sen. Bij het oude portiershuisje, dat tot schuur dient, kan men zich zeer goed weer het groente en bloementuintje denken. Misschien kan het oude „essenbosje" in ere worden hersteld en kunnen tussen het hakhout die typische stinsenplanten groeien, die men op enige plaatsen in de omtrek nog wel aantreft: sneeuwklokjes en helmbloemen, gevlekte aronskelken en daslook, boshyacintjes, witte en gele anemonen, vogelmelken, geelsterren of Haarlems klokkenspel. Maar in ieder geval zou het uitzicht van de straatweg af behouden moeten blijven. De grachten dienen weer ontgraven en mo gelijk zou men te zijner tijd de muren van de voorburcht, waarvan de fundamenten nog aanwe zig zijn, weer kunnen optrekken. Dit laatste hangt ook samen met de bestemming, die men Dever wil geven. Men denkt aan een cultureel centrum, een ruimte voor kleine bijeenkomsten in rustige sfeer. Als zodanig kan Dever een karakteristiek uithof zijn van het toekomstige Lisser gemeenschapshuis. Vóór alles is het echter het zuivere Heemschut- ideaal, dat de werkers voor Dever voor ogen staat. Natuurlijk is het op de eerste plaats aan Lisse zelf, om zoveel visie te tonen, dat men het streven van „Dever" met sympathie begroet. Maar ook voor anderen, streekbewoners en passanten kan „Dever" een begrip worden. Alwie de Stichting Dever met adviezen of financiële steun zou kunnen helpen, kan verzekerd zijn van veel erkentelijkheid (Secre tariaat: Von Bönninghausenlaan 37, Lisse)Een boek over het Huis Dever is vrijwel gereed en zal binnen afzienbare tijd verschijnen. Ook over Lisse begint de geest van Heemschut vaardig te worden. A. M. HULKENBERG 12 Restauratieplan voor Dever, door P. van de Sterrearch. Oost- en Noordgevel.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 16